Lessen in Dylan (8): wie neemt afscheid?

Met It’s all over now, baby blue sluit Bob Dylans plaat “Bringin’ it all back home”. Op basis van de titel lijkt het een afscheidslied. Het plantte een brok in mijn keel en bracht een traan naar mijn oog, in de onmogelijkheid als mijn vriend Raf me had gebracht om er niet geconcentreerd naar te luisteren in die doodstille aula, bij zijn uitvaart.
Ook dit liedje riep destijds heel wat speculaties op over welke vrouw Dylan voor ogen had toen hij het schreef. Geen enkele, volgens hem zelf. Hij dacht aan Baby Blue, een nummer van rock and roll-grootheid Gene Vincent. Een van de beklijvende zinnen uit de tekst is ‘vergeet de doden die je achterlaat, zij zullen je niet volgen’. Het is niet echt een zin die je verwacht bij droevige rituelen als begrafenissen.

Toch bracht het lied me de tranen in de ogen op de uitvaart van mijn onverwacht en veel te overnowvroeg gestorven vriend Raf in de zomer van 2011. Met Raf deelde ik een intensief verleden bij de scouts dat uitgemond was in een levenslange vriendschap. We zagen elkaar nochtans maar enkele keren per jaar. De beste vriendschappen kunnen uit zo’n hout gesneden zijn.

Tot Rafs dood ons scheidde, zochten we elkaar de jaren na de scoutsjaren op onregelmatige tijdstippen op. We fileerden onze levens, filosofeerden over boeken en bewierookten Dylan. Op café, op restaurant, bij de haard, voor, tijdens en na een concert, tegen het eind van de avond beroesd in de nevelen van sigaretten en rode wijn. Toen ik ergens in de tweede helft van de jaren tachtig de interesse in Dylan wat verloren was, hield Raf me bij de les. In de twee decennia die hem restten, liet hij me kennis maken met geweldige platen als “Oh Mercy”, “Time on my mind” of “The Bootleg Series Volume 1-3. Rare and unreleased”.

Het was ergens in 2007 of zo dat we samen naar een concert van Dylan in Vorst-Nationaal gingen. Raf was net de veertig gepasseerd en had groot nieuws. Hij was verliefd op een Anneke, iemand waarvoor hij altijd al een boontje had gehad, en zij voor hem. Maar de tijd was eerder niet rijp of er was geen gelegenheid geweest om een dief te maken.

‘Dat ik zoiets op mijn leeftijd nog mag meemaken’, gibberde hij dankbaar om wat nog moest zijn en in het ongewisse over de korte duur ervan. Enkele weken later stelde hij Anneke aan me voor. Hij had gelijk. Ook op mijn leeftijd, ik was een jaar of drie ouder dan Raf, leek het een eeuwigheid geleden dat ik nog warm was geworden van zo’n waanzinnig verliefd stel.

In de grote zaal van het funerarium op de begraafplaats van Mechelen bleven Dylans zwarte zinnen koppig plakken. De tekst is veel gelaagder dan voor een simpel nummertje over een afscheid. Het lied start met een maning aan de aangesproken baby blue om te vertrekken, in te pakken en liefst snel. Maar de derde regel al nagelt de luisteraar in onbegrip aan zijn stoel: yonder stands your orphan with his gun, crying like a fire in the sun (ginds staat je wees met zijn wapen, wenend als een vuur in de zon).

De tweede strofe gaat verder op die raadselachtige toon: the empty handed painter from your streets, is drawing crazy patterns on your sheets (de schilder uit je straat met zijn lege handen, tekent gekke patronen op je lakens). En verder komt er nog een vagebond aan de deur kloppen, uitgedost in de kleren die je zelf ooit droeg. Het lied besluit met: strijk een nieuwe lucifer aan, begin opnieuw.

Op de titel na is het dus niet echt een lied dat zomaar over afscheid nemen gaat. Het is ookbringinhome een lied over voort doen. Je toekomst niet laten bepalen door je verleden. Niet te stoppen en op te geven, zelfs niet als de heiligen erdoor komen, als de hemel zich onder je vouwt, als het tapijt beweegt, als al je zeezieke zeemannen naar huis roeien.

Nogal wat dylanologen zien het afscheid in dit lied daarom als de prelude van de nieuwe weg die Dylan op de rest van de plaat al inslaat, nog enigszins aarzelend: een afscheid van de vertrouwde folkwereld en de koerswijziging naar rock en blues, elektrisch versterkt.
Op de eerste zeven nummers van Dylans vijfde studioplaat wordt Dylan begeleid door rockmuzikanten. Op de vier laatste speelt zijn akoestische gitaar de hoofdrol. De plaat was de eerste waarmee Dylan in de VS de top tien haalde en zijn eerste album dat in Groot-Brittannië op nummer 1 kwam.

Dit bericht werd geplaatst in Bob Dylan, cultuur, literatuur, vriendschap en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie