Wie zou tegen de achterwand en palen de dennentakken hebben opgehangen in die witte moduleerbare tent voor zomerse tuinfeesten, om ze kerstsfeer te laten ademen? Vroeger in de kerk, vandaag op onze kerstmarkten: vrede aan al die mensen van goede wil.
Met het naderen van het jaareind hebben we er al twee kerstmarkten op zitten. Een grote, in Brussel, en een kleine, in Tildonk. Brussel is mooi, in kersttooi. Al die schitteringen, de magistrale Grote Markt met boom, stal en nog meer mensen dan lichten, de houten hutjes en het feeërieke rad, de uitgelaten vrolijke onbekende mensen waarmee we telkens weer verbroederen, als aan onze traditionele jenevertent de plankjes kleurrijk vocht leeg geraken.
In ons buurdorp Tildonk hebben ze ook hun best gedaan. Verenigingen plaatsten er hun stalletjes met glühwein, jenever of een vat winterbier van onze eigenste hoevebrouwerij Hof ten Dormaal. Een jonge smid toont zijn oude kunsten. Voor een goed doel proberen mensen met een groot hart zelfgemaakte spullen en amateurkunst te verkopen of verloten. Bij Pirlewiet hebben vrijwilligers met een speciale verfmengeling krasloten gemaakt. Ik won een sleutelhanger met een in leder uitgesneden hondje aan. Onze Pippa zal er straks nog mooier uitzien.
Dit jaar ontmoeten we tussen de bessen- en wafeljenever een Nederlandse militair die met een knap Vlaams meisje vrijt en binnenkort naar Dilbeek verhuist. Hij kijkt al uit naar het bourgondische België. Ik bemerk zijn verbazing over de gretigheid waarmee de jenever vermindert. Greet en ik zijn zoals elk jaar met Peter en Veerle in Brussel op kerstuitstap. Op een of andere manier loopt het dan altijd ergens uit de hand, in al die jaren nog nooit met grote gevolgen. Maar elk jaar weer betreur ik ’s anderendaags mijn risicogedrag dat niet echt een voorbeeld is voor de jeugd die ons soms vergezelt en bezig ziet.
Terwijl ik luister hoe het koor van Greet, in een rode jas en met een kerstmuts op, onder de winterse tuintent kerstliedjes ten gehore brengt, overdenk ik in Tildonk het voorbije jaar. Seizoensweemoed raakt me met de zoete liedjes. Het was een jaar van zorgen voor onze dochters, zeker de jongste. Een jaar van verdriet voor zoveel mensen. Voor zij die abrupt een veel te jong kind verloren, een vriend of vriendin, een broer of zus, mensen die nog zoveel van het leven verwachtten. Voor zij van wie de papa en man er ’s middags nog bijliep als de rots in de branding en die enkele uren later vernamen dat zijn hart met kloppen was gestopt. Voor zij die moe zijn geweest door de zorg voor een stokoude en zieke moeder en treuren om haar heengaan, hoewel ze zelf haar dood misschien verwelkomde.
Ik denk ook aan mijn verloren vrienden en wie ze al eerder nog dan dit jaar reddeloos hebben achtergelaten, in het bijzonder aan mijn zus en haar kinderen die nu, stilletjes en nog met vallen, recht krabbelen. Het koor doet flink zijn best, het laat zich begeleiden op een elektrische piano en zelfs op een trommel, speciaal voor Little Drummer Boy. Hier en daar beweegt een toeschouwer mee op het gezang.
In Brussel trommel ik mijn beste collega’s op. Hoewel ik ze nog maar enkele maanden ken, zijn we elkaars toppies. Ik heb me dit jaar weer eens professioneel laten verplanten naar een nieuwe tuin. Dankzij een tuinman van wie ik geloof dat hij het goed meent, die lef heeft maar ook gezond verstand en een weldadig relativeringsvermogen, altijd handig in onze politiek die vaak van strovuur naar strovuur draaft. Misschien komt dat mede doordat hij zelf ook bij toeval in die nieuwe speeltuin terecht kwam. Maar hij is vastbesloten daarin een spoor na te laten. Ik twijfel er niet aan dat hij daarin zal lukken en ik wil hem graag helpen.
In Tildonk loop ik vrienden tegen het lijf, bekende gezichten en buren. De kerstmarkt is er een straat van nog geen tweehonderd meter lang. Maar het is er gezellig, de kinderen luisteren nog met grote ogen naar de kerstliedjes van het koor en de warme kopers van de lokale fanfare Toeterdonk. De mensen waarderen elkaar, in zo’n dorp als Tildonk, ze zien elkaar graag en laten dat ook graag zien. Zeker in tijden van kerst, zeker als ze even genieten van de muziek en het gezang, in koren en bands waarin iedereen wel iemand kent. Na haar optreden verdiende mijn vrouw meer dan een vluchtige kus.