Gisteren vond in ’t Kiel, het stadion van zijn geliefde voetbalclub Beerschot, de uitvaart plaats van Karel Poma. Ik bied de familieleden van deze grote liberale staatsman mijn oprecht medeleven aan.
Een overlijden komt nooit gelegen, er komt veel meer bij kijken dan je denkt en daarna pas volgt vaak het volle besef van het gemis. Karel Poma maakt deel uit van mijn culturele weekenddoden.
Greet en ik zaten gezellig De Kathedraal te spelen en we hadden bijna de eerste ronde afgewerkt toen mijn gsm overging. De kabinetschef. ‘Karel Poma is overleden.’ Het bordspel zou een uur of twee moeten wachten.
Vooral het eerstvolgende uur verliep zenuwachtig. Ik startte mijn laptop op en zocht info op wikipedia, de site van Open Vld en die van het Liberaal Archief. Mails en sms-sen stroomden plingpling en zoefzoef binnen op de mobiele telefoon en ipad terwijl ik door het politieke leven van de eerste staatssecretaris voor Leefmilieu en Cultuurminister ploegde. Ik probeerde mijn voormalige kabinetschef te bellen, die Karel Poma persoonlijk het beste heeft gekend.
Het toeval wilde dat het weerom zaterdag was en kerstvakantie bovendien. De minister was met vakantie in Nederland, de woordvoerder stond in de file in de Franse Alpen, de kabinetschef genoot van een citytrip in Wenen, mijn collega bracht de kerstdagen door in Limburg. Maar in deze tijden bemoeilijkt geografische afstand de communicatie niet langer.
Na een klein uurtje had ik wat voor de huidige minister van Cultuur relevant is uit de online beschikbare biografieën van de liberale nestor gepuurd en in volzinnen gegoten. Ik stond ervan versteld wat de krasse negentiger als minister van Cultuur en als de eerste staatssecretaris voor Milieu van België in die korte ambtsperiodes voor elkaar heeft gekregen. Ik stuurde de draft rond. Er stonden nog enkele tikfoutjes in en ook naar stijl kon de tekst nog beter. Maar dat zag ik pas nadat ik op verzenden had geduwd. De reacties van de correctoren vielen prompt plingpling en zoefzoef binnen.
De naam van een commerciële film waarvoor Hugo Claus het scenario heeft geschreven sneuvelde. In de titel voegden we het woord ex-cultuurminister toe. Tikfouten verdwenen en te lange zinnen werden in tweeën gehakt. Na twee uur was het persbericht goedgekeurd door iedereen die het had nagelezen en in het sjabloon met de juiste logo’s gegoten, klaar om te verzenden. Het was wachten tot de familie van Karel Poma het initiatief zou nemen om het nieuws van zijn overlijden bekend te maken.
De strijd tussen de bouwmeesters die De Kathedraal willen bouwen, kon verder worden gezet. Maar intussen was Greet televisie aan het kijken. De Kathedraal kon nog even wachten. Kathedralen worden nu eenmaal niet op één dag gebouwd, zullen we maar zeggen.
De minister, de kabinetschef, de perscel en de wisselende gespecialiseerde kabinetsmedewerkers hebben er na enkele maanden een routine in gevonden om snel en efficiënt het medeleven van de minister bij het overlijden van een Vlaamse culturele grootheid in een persbericht te gieten. Het zijn er inmiddels vier en ze stierven telkens in het weekend: zanger Luc De Vos, schilder Karel Dierickx, beeldhouwer-zanger-Gentse Feesten-peetvader Walter De Buck en de eerste Vlaamse liberale Cultuurminister.
Ik herinner me opeens dat ik een jaar of twaalf geleden, als ik voor de minister-president tekstschrijver was en de woordvoerder van vakantie genoot, voor hem de uitvaartcommunicatie betreffende een andere overleden minister van Cultuur heb moeten regisseren. Rika De Backer overleed de dag dat mijn oudste dochter Winke haar eerste communie deed. Op het feest in een klein zaaltje in Relst, waar de regen de hele dag neergutste, was ik enkele uren in beslag genomen door mijn gsm.
Ach ja, niemand sterft op een gepast moment. En voor de nabestaanden, familieleden en vrienden komt een overlijden altijd meer ongelegen dan voor de schrijvers van persberichten en voor de journalisten die ermee aan de slag moeten. Ik respecteer mijn culturele weekenddoden en herinner ze mij nog levendig. Tenslotte heb ik door postuum in hun professionele leven te wroeten ook een beetje met hen meegeleefd. En Winke? Zij herinnerde zich niet meer dat haar papa op haar eerste communie zo vaak aan het bellen en werken was. Gelukkig maar.