Cabo de Gata (5)

Stinkend naar het zweet en bestoft tot in onze poriën laten we aan de receptie van Hotel de Naturaleza Rodalquilar Spa Cabo de Gata onze rugzakken van de schouders glijden. Een jonge niet onaardige receptioniste en een oudere dame die zich wat op de achtergrond houdt, kijken ons met grote ogen aan. De jonge vrouw draait haar hoofd over de schouder om oogcontact te maken met haar collega, die misschien wel haar baas is bij wie zij als stagiaire de job leert. ‘Hebben jullie gereserveerd?’, vraagt de jonge, laat me om het onderscheid duidelijk te maken haar voor het gemak de stagiaire noemen. ‘Jawel hoor’, antwoordt Marianne met een verontschuldigende glimlach, omdat het paar achter de desk vandaag wellicht geen vuile, bezwete toeristen meer in hun exclusieve overnachtingsplaats had verwacht.

Net als in de andere hotels vragen ze onze identiteitskaarten om er een kopie van te maken. En ja hoor, de stagiaire haalt een sleutel van het rekje en stuurt ons door naar een gang links, in de richting van het openluchtzwembad, waar we de laatste kamer mogen betrekken. Maar daarmee is alles nog niet gezegd. De stagiaire legt ons uit dat we reservaties bij de spa bij haar moeten komen boeken en afrekenen, dat het restaurant achter ons buiten de etenstijden ook als lounge bar kan worden gebruikt, en dat het avondmaal geserveerd wordt vanaf kwart over acht. We zeggen vriendelijk goeiedag, hijsen de rugzakken terug op de rug en gaan op zoek naar onze kamer, vlakbij het openluchtzwembad dus.

De kamer is zeer groot. In de verte zien we een kingsize bed staan van twee meter. Voor ons tegen de linkse muur staat een divan, met ervoor een salontafeltje en daarachter tegen de muur een grote kleurentelevisie. Naast de tv leidt een deur naar een grote badkamer, waar je in een kamerbrede spiegel kijkt, boven een grote wastafel waarop heel wat kleine flesjes staan met shampoo en andere dingen die mij niet interesseren, maar Marianne wel. Er staat ook een anderhalve liter water klaar, naast twee stapeltjes witte handdoeken die elk uit drie stuks bestaan, eentje als badmat om voor de douche te leggen, een grote handdoek voor na de douche, en eentje om je af te drogen als je nat wordt van iets met water te doen aan de wastafel of aan de bidet, zo’n speciaal badapparaat voor vrouwen dat we in onze vorige hotelkamers niet echt hebben gemist.

De douche is bijzonder groot, we kunnen er als we willen makkelijk met twee in, misschien zelfs met drie. Helaas is er maar één douchekop boven aan de stang gemonteerd, weliswaar een vrij grote. Zoals gewoonlijk ga ik eerst douchen en volgt Marianne, nadat ze haar rugzak en spullen heeft geordend. Terwijl zij gaat douchen, leg ik me lekker op het grote bed, waar het kussen bestaat uit één grote, lange rol, wat ik niet comfortabel vind. Als ik me rechtop zet om onze avonturen van de dag in mijn boekje op te schrijven, kom ik met mijn hoofd onzacht in aanraking met een soortement kunstwerk uit geribbelde plaaster, dat misschien een artistiek bas-reliëf wil zijn in een me onbekende materie. Nee, dat zit helemaal niet makkelijk. Maar andere kussens zijn er in de kamer niet te vinden.

Wat er wel mijn aandacht trekt, is een rammelende deur. Het waait hier in de vallei van Rodalquilar net zo loeiend hard als op het strand van Cabo de Gata. Alleen heeft de receptioniste in dit hotel, in tegenstelling tot Diego in Hotel Blanca Brisa, onze kamer aan de loefzijde van de wind niet geruild voor een kamer aan de lijzijde. Ik weet op dat moment nog niet dat de stormwind heel de nacht luidruchtig zal blijven bulderen en onze deur doen daveren.

Maar zover zijn we nog niet. Als Marianne verfrist als haar properste zelf uit de douche komt, gaan we op verkenning in ons viersterrenhotel. Wat opvalt, is dat er maar weinig kamers bezet lijken. Het water van het verwarmde zwembad is ijskoud. Het is met die harde wind ook helemaal geen weer om een duik te nemen.

We lopen de spa eens binnen, waar we kennis maken met de masseuse, die helaas geen Engels spreekt maar toch een beetje Frans. Marianne trakteert me op een massage en neemt er zelf ook eentje. We krijgen die nog georganiseerd in de tijdsspanne vóór het restaurant de deuren opent voor het avondmaal.

Terwijl Marianne onze massagebeurten gaat boeken bij de stagiaire, ga ik al naar het restaurant dat voorlopig nog dienst doet als lounge bar. Ik ben er de enige gast. Een blonde vrouw van een jaar of veertig vraagt me wat ik wil drinken. Un copa de ribera, antwoord ik, om eens iets anders te drinken dan un copa de rioja. De vrouw ontkurkt een fles en schenkt me een royaal glas rode wijn in, uit een fles waarop ik tempranillo zie staan. Tiens, bedenk ik me, heeft ze zich vergist? Nu, geen erg, de wijn is lekker genoeg om niet van mijn oren te maken. Met Marianne erbij raken we in een mengeling van steenkool-Spaans en gebroken Engels aan de praat met de vrouw, die naar mijn inschatting wel eens van Poolse origine zou kunnen zijn.

We vragen haar wat er op het menu staat die avond. Ze gaat meteen de menukaart halen. Ze legt uit dat het restaurant in deze tijd van het jaar van elke gang drie gerechten op de kaart zet, waarvan de gasten er telkens één mogen kiezen. Dus één voorgerecht van de drie suggesties, één hoofdgerecht en één dessert. Fronsend kijk ik naar Marianne. Dat wordt moeilijk kiezen, zeg ik aan Marianne, als ik alle suggesties gelezen heb.

Het is hoog tijd om met de massages te beginnen. Eerst is Marianne aan de beurt. Ik trek me terug in onze kamer en lees en schrijf nog wat. Mijn vriendin komt tevreden terug. Nu is het jouw beurt, zegt ze. Met massages en masseuses heb ik weinig ervaring. Lang geleden, toen ik met mijn ex en mijn dochters in Thailand was, hebben we ons wel eens laten masseren, maar daar stopt mijn ervaring.

In de spa begrijp ik van de masseuse dat ik me helemaal moet uitkleden. In mijn blootje moet ik op een massagebank gaan liggen. De masseuse drapeert een handdoek over mijn edele delen. En dan begint ze te kneden en te knijpen, van boven tot onder mijn spieren te bewerken. Het doet wel deugd, moet ik toegeven.

In gebroken Frans vraagt de vrouw of er iets is waar ze meer aandacht aan mocht schenken. Ik versta eerst niet goed wat ze daarmee bedoelt, maar blijkbaar heeft Marianne haar al verteld dat ik wat pijnlijke schouders had. Als het dat maar is, denk ik, en ik draai me op mijn buik en laat haar mijn schoften pijnigen. Ze schikt de handdoek opnieuw deftig over mijn achterwerk en buigt zich over mijn schouders. Het half uur is nog sneller voorbij dan ik dacht.

Omdat we het menu al gezien hebben, weten we in het restaurant vrij snel wat we willen eten. Er zitten een stuk of tien Duitse vrouwen die er gepensioneerd uitzien, flink te koffiekletsen aan een lange tafel. Er zijn nog twee andere koppels van niet-Spaanse origine aanwezig en driekwart uur later komt er nog een Spaanse familie van een man of tien binnen, de laatste gasten van de avond.  

Toen hadden wij al het hoofdgerecht achter de kiezen. Ik koos voor de lasagne bolognaise als voorgerecht, een biefstuk saignant als hoofdschotel en een dessert met pistache. Om de avond een feestelijk karakter te geven bestelde ik een fles Ribera. De blonde vrouw die me al eerder Ribera had gebracht, bracht nu opnieuw een fles Tempranillo naar onze tafel. Toen ik haar zei dat ik Ribera wilde, antwoordde ze me vriendelijk lachend dat het wel degelijk een Ribera was, ze wees er voor de duidelijkheid met haar vinger op het etiket naar. Er is Ribera die van tempranillodruiven is gemaakt, zei ze vriendelijk. Wat een afgang.

Ook in de steak had ik me schromelijk vergist. De biefstuk hier in dit hotel was minder dan een halve centimeter dik en dooraderd van het vet. Hoe kon je dan verwachten dat ik die saignant geserveerd zou krijgen? Er was dan ook geen druppel bloed uit dat vettige vlees gedropen. Naast de schrale lap lag nog een kwak aardappelpuree die volgens mij uit een pakje poeder aangelengd met water kwam en een groene groente die me aan geen enkele andere bekende groene groente deed denken. Gelukkig was de lasagne als voorgerecht wel best te pruimen.

Toen het tijd werd om de desserts te serveren, brachten de stagiaire, die hier duidelijk van alle markten thuis moest zijn, en de vrouw die me de Ribera van tempranillodruiven had uitgeschonken, onder het meezingen van een “happy birthday to you-deuntje” dat ergens uit een niet te lokaliseren box kwam, naar onze tafel een bordje waarop een smakeloos gebakje lag met een groene saus die in de verte wat naar pistache smaakte. Ze hadden op het bord een brandend theelichtje geplaatst, dat ik moest uitblazen alsof ik me in een woonzorgcentrum bevond.

Gelukkige verjaardag, riepen de twee vrouwen naar mij, toen ik in die opdracht geslaagd was. Intussen probeerden ze de andere gasten in het restaurant luid te laten meezingen ter mijner ere. De tafel met de tien oude Duitse vrouwen deed van iedereen het flinkst zijn best. Op den duur zou een mens nog denken dat het gerammel van de deur ’s nachts best te pruimen was. Marianne heeft me voor de tweede keer op rij weer een super-geweldige verjaardag bezorgd.

Dit bericht werd geplaatst in Cabo de Gata, natuur, reizen, vrije tijd en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie