Ondergronds Brussel tussen het Centraal Station en de Koloniënstraat

Als je in de lokettenzaal van het Brussels Centraal Station kiest voor uitgang Kantersteen, beland je in een lange onderaardse gang die naar de metro leidt en een bovengrondse uitgang heeft aan de Koloniënstraat. Vroeger stonk die gang naar urine. Vandaag verstoppen hardboard-platen met grote reclameaffiches van Beliris langs één zijmuur de lopende renovatiewerken. Zeker de pendelaars die ’s ochtends vroeg hun overvolle warme trein uitstappen, krijgen indien ze dat wensen nog eventjes, al is dat een relatief begrip in spooromgevingen, de kans om de ontwakende onderkant van een grootstad in ogenschouw te nemen, met echte bedelaars, straatmuzikanten, daklozen en landlopers.

De meeste pendelaars die in de vroegte de machteloze grootstad  binnenstromen en in de avondspits opnieuw ontvluchten houden slechts vanuit een ooghoek bij hun gezwinde onderaardse op- en afmars het leven in de gang in de gaten.  Natuurlijk kijken ze altijd uit naar die Brusselse zalmen die tegen de stroom in zwemmen, slalommend, zoals mensen soms snelsnel nog een trein willen halen die wellicht toch vertraging heeft. Forenzen haasten zich om de haven van hun bureau te bereiken. Een oponthoud als een uitgestoken kartonnen bekertje of de omgekeerde hoed van een aan lager wal geraakte muzikant past niet in hun strakke tijdschema.  Ze zijn voortdurend bedacht voor een storende struikeling,  over een paar onderuit gezakte benen van een tegen de muur geleunde loser, over wat slordig door de fluogroene straatvegers bijeen gekeerd afval,  over smerige daklozen die onder vettige dekens hun roes uitslapen.

Spijtig. Wie het leven in de gang met wat meer interesse gadeslaat, kan vaststellen dat het vrij goed georganiseerd en gestructureerd verloopt,  een beetje zoals de meeste zaken waar de natuurlijke ordening de kans krijgt zich te zetten zonder inmenging van overheden of ambtenaren.

Het eerste dat opvalt, is dat de gangbewoners vaste plaatsen innemen.  Ze gedragen zich wars van gêne voor de voorbijgangers die hen geen blik waard achten, wars van belangstelling voor een menselijke ondersoort. Als een voorkomende ambassadeur groet aan de ingang een vroegoude man van op zo’n stoel waarop ik als kind in de klas zat de dagelijkse gasten van Brussel. ‘Bonjour!’ klinkt het opgewekt uit zijn door tandenloosheid supermobiele mond, maar alleen voor de passanten die zijn oogcontact niet uit hun blikveld sluiten.  Soms houdt naast hem een zwarte de wacht met een oranje hartjesvormige zonnebril op en het rastakapsel verborgen onder een grote grijze muts.

Verder ligt een vijftal landlopers op een kluitje. De eerste, een langslaper of een slechte opstaander, ligt nog onder een deken met een luipaarddessin.  Soms slapen ook anderen langer, zoals de vettige haardos die onder het smoezelige oranje deken uitsteekt. Drie andere mannen met baarden zitten rustig wakker te worden rond een halfliterblik bier van een Duits merk. Ik wed dat het ook in mijn eigen Aldi wordt verkocht.  Een van hen steekt de half opgerookte peuk van een zelf gerolde sigaret tussen zijn lippen. Hij vraagt een van zijn kompanen vuur. Hun dekens en slaapzakken liggen nog op een hoop. De grillpan met een tefallaag waarin wat kopergeld blinkt is een vreemd lichaam buiten de kring van waaruit ze de pendelaars onverschillig aankijken. Wie kijkt neer op wie?

Enkele meters dieper in de gang ligt nog een slaper, eenzaam in zijn khaki slaapzak. Ik vermoed dat hij geen habitué is. Naast hem staat recht als een soldaat een keurig donkerblauw reiskoffertje dat  zonder twijfel binnen de afmetingen past die Ryanair eist voor handbagage.  Een toerist?

In een zijgang rechts vertelt een straatveger een mop aan een landloper die zijn hebben en houden in een winkelkarretje heeft verzameld. Na die zijgang slaat een andere haveloze een praatje met twee honden op een deken. Ze houden zich even koest als de twee dwergkonijnen ernaast.

Vanaf dan schettert muziek. Vervelend schelle zigeunermuziek van een accordeon betokkeld door een mistroostige muzikant. Hij staat er elke dag. Als er naast hem een andere straatmuzikant op een viool fiedelt, is de accordeonist al wat opgewekter. Maar pas als hij begeleid is door zijn orkest van een viool, twee klarinetten, een djembe en een bas, lees je op z’n gezicht de glunderende verwachting. Het wordt een goede dag! De laatste dakloze vijf meter hoger in zijn slaapzak, doet koppig alsof hij door het lawaai heen slaapt.

Na de marteling voor de oren geuren de croissants. De lichte vloer gaat nu over in antracietgrijze tegels die klimmen naar een ruime ondergrondse hal. Vandaar kan je de metro nemen, geld pinnen op één van de vier belfius-automaten in het gelid, een broodje kopen bij de Breakpoint of sigaretten en de Humo in de Relay. Of je kunt de trappen op naar de Koloniënstraat, het daglicht en de verse Brusselse lucht in.

Buiten, boven de mensen onder de grond tussen het Centraal Station en de Koloniënstraat, denk ik aan het prachtige lied This Depression. Ik heb het ontdekt op Wrecking Ball, de jongste cd van Bruce Springsteen. Die heb ik zonder verpinken gekocht van zodra ik hoorde dat The Boss naar TW Classic komt.  Wat er ook gebeurt, welke zotte kosten ik ook moet doen, ik ben vast besloten de warme magie van Springsteen nog eens te ondergaan. En dan kan ik maar beter zijn nieuwe nummers kennen.

This is my confession, I need your heart in this depression, I need your heart, sleept Springsteen je mee. De beelden van de onderaardse gang zouden de perfecte clip voor het lied vormen. Ik besef, mijn hart kunnen jullie misschien krijgen, gedurende de tijd om die gang door te steken, maar niet mijn aalmoes, oh nee, daar begin ik niet mee, want waar stopt het dan? Ik denk soms als een echte pendelaar.

 
 
Dit bericht werd geplaatst in Brussel en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s