Grote literatuur is niet noodzakelijk in dikke boeken terug te vinden. Soms wel natuurlijk, in magistrale epossen als Ten oosten van Eden (“East of Eden”) of Druiven van gramschap (“Grapes of Wrath”), twee kanjers van John Steinbeck.
Maar de Nobelprijswinnaar schreef ook het wreed mooie Muizen en mensen (“Of mice and men”), een van mijn favorieten aller tijden en amper een pagina of 120 lang. Daar valt Aan een onbekende god (“To a god unknown”) tussenin, een klassieker die onlangs bij uitgeverij Bint in een geactualiseerde vertaling een nieuw leven kreeg.
Het toeval wil dat de dag dat ik die Onbekende god verteerd heb, een collega die gelooft dat toeval niet bestaat, me een debuut waarnaar ik heb uitgekeken in mijn handen stopte. Of ik het een goed debuut zal vinden, weet ik nog niet. Wie weet verschijnt er op deze site wel een weerklank over. Of niet.
Maar de Onbekende god kluisterde me wel zo intens aan het verhaal, de beschrijvingen en de gedachten van John Steinbeck dat het me geen moeite kostte om treinritten van een uur lang het geluid van de binnenkomende mails op mijn smartphone te negeren.
De Onbekende god is een heimatroman van een familie settlers, vier broers en hun kroost, in het begin van de vorige eeuw in Amerika. Na de dood van hun vader verhuizen ze van de oostkust naar Californië, niet toevallig in de buurt waar auteur John Steinbeck is opgegroeid.
Joseph, de pater familias onder de broers, bouwt zijn ranch onder een grote eik. Hij gelooft dat de geest van zijn vader in de boom woont. Joseph Wayne is verscheurd tussen het geloof in God en het heidense geloof in het land en de krachten van de natuur. Hij geraakt ervan overtuigd dat hij tragische drama’s en verwoestende rampen kan afwenden dan wel afroepen. Op het einde van het boek is hij één met het land.
Steinbeck hanteerde al in dat vroege werk een pen die me soms door schijnbaar argeloos geformuleerde woorden de adem afsnijdt, eens hun dramatische betekenis tot me doordringt. Een gave.
Toeval of niet, het lot of de religie, god of de natuur, het zijn de vragen die in het boek centraal staan. Met het voortschrijden van de week blijft het toeval mijn plannen doorkruisen om, in het kader van de reeks blogs over koffiebars, een nieuwe en onbekende koffiebar te bezoeken. Ik begin bijna te geloven dat het geen toeval meer kan zijn. Al weet je natuurlijk nooit, in deze startweek van 2018 op het werk, waarin mijn collega verscheen met een gouden button met de zwarte letters miracles happen.