Tussen twee woeste kapen op de uiterste westpunt van Bretagne ligt in een godvergeten streek een prachtig strand. Het draagt een angstaanjagende naam, la baie des Trépassés, de baai van de Afgestorvenen. Een gedroomde plek voor een fikse natuurwandeling, een zonnebad of een zwempartij.
We waagden ons twee keer langs de steile kliffen van Bretagne. Uit een gidsje met 50 wandelingen* kozen we twee van de mooiste maar redelijk zware wandelingen. Met z’n vieren trokken we naar Cap Fréhel en Fort La Latte aan de Côte d’Emeraude nabij Plévenon, 4 uur en een kwartier staptijd, dus zonder rustpauzes. En enkele dagen later deden Winke en ik er nog de Pointe du Raz, Pointe du Van en Baie des Trépassés bovenop, 5 uur en een half staptijd.
Langs hoge rotsen liepen we telkens een stuk in het spoor van de lange GR (Grande Randonnée) die de kustlijn volgt. Om de cirkels rond te maken stuurt het gidsje de wandelaar langs niet of slecht bewegwijzerde plattelandswegen over akkers en natuurgebied en door enkele gehuchten waarvan de naam alleen in het Bretoens bestaat. Zelfs zonder de aanbevolen stafkaarten, liepen we als doorgewinterde scouts natuurlijk niet verloren.
Aan Cap Fréhel en het Fort La Latte in de buurt van Saint-Malo in het noorden van Bretagne was de drukte het grootst. Een betalende parking stort de toeristen uit in de richting van de twee vuurtorens van de kaap, een oude van 1650 nog gebouwd door Vauban, de beroemde vestingbouwer-generaal-architect van koning Lodewijk XIV, en een recentere van 1950. Het Fort op een stuk rots in zee is bereikbaar na een uur of twee stappen, of met de auto via een klein departementalleke buiten het beschermd natuurgebied van de kapen langs het binnenland.
De toeristen komen er de sensatie beleven van de golven die bij opkomend tij 70 meter dieper stukslaan op de rotsen. Ze turen naar de kunsten van drieteenmeeuwen, aalscholvers, zeekoeten of papegaaiduikers in het vogelreservaat of genieten van het prachtige natuurgebied met zijn steekbrem, heide, manshoge varens, grassen, doornstruiken en korstmossen. Toen we op de terugweg langs het binnenland tussen honderden hectaren heide liepen, ontvouwde zich voor onze ogen een uniek kleurenpalet van een azuren hemel met ver weg nog wat wolkjes, een groenblauwe zee, donkerrode, zwartgrijze en okeren rotsen en rondom stralende erica en brem in alle tinten paars en geel.
Het Fort op de punt van een rots in zee, bereikbaar over twee ophaalbruggen, kan je bezoeken voor 5 euro. Het dateert uit de veertiende eeuw en werd in de 17de eeuw verbouwd, zonder zijn middeleeuws aura te verliezen. In de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland, wisselde het kasteel na belegeringen enkele keren van kamp. De vesting spreekt ook tot de verbeelding van cineasten. Hoewel de burcht ten tijde van de Noormannen nog niet bestond, diende ze bijvoorbeeld als decor voor de film The Vikings uit 1958, met o.a. Kirk Douglas, Tony Curtis en Janet Leigh.
Volgens de Groene Michelingids van Bretagne trekt de Pointe du Raz, een van de twee in het uiterste westen gelegen kapen die de baai van de Afgestorvenen omprangt, jaarlijks bijna een miljoen bezoekers. De gids noemt de ansichtkaart van de kaap waarop de zee woest inbeukt het bestverkopende plaatje van Bretagne. Om dat zou te houden, waakt de overheid streng over het natuurbehoud en de bescherming van de site. Daarvoor werden op het eind van de jaren negentig zelfs twee hotels afgebroken en handelszaken verplaatst. De parking werd een kilometer meer landinwaarts ingericht.
Toen wij het schouwspel van de stormende zee tegen de kust wilden gadeslaan, waren er lang niet zoveel andere toeschouwers te bespeuren dan aan Cap Fréhel of het Fort La Latte. Ook de zee hield het rustig als een spiegel flimmerend en flikkerend in de aangename zomerbries onder de gulle zon en stralende hemel. Van aan het standbeeld van Notre Dame des Naufragés, Onze Lieve Vrouw van de Schipbreukelingen, zie je het Île de Sein liggen.
Aan de andere kant van de baai met de droeve naam weerstaat de Pointe du Van met zijn granieten kracht de zee. Dat die krachtmeting al eeuwen mensen heeft geïntrigeerd en geïnspireerd, merk je aan de Sint-Theykapel uit de vijftiende eeuw en wat verder aan de sporen van een nog veel ouder Keltisch oppidum.
Langs de smalle asfaltweg die de baai van de Afgestorvenen voor auto’s bereikbaar maakt, heeft de Franse overheid wel nog twee hotel-restaurants toegelaten om hun succes te beproeven op deze plaats die de meeste dagen van het jaar een eenzaam en stormachtig trekgat moet zijn. Winke en ik kiezen voor het strand van om ons lunchpakket op te eten en even in de zon te liggen. Hier en daar picknicken nog wat GR-lopers, aan de omvang van hun rugzakken te zien al dan niet op meerdaagse tocht.
We kijken geboeid toe hoe de leerlingen van de surfschool glijdend over de grote golven zo lang mogelijk hun evenwicht proberen te bewaren. Ze dragen allemaal wetsuits. Het zeewater is te koud om er lang in te verwijlen. Als ik, door mijn dochter uitgedaagd, na een duik in een hoge golf bijna verrast wordt door een surfplank tegen mijn hoofd, heb ik het goede excuus om de ijzige zee fluks weer te verlaten. Zeker na zo’n wonderlijke wandelingen heb ik nog geen zin om die Afgestorvenen te vervoegen.
* Bretagne van Mont-Saint-Michel tot Saint-Nazaire, Thomas Rettstatt, Rother Wandelgidsen, Elmar, 2015, € 16,95, verkrijgbaar bij AS Adventure-winkels.