Lessen in Dylan (3): Alles komt goed

Dub zo niet, alles komt goed. Zo klinkt de titel van Dylans Don’t think twice, it’s all right me comfortabel vertaald in de oren. Ik vind het een van zijn mooiste liefdesliedjes, niet zomaar mooi maar ook met een hoek af en een randje dat kwetst.

Zoals echte liefde, zoals het leven. Odi atque amo. Ik herinner me de Latijnse woorden van Robert Graves uit “Je zegt het”, de roman over het beroemde dichterspaar Ted Hughes en Sylvia Plath waarin Connie Palmen ze heeft afgestoft.

Don’t think twice, it’s all right is een van de meesterwerkjes op “The freewheelin’ Bob Dylan” uit 1963. Dylan zong het voor het eerst in The Gaslight Cafe, een koffiehuis in Greenwich Village. Het café was een magneet voor folkliefhebbers. Columbia Records bracht in 2005 de cd “Live at the Gaslight 1962” uit, met uitvoeringen van tien vroege Dylannummers, waaronder A hard rain’s a-gonna fall en Don’t think twice.

‘Dub zo niet, alles komt goed’ gaat over gemis. Dylan vrijde met Suze Rotolo, die hij had leren kennen tijdens een folkconcert in 1961 in de Riverside Church, een kerk in Manhattan die bekendstaat om zijn sociaal activisme. In zijn autobiografie “Kronieken” beschrijft Dylan het moment waarop hij het toen 17-jarige meisje voor het eerst zag:

‘Vanaf het eerste moment kon ik mijn ogen niet van haar afhouden. Ze was het meest erotische wezen dat ik ooit had gezien. Ze had een lichte huid en gulden haar, volbloed Italiaans. De lucht was plots gevuld met bananenbladeren. We raakten aan de praat en mijn hoofd begon te tollen. Cupido’s pijl was al eerder langs mijn oren gesnord, maar dit keer kreeg ik hem recht in het hart en van de klap sloeg ik steil overboord. (…) Haar leren kennen was als de Duizend-en-een-nacht binnenstappen. Ze had een glimlach die een straat vol mensen kon opvrolijken en ze was extreem levendig, had een apart soort wulpsheid – een tot leven gekomen beeld van Rodin. Ze deed me denken aan een libertijnse heldin. Ze was helemaal mijn type.’ Van een coup de foudre gesproken.

Rotolo had Italiaanse roots. Ze was wat men een rode luier-baby noemde, een kind van linkse ouders die zelfs lid waren van de Amerikaanse Communistische Partij. In het Amerika van rassenongelijkheid, kansarmoede, Koude Oorlog en de heksenjacht op communisten is het geen wonder dat sociale bewogenheid ook het leven van Suze zijn kleur gaf. Suze was via Core (The Congress of Racial Equality) nauw betrokken bij de burgerrechtenbeweging.

De relatie begon toen Dylan nog een nobody was. Van thuis had Suze naast haar sociale bewogenheid ook een grote artistieke interesse en bagage meegekregen. Ze nam Dylan mee naar kunstgalerijen, leerde hem Picasso en Cézanne kennen, liet hem de Franse dichters Paul Verlaine en Arthur Rimbaud lezen, introduceerde het geëngageerd en episch theater van de Duitser Berthold Brecht.

De invloed van Rotolo en wat later ook van Joan Baez op het werk van Dylan spreekt voor zich. Het waren de jaren waarin hij in de sociaal erg geëngageerde buurt van Greenwich Village vertoefde, waar hij vele wereldberoemde protestliederen schreef. De komende twee jaren zou Dylan in het folkwereldje op handen worden gedragen als het geweten van Amerika en zou hij doorbreken als singer-songwriter.

Die metamorfose legde een grote druk op het jonge koppel. Zij volgde haar moeder naar Italië om aan die druk onderuit te komen. Ze ging aan de universiteit van Perugia kunsten studeren en stelde haar terugkeer enkele maanden uit. Dylans roem was inmiddels zo groot dat hij al in Engeland had opgetreden. Na haar terugkeer probeerden ze de draad terug op te nemen. Maar Dylan was inmiddels betoverd door Joan Baez, met wie hij op tournee ging en bij wie hij langere perioden verbleef in Californië. Hij had met Baez waarschijnlijk al een relatie toen Suze zwanger werd van hem. Ze liet de vrucht aborteren. In 1964 ging het koppel uit elkaar.

Veel fans en waarnemers zagen Rotolo als de inspiratiebron voor liefdesliedjes als Tomorrow is a long time of Don’t think twice, geschreven toen Suze in Italië verbleef. De tekst van dat laatste nummer getuigt van een verschrikkelijk gemis, maar bevat ook vele wrokkige frasen die in het geheugen blijven haken, zoals ‘Ik gaf haar mijn hart maar ze wilde mijn ziel’, of de hele slotstrofe: ‘Ik zeg niet dat je onvriendelijk voor me was, het kon beter maar ik vind het niet erg, je verspilde gewoon mijn kostbare tijd, maar denk er niet meer aan, alles komt goed.’

Na de breuk zou Rotolo gedurende jaren alle publieke vragen over haar relatie met Dylan freewheelingtimeuit de weg gaan. Ze werkte wel mee aan “No direction home”, de documentaire van Martin Scorcese over Dylans carrière van ’61 tot ’66. In 2008 verscheen haar “A Freewheelin’ Time: A Memoir of Greenwich Village in the Sixties”. Ook in die memoires probeert ze zichzelf overeind te houden in de schaduw van Dylan, spreekt ze vooral over haar behoefte om haar eigen artistieke creativiteit en politieke integriteit te bewaren.

Ze blijft haar sociaal bewogen zelve waar ze besluit dat de sixties een decennium van zoeken en tasten waren, van rebellie tegen de verstikkende en repressieve politieke en sociale cultuur van het decennium ervoor. Ze besluit: ‘De nieuwe generatie die voor alle commotie zorgde, werd niet gedreven door de markt: we hadden iets te zeggen, niet iets te verkopen.’ Suze Rotolo stierf in 2011 op haar 67ste aan longkanker.

Dit bericht werd geplaatst in Bob Dylan, cultuur, literatuur en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s