Marcel en Toon

Soms beleef ik meer plezier aan het herlezen dan aan het lezen van een boek. Het overkwam me met Marcel, de verbluffende debuutroman van Erwin Mortier uit 1999. Herhaaldelijk dacht ik, man toch, dit werkje hoort in de eredivisie van de Vlaamse literatuur, het is van het mooiste dat ooit in het Nederlands werd gepubliceerd. Ik ga er niet uit beginnen citeren, daarvoor moet je het kleinood van amper 142 bladzijden zelf maar eens lezen als je dat nog niet hebt gedaan.

Als op de laatste bladzijden de inhoud van de brief van Marcel van 28 augustus 1943 uit Milowitz wordt geopenbaard, kwam er in mijn keel een krop en in mijn oog een traan.

Erwin Mortier

Erwin Mortier

Nu moet ik natuurlijk wel in een zin samenvatten dat de roman Marcel verteld wordt door de ogen van een jongen die bij zijn grootouders opgroeit, een familie van voormalige collaborateurs waar de grootmoeder de spin in het web is. De familie torst een voor de buitenwereld angstvallig verborgen, wrokkig verdriet om Marcel, de broer van de grootmoeder die als jongeman sneuvelde aan het Oostfront. De bewuste brief van Marcel speelt in de roman een belangrijke rol, maar de inhoud ervan bewaart Erwin Mortier voor de laatste bladzijden.

Bij de eerste lectuur, jaren geleden toen ik nog journalist was, moet ik mentaal zo opgeslokt geweest zijn door de waan van de dag dat ik niet opgemerkt heb hoe enkele regels uit die brief verwijzen naar een stukje weinig gekende Vlaamse Oostfrontgeschiedenis die ik zelf enkele jaren eerder heb mogen optekenen uit de mond van wijlen Toon Van Overstraeten: de historie van de rebellenclub.

Ik heb de jubelende boekbesprekingen van Marcel via de persdatabank Mediargus uitgevlooid, maar nergens las ik een verklaring voor de geheimzinnige en in het boek onverklaard gebleven zinnen waarin Marcel vertelt over weer een eed die de Vlaamse Oostfronters in Milowitz moesten afleggen, ‘rechtstreeks voor den führer’. Marcel zag die eed, samen met enkele andere kameraden, niet zitten. Hij kreeg het stempel van politiek onbetrouwbare (PU of politisch unzuverlässig) in zijn soldatenboekje en werd overgeplaatst naar een eenheid die meteen een marsorder voor het front kreeg.  De lezer van de roman van Mortier beseft dan dat het die inzet was die Marcel zijn leven kostte.

Of de Marcel uit Marcel effectief een van de rebellen was van Milowitz (het huidige Milovice in Tsjechië), zal Erwin Mortier wellicht kunnen vertellen. De verhalen die Oostfronters als  Toon me lang geleden vertelden, hebben mij destijds flink aangegrepen. Ik schreef er een artikelenreeks over in het VU-weekblad WIJ, die later als Terug naar het Oostfront ook in brochurevorm werd uitgegeven en nu beschikbaar is als paperback (http://www.bravenewbooks.nl/books/110883).

Toon, die het als autodidact na de Tweede Wereldoorlog nog tot VU-directeur,

Toon Van Overstraeten

Toon Van Overstraeten

hoofdredacteur van WIJ en zelfs senator schopte, was een van die Oostfronters die op mij een onvergetelijke indruk maakte en voor wie ik een bijzondere sympathie koesterde. Begin 1988 moest ik in het kader van selectieproeven bij hem op gesprek. Tot mijn verbazing feliciteerde hij me omdat ik voor een militaire dienst bij de paracommando’s had gekozen.  Van de vele sollicitaties die ik in mijn leven al achter de rug heb, is er maar één werkgever die dit bij het lezen van mijn CV spontaan heeft gedaan. Ik wist op dat moment nog niet dat hij aan het Oostfront gevochten had, maar dat werd me na mijn aanwerving wel onmiddellijk door anderen verteld, de beschermende hand voor geheimen tegen de mond.

Enkele jaren later stelde Toon me voor om een reeks interviews te doen over de Oostfrontgeschiedenis. ‘Maar om er eerst zelf wat over te leren, moet je het boek van Bruno De Wever lezen’, zei hij.  Zelf wilde hij ook door mij geïnterviewd worden en hij suggereerde nog wat andere namen.

Van zijn persoonlijk verhaal herinner ik me dat hij na de val van Stalingrad in februari 1943 vond dat hij niet langer onverschillig kon blijven. Hij zag geen andere mogelijkheid dan dienst te nemen in het Vlaams Legioen, tegen de wil in van zijn ouders en de invloedrijke Vlaamse leiders die in het vooraanstaande gezin Van Overstraeten kind aan huis waren. Toon loog zelfs over zijn leeftijd (hij was nog geen 17) om toch maar te kunnen vertrekken.

Maar eigenlijk wilde hij via mij vooral de geschiedenis van de rebellie tegen de eed op Hitler onder de aandacht brengen. Die nieuwe eed was het gevolg van de ontbinding van het Vlaams Legioen, dat in Milowitz omgedoopt werd tot SS –Sturmbrigade Langemarck, een reguliere eenheid in de Waffen SS.

Vlaamse Oostfronters verzetten zich daartegen op allerlei manieren. Ze schakelden hun VNV-leiders thuis in, tevergeefs. Ze weigerden de Vlaamse leeuwtjes van de mouw van Vlaams legioenhun uniform te halen. Ze complotteerden in geheime vergaderingen om ludieke acties te voeren. En dan, in formatie aangetreden met de volledige stormbrigade, weigerden honderden opeens de arm te strekken bij de eedaflegging. Daar bovenop vertikten nog tientallen het om hun handtekening te zetten onder de eed, op het bureau van hun Spiess (de CSM) en onder het toeziend oog van een nazi-gezinde Vlaamse officier.

Het was voor mij al moeilijk te begrijpen waarom in de Tweede Wereldoorlog  Vlamingen meenden aan het Oostfront te moeten vechten voor een vrij Vlaanderen en tegen het bolsjevisme. Maar nog altijd vraag ik me af waar die rebellen de moed vandaan haalden om zich in november 1943, in die autoritaire militaristische en dictatoriale omgeving, op een plaats zo ver van de Vlaamse heimat, op die manier te blijven verzetten tegen iets futiels als een nieuwe eed.

Was het de illustratie van een lovenswaardige beginselvastheid van caracteriels? Was het overmoed? Verdwazing? Het was alleszins een bijzonder effectieve indoctrinatie, misschien wel van het gehalte dat Vlamingen vandaag naar de hel van Syrië voert.

Marcel. Erwin Mortier. Uitg. Meulenhoff, Amsterdam, 1999, 142 blz.

Dit bericht werd geplaatst in geschiedenis, literatuur en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Marcel en Toon

  1. Peter zegt:

    Vroege vogel

    Verstuurd vanaf mijne super coole iPhone

    Like

  2. Bert Barmans zegt:

    Pekes, ben blij dat je de link naar Syrië durft leggen. Velen komen daar niet aan toe, maar vergeef mij misschien mijn onwetendheid, ik zie op het eerste zicht weinig verschil tussen deze jongens en oostfronters. Bert

    Like

Plaats een reactie