Lessen in Dylan (11): Een traan kwam naar zijn oog

Rond half acht ‘s morgens zat ik zoals alle ochtenden met mijn hoofdtelefoon op te lezen op de trein naar mijn werk. Boven de weiden tussen Mechelen en Vilvoorde kwam de zon piepen. Ik weet niet meer welk boek ik aan het lezen was, maar op het moment dat de oranje vuurbal de berijpte weiden deed glinsteren, hoorde ik op mijn iPod Bob Dylan een lied aanheffen dat ik nog niet kende.

‘‘Oh, help me in my weakness, I heard the drifter say’. Help me in mijn zwakte, hoorde ik de zwerver zeggen. Dylan zong het met zo’n heldere, puntgave maar ook klagende, deernis wekkende stem van die landloper dat ik hem nog nauwelijks als ‘den Bob’ herkende. Het lied kwam van de elpee “John Wesley Harding” uit 1967, de eerste studioplaat die Dylan uitbracht na zijn motorongeluk.

Het was een van zijn platen die om een of andere reden tot enkele jaren geleden aan mijnjwharding aandacht was ontsnapt. Ik had daar verandering in gebracht, omdat ik tickets had gekocht om met Raf naar een concert van Dylan te gaan in Vorst-Nationaal. De naam van de plaat verwijst naar John Wesley Hardin, een outlaw uit het Texas van de negentiende eeuw. De titel van de plaat en het gelijknamige nummer schreef Dylan al dan niet bewust fout met een g.

In het lied vertelt Dylan een verhaaltje over een zwerver die de gerechtszaal uitgeleid wordt na een veroordeling terwijl hij nog altijd niet weet wat hij fout heeft gedaan. De rechter heeft met hem te doen, leiden we af uit volgende prachtige regels: ‘The judge he cast his robe aside, a tear came to his eye’ (de rechter sloeg zijn toga terzijde, een traan kwam naar zijn oog). Dat kan jij niet begrijpen, zei de rechter daarop aan de zwerver, waarom wil je dat ook proberen. Maar buiten was de menigte rumoerig, terwijl de jury om meer riep. In de laatste strofe sloeg plots de bliksem neer op het gerechtsgebouw, ‘and while everybody knelt to pray, the drifter did escape’ (en terwijl iedereen knielde om te bidden, ging de vagebond er van door).

Hoewel Dylan het liedje amper live speelde, is “The Drifter’s Escape” een van mijn favoriete nummers. Later ontdekte ik op YouTube dat het nummer mooi werd gecoverd door Patti Smith en dat ook Jimi Hendrix het live speelde.

Jimi zou echter vooral een ander nummer van “John Wesley Harding” wereldberoemd maken: “All along the Watchtower”. De gitarist van Springsteens E Street Band, Steve Van Zandt, zei ooit dat het feit dat Jimi dat nummer oppikte van die elpee, iedereen er terug naar deed grijpen, denkend dat ze misschien wel wat gemist hadden. Van Zandt vond het alleszins een verschikkelijk goede plaat. En vergeleken met de voorganger, “Blonde on blonde”, dat de meeste mensen Dylans topalbum vinden, is “JW Harding” subtieler.

“All along the Watchtower” zou ook door Bobby Womack, The Grateful Dead, Brian Ferry en tal van andere artiesten gespeeld worden. Bijvoorbeeld door Neil Young en Bruce Springsteen in duet, met een instrumentale dialoog er bovenop tussen de gitaar van Young en de sax van Clarence Clemmons. Maar het was de tien minuten lange, geweldige rockversie van Neil Young die, toen ik ze voor het eerst op YouTube zag, de haartjes op mijn armen recht deed staan. En echt, een traan kwam naar mijn oog.

Het lied met de twee ruiters die naderen, de wind die begint te loeien en de wachttoren uit de titel verwijst naar het verhaal van de val van Babylon in het boek Jesaja uit het Oude Testament. Tenminste, dat zou kunnen en iedereen gelooft het intussen. Maar toch blijft de tekst evengoed raadselachtig, met onvergetelijke zinnen als: ‘There are many here among us, who feel that life is but a joke, but you and I, we’ve been through that, and this is not our fate, so let us not talk falsely now, the hour’s getting late’ (velen onder ons vinden dat het leven maar een grap is, maar jij en ik, wij zijn daar over en dat is niet ons lot; dus laat ons niet doen alsof, het wordt laat).

Zoals velen van mijn generatie vermoed ik, die te laat geboren is om de opgang van de eerste tien tot vijftien jaar van Bob Dylans carrière bewust te hebben meegemaakt, heb ik “John Wesley Harding” dus pas veel later ontdekt als een prachtplaat. Ook de geschiedenis die achter de totstandkoming ervan schuilgaat, is merkwaardig. Volgens Dylanbiograaf Clinton Heylin is het Dylans meest perfect uitgevoerde album, dankzij een tot het uiterste gedreven soberheid in geluid en tekst. Dylan schreef de liedjesteksten voor het album op een maand tijd en nam de plaat in drie namiddagen op.

Hij vertelde zelf in een interview dat hij een nieuwe manier van schrijven had toegepast: niet teveel woorden gebruiken, geen zin waar je je vinger kan doorsteken, geen opvulregel, elke lijn heeft iets. De teksten bevatten voor het eerst zoveel verwijzingen naar de bijbel. Niet alleen in “All along the Watchtower”. Sommige dylanologen pluisden heel het album erop na. In “The bible in the lyrics of Bob Dylan” vond Colbert S. Wartwright op 38 minuten meer dan zestig citaten terug uit de bijbel. Alleen al in “The Ballad of Frankie Lee and Judas Priest” zaten er vijftien. De bespreking van het album in “Dylan Compleet” draagt als ondertitel: het eerste bijbelse rockalbum.

Maar het is niet het enige kenmerk waarin “John Wesley Harding” een na te volgen voorloper werd. Je vindt op “JW Harding” bijvoorbeeld geen enkel nummer terug met de klassieke strofe-refrein-strofe-structuur. Voor de omlijsting van zijn teksten stelde Dylan simpelweg een bas voor, een drum en een gitaar. Maar toen Bob Johnston, de producer, enkele liedjes had doorgenomen met de schrijver, suggereerde hij er nog een steelgitaar aan toe te voegen. Het geluid op de plaat klinkt daardoor ook als country-rock.

Eigenlijk was “John Wesley Harding” opnieuw een innovatie in de populaire muziek, de zoveelste die Dylan op zijn conto mag schrijven. Maar tegelijk was de plaat, alweer, een breuk met zijn eigen verleden. De plaatopname was anders. Dylan klonk anders. Hij zag er anders uit, met zijn haar korter en verzorgd. In een recordtijd werd de plaat ingeblikt, het leek wel alsof ze gewoon demo’s opnamen. En hoe ruwer, scheen het de muzikanten toe, hoe beter. Hoorde Dylan ergens een foutje, dan lachte hij eens, alsof dat net was wat hij wilde horen.

Op de trein klapte ik mijn boek toe en duwde op replay.

Dit bericht werd geplaatst in Bob Dylan en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie