Notities uit een koffiebar (2): OR

Al vroeg in de ochtend is Brussel klaar voor de eerste soldendag. Om acht uur zie ik door de wijd open staande deuren van de Primark in de Nieuwstraat het personeel in de winkelhall samen troepen voor een briefing over de “operatie solden”.

Ook andere winkels en de stadsdiensten leggen de laatste hand aan de voorbereidselen op de verwachte toestroom van kooplustigen. Er zijn plastieken vuilzakken bevestigd aan de ijzeren die er staan. Winkeljuffrouwen vervangen de reclame voor de koppelverkoop op de vitrines door grote stickers met solden op.

Enkele uren later moet ik door de consumentenzee waden voor een afspraak met mijn dochter Winke in koffiebar OR, in de Ortsstraat. Het is een van de twee Brusselse vestigingen van de vier koffiehuizen, een onderdeel van een hele koffiegeschiedenis die twee Oost-Vlaamse IT-specialisten in 2001 tot leven wekten. De andere twee OR-koffiehuizen bevinden zich in Gent.

Het doorkruisen van de drukke binnenstad doet me vijf minuten te laat komen. Mijn dochter heeft op de bovenverdieping van OR een van de laatste vrije tafeltjes ingepalmd. We moeten terug naar beneden om onze bestelling aan de toog te doen. Ik vraag me al af of zoiets kenmerkend is voor koffiebars. De menukaart is alleen beschikbaar in het Engels. Zoals alle boodschappen aan de klanten die op de muren hangen. En nog een gelijkenis met Velvet: ook in deze zaak verkopen ze een rijk assortiment aan koffie in papieren zakken.

Winke neemt een matcha latte, gestoomde melk op een groene Japanse matcha thee, met een toast van avocado met schapenkaas en seizoenstopping. Ik neem een cappuccino en een toastie met cheddarkaas, ham en huisgemaakte chutney. Samen kost die lunch 24 euro.

Als we terug de trap op klimmen, neemt Winke eerst nog een gratis glas water van het kraantje mee. Ik schud mijn hoofd kort en krachtig als ze vraagt of ik ook wat wil. Het personeel bestaat uit Vlamingen. We horen onze moedertaal overal in de koffiebar, zowel boven als beneden. Op enkele Franstalige en Engelstalige tafeltjes na.

Het cliënteel is overwegend jong en vooral hip gekleed. Ook hier zitten opvallend veel singles te computeren, over een smartphone te wrijven of te lezen. Als ik het boven te warm krijg en mijn sweater uittrek, zegt mijn dochter met een berispende ondertoon dat ik wellicht de enige man in deze hippe buurt van Orts- en Dansaertstraat ben die zijn T-shirt nog in zijn broek stopt. Ik haal mijn schouders op.

Een jonge vrouw met een minirok in jeansstof, zwarte nylons en het dikke haar opgestoken tot een groot vogelnest komt de trap op. Kijk nu, fluister ik tegen Winke, Lize Spit komt binnen. Discreet kijkt Winke achterom. Ze checkt haar smartphone en knikt bevestigend. Zij is het inderdaad, zegt ze. Zal ik vragen of we met haar op de foto mogen, stel ik voor. Ben je gek, antwoordt ze. De schrijfster heeft zich bij andere klanten aan de familietafel gezet en een klein notebook uit haar grote handtas gehaald. Ze zet een hoofdtelefoon over haar oren waarvan de brug netjes voor het vogelnest past. Ze slaat druk aan het tikken.

Koffiebar OR zit nu bomvol. Het is wachten op onze toasts. Winke vertelt dat ze in deze bar met haar vriendin Gallia afsprak om hun reis naar Louisiana voor te bereiden. Onze drankjes zijn al lang op als een dienster na een half uur de toasts brengt. De drie personeelsleden blijven vriendelijk terwijl ze zich door de vandaag wellicht nog drukkere middagservice worstelen. Winke gaat als toetje nog een stuk frambozentaart halen dat we delen. Ze brengt nog een cappuccino mee voor haar en een espresso voor mij. Ze heeft de espresso gekozen met een nasmaak van noten, vertelt ze. Haha, dat zal wel, denk ik. Ik ruik ze al, grap ik.

Ik werp de vraag op waarom koffiebars zich zoveel inspanningen getroosten om het vegetariërs naar de zin te maken. Omdat koffie en thee natuurlijke plantaardige producten zijn die heel veel zorg behoeven en variatie kennen? Omdat vooral jongere mensen die meer dan ouderen vegetarisch zijn, naar koffiebars komen? Omdat die bars zich vooral in jonge, hippe buurten van diverse steden nestelen? Omdat de uitbaters van koffiebars doorgaans jonge, hippe en vegetarische mensen zijn? Omdat speciale koffies en theeën drinken, tegenwoordig gewoon in is?

We geraken er niet zo direct uit, maar verschillen ook niet volslagen van mening. Als we koffiebar OR verlaten, zie ik op het terras van de bar Marc Didden druk zitten doen. Hij wrijft over een telefoon en houdt hem dan tegen zijn oor. Mijn dochter kent hem niet. Hij is de peetvader van de Belgische rockjournalistiek, zeg ik. En zoveel meer: regisseur, scenarist, columnist, publicist, Brusselkenner,… En Dylankenner bovendien, vergeet ik haar nog mee te geven.

Een beetje verder passeren we een muziekwinkel vol oude vinyl die terug hip is. Ken je dat liedje niet, vraagt Winke. Ik spits mijn oren. Ik gok op CCR, maar vergis me. Nee, verbetert Winke me: The Hollies! Long Cool Woman in a Black Dress! Het is een van mijn favoriete nummers, zegt ze. Ah ja natuurlijk, probeer ik mezelf uit mijn moeilijk parket te bevrijden. Een liedje uit het begin van de jaren zeventig. Bijna een kwarteeuw voor zij geboren werd, bedenk ik. Toen mijn moeder tegen mij zei: en steek je hemd in je broek!

Dit bericht werd geplaatst in Brussel, familie, vrije tijd en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s