Bij het opruimen van een kast waarin nog oude spullen zaten, vond mijn moeder een bruine lederen brievenportefeuille terug van mijn vader zaliger. Er zaten wat officiële documenten in, een speelkaart, een krantenknipsel over wat de ogen over een mens verraden en een met de hand overgeschreven uitleg bij handlijnen.
Wat hield mijn vader toch allemaal bij, in die oude portefeuille. Die speelkaart. Bij nader toezien moet het een goochelkaart zijn. Er staan schoppen op. Twee aan de ene kant (met een ontbrekende op een plaats waar ze staan bij een kaart met drie schoppen) en vijf aan de andere kant (met een ontbrekende op een plaats waar ze staan bij een kaart met zes schoppen). Maar wat zou de truc zijn? Tenzij bij iemand op basis van deze informatie een belletje gaat rinkelen, heeft mijn vader hem mee in zijn graf genomen.
De hele inhoud van de bruine portefeuille, zo leid ik af aan de gedateerde documenten, dateert uit de tijd dat hij werkte als zeeman, vóór hij in het huwelijksbootje trad. Tot hij op zijn zestigste onverwacht overleed, heeft hij die bruine portefeuille dus nooit leeg gemaakt. En nu komt die zachte bruinlederen brieventas terug boven water.
Wat hij heeft bewaard, zegt iets moois over hoe mijn pa zichzelf als jongeman zag. Hij wilde blijkbaar wel eens de show stelen met een goocheltrucje. Ook het knipsel “Dit verraden uw ogen” en het handgeschreven papier “Handleidkunde”, verklappen dat hij al eens leuk uit de hoek wilde komen in gezelschap. De handgeschreven tekst staat op briefpapier van de Compagnie Maritime Belge (Lloyd Royal), gevestigd in 61, Rempart Sainte Catherine, Anvers. Mijn vader werkte voor die Antwerpse reder, in dat Belgique à papa dat vandaag al zowat een halve eeuw achter ons ligt, voor het laatst als officier ter lange omvaart op de Montalto (zie https://peterdejaegher.com/2014/04/15/montalto/).
Bij nader toezien wilde mijn vader eigenlijk niet in om het even welk gezelschap de interessante uithangen. Hij wilde blijkbaar vooral in vrouwelijk gezelschap de olijkerd zijn, met zijn weetjes over “handleidkunde” in plaats van handlijnkunde, die het alleen hebben over de liefdeslijn op de handen van vrouwen. Om alles wat aanschouwelijker te maken, heeft hij bij de verschillende types van liefdeslijnen die hij (of waarschijnlijker: de bron waarvan hij zijn “Handleidkunde” heeft overgeschreven) onderscheidt, tekeningetjes toegevoegd van de hand met de lijn in kwestie erop getekend. Mijn vader kon helemaal niet tekenen, dat is duidelijk.
De liefdeslijn die op mijn hand van toepassing is, staat beschreven onder nummer één en kreeg als onderlijnde titel mee: gelukkig in de liefde. “De bovenste vd 3 grote lijnen in je linkerhand is de liefdeslijn”, zegt de tekst. “Als die lijn begint tussen wijs- en middelvinger ben je gelukkig in de liefde. Geld is voor jou niet belangrijk; je maakt met een opgewekt gezicht wat er van te maken valt. Je zult gelukkig zijn met de man van je keuze.” Het zou voor mij nog kunnen kloppen ook, moest mijn gezicht altijd opgewekt zijn en moest ik op mannen vallen. Ik ga het papier alleszins niet weggooien.
Net zomin als het krantenknipsel met als titel “Dit verraden uw ogen”. Dit knipsel maakt geen onderscheid tussen de ogen van een man en die van een vrouw. Dit staat er voor mijn “kastanje- of nootbruine ogen: vastberadenheid en intelligentie, die nooit oppervlakkig is.” Toch iets waar ik mee buiten kan komen, papa!
Pingback: De sextant | Peter Dejaegher