Een wereld zonder cultuur

(Vorig jaar publiceerde minister Sven Gatz een boek over cultuur. In die “Bekentenissen van een cultuurbarbaar” mocht ik mijn alter ego de Grijze Man introduceren, die aan het einde van elk hoofdstuk zijn bedenkingen formuleerde. Lezers van deze blog kennen de Grijze Man al langer. Maar de columns uit de Cultuurbarbaar plaatste ik nog niet eerder op deze site. Daar breng ik vanaf vandaag en de daarop volgende zeven maandagen verandering in. Wie bij het lezen zin krijgt om ook het eigenlijke hoofdstuk te lezen, vindt onderaan deze blogpost de link om het boek te bestellen.)

Via de uitgang Magdalena loopt de Grijze Man ’s morgens vroeg het Station Brussel-GATZ coverCentraal uit richting Koolstraat 35, naast het Brusselse Martelarenplein, waar zijn werk op het kabinet van de minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel hem opwacht. Hoe zou een wereld zonder cultuur eruitzien, vraagt hij zich af.

Voor hem beneemt de Sint-Magdalenakapel het uitzicht op de Grasmarkt en het stadscentrum. De Grijze Man neemt de bijna hoger dan lange gotische kapel die oorspronkelijk deel uitmaakte van een dertiende-eeuws klooster goed in zich op. Voor een kapel is het wat groot uitgevallen, vindt hij. Maar het is wel mooi, met dat vriendelijke achthoekige torentje erop. Pas als je vanuit de richting van het station de kerk voorbijloopt, kan je het barokke voorportaal bewonderen, dat naar de Grasmarkt is gericht. De Grijze Man wedt dat veel pendelaars die zo de stad instromen, het barokportaal nog nooit deftig hebben bekeken.
Op de Grasmarkt staat aan café Rubens het voetpad vol met tonnen bier. De brouwer is Karel Bulshet café aan het bevoorraden. Een vrachtwagen van een firma van bouwmaterialen uit Ninove zoekt aarzelend zijn weg over de smalle weg rond het plein. De punten van de snor van burgemeester Karel Buls, glimmend van het vele wrijven, blinken in de straatverlichting.
De Grijze Man bedwingt de aandrang om over de punten te wrijven. Hij herinnert zich dat deze liberale burgemeester ook goudsmid en schooldirecteur was. In het verfransende Brussel van de negentiende eeuw bouwde hij een net van overheidsscholen uit waarin ook het Nederlandstalige onderwijs een plaats kreeg. Hoe zou het met het Nederlands in de hoofdstad zijn gesteld, vraagt hij zich af, zonder dat initiatief van Karel Buls? Bovendien richtte Buls de Koninklijke Vlaamse Schouwburg op, waar hij koning Leopold II voor het eerst in de geschiedenis van zijn koninkrijk op een Nederlandstalige toespraak trakteerde.
In de Koninginnegalerij is een Japans koppeltje al foto’s aan het schieten. Het meisje poseert met wat danspasjes. De jongen verbergt zich achter zijn toestel en onder een wollen muts. De Grijze Man betwijfelt of het kunstlicht wel zal volstaan om de galerij tot haar recht te laten komen op de foto’s.
Dankzij de Japanse toeristen valt het de Grijze Man weer eens op hoe mooi de galerij uit het midden van de negentiende eeuw is, met luxueuze winkels waarvan de inrichting aansluit bij de architectuur van de metershoge overdekte gang. De Grijze Man passeert rechts het prachtige art deco Théatre du Vaudeville en links de cinema Galéries. De namen ‘Pasolini’ en ‘Timboektoe’ op de filmposters blijven in zijn hoofd hangen.

In een ver verleden was de Grijze Man als journalist op bezoek in deze mythische woestijnstad in Mali. Dat verhaal moet hij straks eens aan zijn jeugdige collega Ziggy vertellen. Enkele jaren terug was Timboektoe in het nieuws gekomen omdat een groep extremistische moslims dit Unesco-werelderfgoed met militaire precisie aan het vernietigen was. Wat zou er vandaag nog van overschieten, zucht de Grijze Man.

Wanneer hij de galerij verlaat en de straat oversteekt naar de Broekstraat, ziet hij de kat op de fiets. Hij vraagt zich al lang af wat het beeld te betekenen heeft. De deur van À la Mort Subite (wat een geweldige naam!) staat al open, maar het beroemde café is nog gesloten. Een man trekt dweilwater de dorpel af. Wat kan een mens op leeftijd zich meer wensen dan een onmiddellijke dood, vraagt de Grijze Man zich af.
Het nu bijna helemaal gerestaureerde Martelaarsplein bevindt zich nog in de staat van de begraven martelaren: doods. In de nachtverlichting zit op de trappen van een statige woning een chocoladekleurige tiener een paperback te lezen. De Grijze Man tuurt naar de titel van het boek, maar het is nog te donker.

Op de sfeervolle persdienst van het kabinet, waar het zonder woordvoerster Eva nog rustigLa Cycliste is, zijn de sombere gedachten van de Grijze Man verzwonden. De kat op de fiets niet. In een wip heeft Ziggy het beeld op zijn computer getoverd. Het blijkt een kunstwerk te zijn van de Franse kunstenaar Alain Séchas. Het heet La cycliste, leest Ziggy hardop. Het is door de stad Brussel in 2005 besteld voor de ronde som van 100.000 euro.

‘Cultuur dus, kijk eens aan’, zegt de Grijze Man. ‘Denk het weg en deze stad is van Brussel-Centraal tot de Koolstraat een moeras. Maar ben jij al eens in Mali geweest?’

Ziggy fronst zijn wenkbrauwen.

(Dit is de Grijze Man die aansluit bij hoofdstuk 1 uit het boek “Bekentenissen van een Cultuurbarbaar” van Sven Gatz: Cultuur is van de Mensen. Armand Preud’homme danst Rosas. Je kan het boek bestellen op http://www.vanhalewyck.be/boek/bekentenissen-van-een-cultuurbarbaar )

Dit bericht werd geplaatst in De Grijze Man en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s