Lessen in Dylan (4): Andere tijden

The times they are a-changin’ is een van de liederen die het meest op het lijf plakken van de jonge Dylan. Het was het lied van golven jonge generaties die in de zanger hun woordvoerder zagen. Een protestlied en een strijdlied. Een oproep, een signaal, de uitdrukking van de hoop om de maatschappij en de wereld te veranderen.

Het lied, dankzij de cover van de Nederlandse kleinkunstzanger Boudewijn De Groot in het Nederlands mee te zingen als Er komen anderen tijden, was de titelsong van de derde elpee van Dylan, die officieel uitkwam op 13 januari 1964. Naast dit nummer telde de plaat nog andere songs druipend van engagement, over thema’s als racisme (Only a pawn in their game, The lonesome death of Hattie Carroll), pacifisme (With God on our side) of armoede en sociale verandering (North Country Blues, Ballad of Hollis Brown). Het derde album van Dylan was het eerste dat uitsluitend origineel werk bevatte.

Dylan schreef The times in de herfst van 1963. Hij wilde dat het een groot nummer zou worden, een strijd- en lijflied. In elke strofe roept hij op tot actie. Hij gebruikt bijbelse zinnen (een omdraaiing van de uitdrukking ‘de laatsten zullen de eersten zijn’ in ‘de eerste nu zal later de laatste zijn’, uit het evangelie van Marcus) en het beeld van de zondvloed: het water rondom is gestegen, begin maar te zwemmen of je verdrinkt als een steen.

Maar vooral waar hij bepaalde groepen aanspreekt, krijgt het lied zijn politieke betekenis. Schrijvers en critici worden gemaand hun ogen open te houden en voorzichtig te zijn met hun oordeel. Want het rad draait nog en het is te vroeg om te voorspellen waar het zal stoppen. Of de politici, de senatoren en congresleden, die beter niet in de deur gaan staan of te hoop lopen in de hall. Want buiten woedt een strijd die hun ramen doet rammelen en hun muren daveren.

Vaders en moeders roept de bard op om te stoppen met kritiek te leveren op wat ze niet begrijpen. Want hun zonen en dochters luisteren niet meer naar hen. Hun oude wegen lopen dood. Ouderen die niet willen helpen, worden dringend verzocht niet in de weg te lopen. Vooral die strofe, zo herinner ik me althans, sprak tot de verbeelding van opstandige pubers. Het was een lijflied, luidop gekeeld door tieners die gefrustreerd de trap naar hun kamer op stormden of woedend de deur dicht sloegen als ze thuis hun zin niet kregen.

De politieke situatie in de VS heeft het lied mee zijn glorieuze glans gegeven. Of was het omgekeerd: heeft Dylan razendsnel de buik van de Amerikaanse politiek voelen rommelen? Voor beide stellingen valt wat te zeggen. De eerste uitvoeringen van het lied vielen enkele weken vóór de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy, op 23 november ‘63 in Dallas. En kort nadien stuurden de VS volop soldaten naar Vietnam.

Dylan zong het lied voor het eerst op 26 oktober in de prestigieuze Carnegie Hall in New York, wat illustreerde hoe sterk zijn sterrenstatus op korte tijd was gegroeid. Het publiek maakte op dat concert, drie dagen nadat de opnames voor de plaat waren afgerond, voor het eerst kennis met acht nieuwe nummers van Dylans derde plaat en nog enkele nummers die wel opgenomen werden maar die plaat niet eens zouden halen, zoals het pareltje Seven Curses.

Op een of andere manier voelde Dylan wel meteen aan zijn theewater hoe de moord opjfk Kennedy in het kraam paste van dat groot nummer waarmee hij wilde oproepen tot verandering. Ook Kennedy belichaamde immers verandering, waaraan door de moord een abrupt einde dreigde te komen.

De dag na de moord in Dallas moest Dylan een concert spelen in New York. Hij had er helemaal geen zin in, vertelde hij later. Hoewel hij vreesde uitgefloten te worden, opende hij het concert toch zoals gepland met The times they are a-changin, het al gekende nummer dat nog niet op plaat te beluisteren viel.

Ik probeer me de sfeer in de zaal in te denken, mee te voelen hoe die eerste woorden vielen als een baksteen, Come gather round people wherever you roam, hoe overal de stemmen stokten en de rillingen over de ruggen van het publiek liepen. Het was een voltreffer, bekroond met een staande ovatie.

Nog heel lang daarna bleef het op elk concert zijn openingsnummer. Pas na zijn tour in het Verenigd Koninkrijk in 1965, toen hij tot afgrijzen van veel van zijn fans van het eerste uur naast de vertrouwde akoestische gitaar ook een elektrische bovenhaalde, schrapte hij het strijdlied van generaties een hele tijd van zijn setlist.

Dit bericht werd geplaatst in Bob Dylan, cultuur, literatuur en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie