Lessen in Dylan (21): Nieuwe publieken, oude inspiratie

Na die grootse comeback met “Time Out Of Mind” ging Bob Dylan verder op dat elan. Zij het wat trager. Althans, zijn platen volgden niet meer zo snel opeen, maar dat was niet zo erg. De status van de zanger was inmiddels zo groot, dat van hem niet zo nodig nog elk jaar nieuw werk wordt verwacht.

Doorheen de jaren is Dylan erin geslaagd om zijn publiek voortdurend te verbreden en vernieuwen. De protestzanger uit de folktraditie maakte een bocht naar de elektrische gitaren van de rock’n roll. Maar hij bleef afwisselen met akoestisch werk en folkliedjes, zowel op het podium als op vinyl. Het waren de jaren waarin hij de ene prachtplaat na de andere afleverde. Hij begon later ook andere instrumenten toe te voegen en nieuwe stijlen te verkennen. De folkzanger-rockartiest bekeerde zich daarna tot herboren christen. Aan zijn bekering wijdde hij drie platen die echt wel behoorlijk verkochten. Nadien bracht hij met tussenpozen van enkele jaren nieuwe spraakmakers als “Oh Mercy” of “Time Out Of Mind” uit die op hun beurt de interesse van jonge mensen wekte voor de Dylan van hún generatie.

De rode draad in heel die lange carrière is lang niet altijd in de eerste plaats de muziek. Evengoed de teksten vinden hun weg naar nieuwe aanhangers. Ze treffen het hart diep, omdat mensen het weergegeven gevoel herkennen uit hun eigen leven. Maar ook oppervlakkiger. Omwille van woorden die beklijven, het treffend geformuleerd protest, de emoties in zijn verhalen op muziek, zinnen waarin je troost vindt.

Vier jaar na “Time Out Of Mind” volgde in 2001 “Love and Theft”, een eerbetoon aan de zwarte bluespioniers als Charley Patton, Blind Willie Johnson of Gus Cannon. Het album werd geproduceerd door een zekere Jack Frost, een pseudoniem voor Dylan zelf. Een van de mooie nummers op de plaat is bijvoorbeeld “High Water (For Charley Patton)”, een lied over de grote overstroming van de Mississippi in 1927, toen bijna 150 dammen braken en 70.000 kilometer land onder water stond. Er kwamen meer dan tweehonderd mensen om en tienduizenden werden dakloos. De ramp heeft heel wat zangers van toen geïnspireerd en jaren later dus ook Dylan.

Niet alleen op deze “Love and Theft”, maar ook op zijn volgende plaat. Voor “Modern Times” nam hij deze keer vijf jaar de tijd. Deze plaat heeft weer nieuwe fans de weg naar de op dat moment 65-jarige Dylan laten vinden, want ze behaalde de nummer één op de Amerikaanse albumverkooplijsten. En dat was geleden van “Desire” uit de jaren zeventig.

Dylan blijft inspiratie halen in de (zwarte) blues- en folktraditie, met verwijzingen naar de onlangs overleden Chuck Berry maar ook naar Muddy Waters, Bing Crosby en vele anderen. Het liedje over de overstroming van 1927 dat hij op “Modern Times” opdiept is “The Levee’s gonna break”. Dit rockabilly-nummer is een verwijzing naar “When the Levee Breaks” uit 1929, van Memphis Minnie en Kansas Joe McCoy, een deuntje dat tot heel wat covers zou leiden, o.a. door Led Zeppelin.

“Modern Times” vind ik persoonlijk een stuk sterker dan “Love and Theft”. Meer nummers(“Thunder On The Mountain”, “Spirit On The Water”, “Someday Baby”, waarmee hij de Grammy voor Beste Uitvoering in de Rockmuziek won, het bloedmooie “Nettie Moore”) blijven weldoend hangen.

Ik wil eindigen met enkele woorden over het afsluitende “Ain’t Talkin’”. Zoals in “Highlands” heeft Dylan veel coupletten nodig om een boodschap te brengen, die raadselachtig blijft, soms mystiek is. Het refrein (‘Ain’t talkin’, just walkin’, heart burnin’, still yearnin’) komt uit “Highway of Regret”, een gospelsong van The Stanley Brothers.

Zoals in “Highlands” volgen we een zoekende man die zijn eindbestemming nog niet heeft gevonden. Het is geen mooie en gelukkige tocht. Maar wel een spirituele. Er is sprake van een ‘mystic garden’ en gekwetste bloemen die van de wijnranken neer hangen. Als de pelgrim een fontein met koel water passeert, valt iemand hem onverwachts in de rug aan. Zijn we in de Hof van Eden? Religieuze beeldspraken en begrippen als goed en kwaad, zonde en geloof sijpelen door als voorheen in zijn religieuze platen. Maar deze keer is het paradijs leeg: op het einde van het lied stelt de pelgrim vast dat er niemand meer in de ‘mystic garden’ is, zelfs de hovenier is verdwenen.

Dit bericht werd geplaatst in Bob Dylan en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie