Dinsdag is de lastigste dag van de week. Zeker in de wintermaanden. Het begint al ’s morgens vroeg. Iedereen werkt op dinsdag of moet naar school. Maandag en vrijdag zijn de populairste werkdagen om verlof te nemen. Woensdag is het interessantst om thuis te blijven omdat de kinderen ’s namiddags vrij hebben. En wie echt een lang weekend wil, durft al op donderdag zijn kiel aan de haak hangen.
Maar op dinsdag is heel Vlaanderen in het getouw. En van ’s morgens vroeg onderweg. Zelfs de gepensioneerden gaan dan het liefst dagtrippen. Want dan zijn alle bezienswaardigheden, ontspanningsoorden of winkelcentra zeker open. Dat laat zich voelen: de trein heeft onvoldoende zitplaatsen. Op de bussen is het drummen. Langs de wegen staan de langste files. Bovendien vergroten de donkere ochtend en de hoge kans op slecht weer in de winter het risico op een verkeersinfarct.
Als je dan opgenaaid op je werk arriveert, stel je altijd weer vast dat de dinsdag de nucleus van de werkweek is. Die dag vinden de belangrijkste vergaderingen plaats. De grootste druktemakers trekken alomtegenwoordig de aandacht van het grootste publiek. De beslissers nemen beslissingen want de uitvoerders kunnen zich niet verschuilen achter hun afwezigheid.
Ook om anderen redenen is dinsdag fysiek en psychologisch de zwaarste werkdag. De goede moed of frisse tegenzin waarmee op maandagochtend de week is aangevat, zijn uitgewerkt. Op dinsdag is de werkweek dan nog het langst. ‘s Woensdags hoor je al zuchten, eindelijk halfweg. Op donderdag komt de vrijdag piepen, met het weekend dat ’s avonds begint. En vrijdag begin je uit te bollen.
Om mijn dinsdagblues verteerbaar te maken, heb ik er wat op gevonden. Ik ga dinsdagavond op café met vrienden. Dan heb ik op dinsdagochtend, als mijn wekker afloopt en ik me uit mijn bed trek, toch iets om naar uit te kijken. Bovendien, als heel Vlaanderen zich na de zwaarste dagtaak afgepeigerd voelt, moet de horeca niet gespaard blijven.