Joey, privé in Sourdiou

In twee eerdere blogposts over Bob Dylan heb ik al uitgebreid zijn album “Desire” uit 1976 bewierookt ( Lessen in Dylan 15 en 16). Terwijl het toen vooral ging over “Hurricane” en “Sara”, wil ik het hier even hebben over “Joey”.

We zaten buiten in de schaduw onder het afdak wat te babbelen, vermoedelijk een koude Duvel binnen handbereik. Er viel even een stilte. Joan pakte zijn gitaar en een hoop papieren vellen vast en zei: ik zal “Joey” eens spelen. Hij had me al verteld dat hij dat nummer van “Desire” niet lang geleden pas echt had leren waarderen. Hij sloeg de beginakkoorden aan en zong de tekst van de papieren op tafel af. Hij had de tekst speciaal met een grote letter, punt 16 denk ik, afgedrukt, wat natuurlijk verklaarde waarom er zoveel vellen nodig waren. Born in Red Hook, Brooklyn, in the year of who knows when…

Ik voelde de haartjes op mijn armen recht komen. Joan zong en speelde niet ingetogen maar luidkeels, alsof we alleen op de wereld waren en er niets anders bestond dan zijn stem en die gitaar. Winke lag uit het zicht te lezen aan het zwembad, Bie was met iets bezig in het huis. De stem en de gitaar klonken zo mooi dat er, onmerkbaar achter mijn zonnebril, een traan naar mijn oog kwam, zoals Dylan dat laat gebeuren bij de rechter in “Drifter’s Escape”.

Na enkele bladzijden stopte Joan met zingen. Je moet eens luisteren naar die tekst, zei hij. Het is een geweldig verhaal over een goede schurk. Hij heette Joey. King of the streets, child of clay. Joey, Joey, what made them want to come and blow you away? Wie heel die tekst wil nalezen, twaalf coupletten lang, kan dat online. “Joey” is een lange ballad, elf minuten en zes seconden, nog langer dan Dylans “Hurricane”, dat veel bekendere lied over de zwarte bokser Rubin Carter, falsely tried.

Wat mooi, zei ik. Tranen in mijn ogen. Spijtig dat het zo lang is, antwoordde hij. Als ik het hier in Frankrijk voor een publiek zou spelen, wordt het moeilijk om zo lang de aandacht vast te houden. Want de meeste mensen hier begrijpen die Engelse tekst niet.

Eens terug thuis zocht ik het liedje op, in mijn dikke “Bob Dylan compleet” en ook op internet. “Joey” gaat over Joey Gallo, leerde me mijn eerste bron, een gangster in de maffia van New York in de vroege jaren zeventig. Hij werd vermoord terwijl hij met zijn gezin zijn verjaardag zat te vieren, op 7 april 1972, in Umberto’s Clam House, een Italiaans visrestaurant in Little Italy in Manhattan, New York.

Dylan schreef het lied samen met Jacques Levy, die mee de pen hield voor de meeste nummers van “Desire”. Het duo maakte van Joey Gallo een sympathieke held. Gallo was nochtans beschuldigd van minstens twee moorden en veroordeeld voor meerdere zware misdrijven. Maar het liedje stelt Gallo haast voor als een slachtoffer, een schurk tegen wil en dank die niet van wapens hield en die de aanslag op zijn leven niet verdiend heeft. Dylan oogstte destijds flink wat commentaar voor die geromantiseerde versie van een ordinaire schurk. Lester Bangs, een beroemde popjournalist, noemde het liedje in Creem van april 1976 het stompzinnigste, amoreelste stuk weerzinwekkende romantische rommel ooit opgenomen.

Misschien is die kritiek nog wel een betere reden om het niet te spelen. Niet in Frankrijk, niet elders. Maar ik heb geweldig genoten van die unieke opvoering, onder het afdak op een zomerse dag in Sourdiou, helemaal voor mij alleen.

Dit bericht werd geplaatst in Bob Dylan, cultuur, vriendschap en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Joey, privé in Sourdiou

  1. Anoniem zegt:

    Er is een theorie die stelt dat Dylan met Joey Gallo eigenlijk Jezus bedoelde.

    Like

Plaats een reactie