Daar zat hij op een vensterbankje van de Vooruit, zwaaiend met zijn gulle lach van zodra hij me zag. Geen teken van wrevel omdat ik zeventien minuten te laat was. Op zijn voorstel hadden we in Gent afgesproken, volgens hem zowat halverwege Kortrijk en Haacht. Ik noemde Gent de nieuwe hoofdstad van de West-Vlamingen en daar konden we ons als Ieperling en Bruggeling best in vinden. Wat me meteen aan hem opviel, was de felle okerkleurige broek waarmee vrouwen die naast een hippe kerel willen worden gezien hun man uitdossen, soms tegen wil en dank. Ik gaf hem een stevige schouderklop en een dikke kus op zijn wang.
Al op het moment dat hij voorstelde om eerst een wandeling door het centrum van Gent te maken, wist ik dat we op het einde van de avond zouden zuchten dat we dat wat vaker moesten doen, afspreken om bij te praten in Gent. We lieten ons veroveren door de historische juwelen van kerken, herenhuizen, pleinen en markten. Het prachtige afdak kreeg onze zegen als noodzakelijk baken van de tegenwoordige tijd in een oude stad die kwijlt van levenshonger. Rondom ons gistte de jeugd feestelijk. Ik zag een jongen en een meisje het hele lange Sint-Pietersplein tuimelen en tollen met een rugzak op hun rug, geflankeerd door lachende schachtmeesters. Om erbij te mogen horen is de jeugd, van Gent tot Syrië, nog altijd bereid dwaze dingen te doen waar wij voor passen, op onze leeftijd.
Op de Korenmarkt haalde hij een herinnering op aan een meer dan dertig jaar oud voorval dat mij indertijd was ontgaan: op dat plein, terwijl we verpoosden van het wetenschappelijk congres van communicatiewetenschappers waarvoor we in groep van Leuven waren afgezakt, maakte zij het eerste demarchetje. Het zou finaal leiden tot een trouwfeest in Schilde en vier inmiddels volwassen kinderen, vooraleer het met het verstrijken van de jaren teloor zou gaan zoals tegenwoordig zovele huwelijken.
Ik vergat hem te vragen waaruit dat demarchetje dan juist had bestaan. Hij had me afgeleid met zijn opmerking: stel je voor, toen reden hier nog overal auto’s. Ik dacht aan Sas van Rouveroij en zei, dat is misschien wel het beste dat Gent aan de liberalen te danken heeft. Maar dichter bij de politiek zijn we niet meer gekomen, wegens een gebrek aan tijd en een teveel aan prioriteiten wellicht.
Als moeders bij een koffieklets overliepen we in het café tussen de studenten de kroost, wij bij wat zware bieren. Twee jongen van zijn al uitgevlogen nest hadden hun onderkomen in Gent. Na wat heen en weer ge-sms nodigde hij zijn dochter met haar vriend uit om even gedag te komen zeggen. Met enige moeite herkende ik in de volwassen Lara nog het vrolijke meisje van jaren geleden, toen we elkaar met ons gezin nog poogden met de regelmaat van een jaar op te zoeken, beurtelings in Ieper en Haacht. Wat een mooie jonge vrouw was ze geworden. Met de fijne, edele trekken van haar moeder en de wat bolle wangen en smalle pretoogjes van haar vader zat ze bij de twee oudste mannen van het café te genieten, haar vriend wat onwennig naast haar.
Haar hele gezicht antwoordde met bewondering, genegenheid en schik als haar vader aan het vertellen ging. Nooit eerder genoot ik zo van een dochter die naar haar vader kijkt als bij deze aanbidding door Lara. Ze studeert Illustratie aan de Luca School of Arts. Wat een goede vader moet hij zijn, dacht ik, voor Bastiaan, Lara, Janne en Lennert. En nu opnieuw voor de onmondige Stan.
Laat op de avond wandelden we terug naar het Sint-Pietersplein. Tot onze verrassing stonden onze auto’s in de 700 plaatsen tellende ondergrondse parking net niet naast elkaar op de min 2. Zelfs de auto’s waren die avond dichter bij elkaar geweest dan we voor mogelijk hielden, na zoveel jaren. Hij zwaaide wild enthousiast bij de splitsing naar Kortrijk. Op de E40 richting Brussel zong ik luidkeels mee toen dat liedje van Talking Heads uit 1978 de auto vulde: Stay hungry! Stay hungry! Stay hungry!
🙂 … Ik zie en hoor je het vertellen! Maar voor zij die je niet kennen, wat is Haacht?
LikeLike
Haacht is natuurlijk de hoofdstad van Primusland!
LikeLike
Mooi geschreven Peter Dejaegher! (Of voor mij beter bekend als het personage ‘Peekes’ uit mijn ouders studenten-verhalen)
Groet,
Bastiaan
LikeLike
Gasten, we worden echt oud! Maar dat hoeft geen probleem te zijn, zolang we maar genoeg andere prioriteiten hebben en niet terug over politiek moeten beginnen zeveren. Veel belangrijker dingen te doen. Bert
LikeLike