De man laat de naald op het vinyl zakken en een nostalgisch gekraak vult de schouwburg. Bij de eerste pianotoetsen en het getokkel op een akoestische gitaar komt de vrouw in beweging. Seen the arrow on the doorpost, zingt Bob Dylan melancholiek in de luidsprekers, saying “This land is condemned, all the way from New Orleans to Jerusalem”.
Zo beschreef ik het begin van de voorstelling “Lisbeth Gruwez dances Dylan” van Voetvolk. Kippenvel, kreeg ik ervan, toen Maarten Van Cauwenberghe de plaat opzette en Lisbeth Gruwez erop begon te dansen (https://peterdejaegher.com/2016/12/11/dylan-kraakgaaf-gedanst/).
Die eerste zinnen zijn de aanhef van “Blind Willie McTell”, een lied over de zwarte blueszanger en gitarist uit de Amerikaanse staat Georgia. McTell overleed in 1959, toen een kerel van een jaar of achttien die geboren was als Robert Zimmerman zijn naam nog niet in Bob Dylan had veranderd.
De melodie is gebaseerd op een oude blues. Dylan speelt piano en Mark Knopfler van de Dire Straits begeleidt hem op een twaalfsnarige akoestische gitaar. Het pareltje werd in 1983 opgenomen tijdens de opnamesessies voor Dylans plaat “Infidels”. Maar het werd uiteindelijk niet geselecteerd. Dat overkwam wel meer fantastische nummers van Dylan. Maarten Van Cauwenberghe vertelde me dat het gerucht de ronde deed dat de reden voor het weren van zo’n hoogtepuntje uit Dylans carrière een akkefietje was met Knopfler.
“Blind Willie McTell” groeide doorheen de jaren uit tot een nummer dat vooral Dylanspecialisten een van zijn allersterkste noemen. Raf leerde het me kennen. Hij hield ervan het te beluisteren op het houten terras van zijn chalet op het Fort in Sint-Katelijne-Waver. Na een zwoele zomerdag bij valavond uitkijken over het water, een glas rode wijn in de hand, de vogels als achtergrondkoor en Bob Dylan die “Blind Willie” zingt op de voorgrond, verstaanbaar maar niet te luid. Wat heeft een mens meer nodig om zich gelukkig te voelen.
Pas toen Dylan hoorde hoe The Band zijn “Blind Willie” op concerten coverde, begon hij het zelf ook live te brengen. Het publiek stond versteld van dat prachtige onbekende lied. Uiteindelijk kwam het gelukkig toch nog op een bootleg. Het twaalftal officiële bootlegs die Dylan uitbracht (naast de vele illegale die er in zijn lange carrière op de markt zijn gekomen) waren een middel om de fans eens iets anders te geven dan normale studioplaten.
Hij viste dan ‘zeldzaam en ongepubliceerd werk’ op, onbekende versies van bekende liedjes, of nooit eerder gepubliceerde juweeltjes. “Rare and Unreleased 1961-1991” en “Tell Tale Signs: Rare and Unreleased 1989-2006” zijn zo’n fantastische verzamelaars. Of hij maakte een bootleg om de soundtrack van een film (“No Direction Home”) of een spraakmakend live concert (“Live 1966: The Royal Albert Hall Concert”, “Live 1975: The Rolling Thunder Revue” en “Live 1964: Concert at Philharmonic Hall”) uit te brengen.
“Oh Mercy” was bijvoorbeeld een prachtplaat, zo schreef ik al. Maar had die niet nog mooier kunnen zijn, als Dylan op het allerlaatste moment niet had beslist om “Series of Dreams” en “Dignity” te schrappen? Gelukkig werden deze nummers, net als “Blind Willie Mc Tell” opgevist op bootlegs.
Het magistrale tumult op “Series of Dreams” werd nadien nog in een andere versie uitgebracht. Ook over de video die over het lied werd gemaakt, is nog veel te doen geweest, las ik op de blog van Tom Willems (http://bobdylaninnederland.blogspot.be/). De liedtekst is voor een keertje niet zo bijzonder vind ik, al bleven van bij die eerste luistering van de indrukwekkende muziek deze woorden meteen bij me hangen: ‘Dreams where the umbrella is folded into the path you are hurled; And the cards are no good that you’re holding; Unless they’re from another world’.
Op die bootleg staat nog een bijzondere versie van een ander bloedmooi nummer dat ik al vermeldde: “Every grain of sand” van op de christelijke plaat “Shot of Love” uit 1981. Op de “Bootlegseries Vol. 1-3” plaatste Bob een merkwaardige, oudere versie uit 1980, met Jennifer Warnes als backing vocal. Op de achtergrond hoor je ineens de hond van Bob Dylan blaffen. Tot haar verbazing, zo vertelde Warnes later, kreeg ze van Dylan gewoon de tekst in haar handen, zong Dylan het lied één keer voor en zei hij dan: Ok, laat het ons eens proberen. Die versie zette hij jaren later op plaat.
“Dignity” dat andere prachtige nummer dat van “Oh Mercy” werd geweerd, dook weer op in 2008, op “Bootleg Vol. 8, Tell Tale Signs”. Het opgewekt-schampere lied met zo’n vijftien coupletten, blijft ook in mijn herinnering steken, met die ‘Fat man lookin’ in a blade of steel; Thin man lookin’ at his last meal; Hollow man lookin’ in a cottonfield; For dignity’.