Hoog boven Maastricht op de Sint-Pietersberg

Een natuurgebied vlakbij Maastricht? Met mijn aangeboren scepticisme beantwoordde ik het voorstel. Ja, zei Greet, er is ook een fort en een carréhoeve met een museum. Daar zullen de Nederlanders wel vierkantshoeve mee bedoelen. En het is een broedplaats voor de oehoe. Mijn interesse was gewekt.

We downloadden de wandeling van iets meer dan vijf kilometer en mailden ze naar de receptie om af te drukken. De hoogst vriendelijke meisjes bezorgden ons een bundeltje met de wegbeschrijving en een kwartiertje later stonden we al netjes geparkeerd aan de voet van de berg met boven ons het Fort Sint-Pieter, een bakstenen fort uit het begin van de achttiende eeuw.

Daar loopt een groen gemarkeerde wandeling 120 meter de hoogte in, tot op het plateau boven de Maas- en Jekervallei. Dat is toch niet zo hoog, denk je, en inderdaad, zelfs demergelgroeve maastricht Kemmelberg is 36 meter hoger. Maar het uitzicht is wel mooi. Over de Jekervallei, met in de verte een hoeve tussen gouden wijngaarden. Over Maastricht met zijn vele kerktorens, bruggen en enkele pareltjes van moderne architectuur. Over de Maas, waarop het zonlicht wit weerspiegelt langs grasgroene oevers en motorjachtjes voorbijglijden. Over de uitgestrekte ENCI-mergelgroeve, waar je met een verrekijker kan speuren naar de oehoe, de grootste uilensoort ter wereld.

De vrouwtjes zijn met hun lengte van 73 cm een dikke tien centimeter groter dan de mannetjes. In tegenstelling tot een wiekende buizerd laat de oehoe, die bij ons al is uitgestorven, zich van zijn onzichtbaarste zijde zien. De mergelgroeve is nog in bedrijf tot 2018. Dan stopt na bijna 100 jaar de mergelwinning en neemt de natuur de zaak over.

Op het hoogste punt van het plateau staat Hoeve Lichtenberg, de vierkantshoeve met eenhoeve Lichtenberg Maastricht majestatisch poortgebouw, een vakantiewoning voor 12 personen, een wat ruïneuze maar veilig te beklimmen kasteeltoren uit de 12de eeuw met een fabelachtig zicht over de Maas en het Museum Sint-Pieter. Kosteloos te bezoeken.

We zien er oude werktuigen, gebruiksvoorwerpen en fossielen van heemkundige of archeologische waarde. In een glazen kast kijken een opgezette vos, das en steenmarter ons in een bevroren beweging doods aan. Een buizerd, veilig vastgekleefd op een tak boven de kast, dreigt alleen maar op ons neer te stoten. In enkele grote weckpotten herkennen we efficiënt opgevouwen lam in weckpotlammerembryo’s.
Sommige museumdelen doen wat aan een sleets Bokrijk denken. Andere geven teveel uitleg op te klein formaat, over Franse vluchtelingen in Maastricht of over de ravage van de Spaanse griep.

Die pandemie was door Amerikaanse soldaten op het einde van de Eerste Wereldoorlog naar Europa gebracht. Wanneer de elkaar dagelijks opvolgende honderdste verjaardagen van die vier jaar lange Grote Oorlog achter ons liggen, zullen we er ook wel op grote schaal worden aan herinnerd dat deze vreselijke ziekte in Europa (en in de rest van de wereld) zo vlak na de Eerste Wereldoorlog op minder dan de helft van de tijd meer slachtoffers maakte dan die eerste grote slachting.

Ons wandelpad loopt wat naar beneden naar Slavante, een gezellig café met een reusachtig terras dat helemaal vol zit in de warme oktoberzon. Het is genoemd naar de Kluis van Slavante, een kluizenaarswoning. Onder de berg zit nog een stuk geschiedenis in de mergelgrotten, die je op verschillende plaatsen kunt bezoeken. De Nederlanders verstopten er in de Tweede Wereldoorlog hun belangrijkste kunstwerken zoals de Nachtwacht van Rembrandt, om ze te vrijwaren tegen kunstroof door de Duitsers.

Op het einde van de wandeling komen we zowaar nog een cafeetje met een immens terras tegen, Chalet Bergrust. Ik kan me zo de Nederlanders inbeelden die hier de antislipstrips van de ANWB-shop onder hun trekkingschoenen gespen. We hebben nog net de tijd voor een flesje fris vooraleer we terug de auto instappen richting Bocholtz, waar we vrienden gaan bezoeken.

Onderweg passeren we de grote Amerikaanse militaire begraafplaats van Margraten. Er rusten nog 8.301 Amerikaanse doden die tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven kwamen bij gevechten in Zuid-Limburg, het Ruhrgebied en in het Ardennenoffensief. Ooit lagen er meer dan 18.000 soldaten begraven. Tijd voor een bezoekje was er helaas niet meer. Maar we komen nog eens terug, zeiden we.

Zie je wel, hoorde ik Greet naast me triomferen, dat in deze streek nog heel wat te zien en beleven valt. Met een grom diep uit mijn keel erkende ik haar gelijk. Nog maar eens.

Dit bericht werd geplaatst in familie, reizen, vrije tijd en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s