Goed verscholen achterin onze keukenkast stond al jaren een potje zout met opschrift Sel de la Camargue. Het was een cadeautje van mijn broer die daar ooit met vakantie is geweest. Bij een grote keukenkuis haalde Greet het zoutvaatje naar voren. Het potje geraakte snel leeg. Hoe konden we dat probleem oplossen?
We reden via Saint-Gilles het unieke natuurgebied binnen langs de Route d’Arles, die de stad van Vincent Van Gogh verbindt met les Saintes-Maries-de-la-Mer, de hoofdstad van de Camargue. Ons sympathieke hotelletje Les Rizières lag langs die Route d’Arles, op een kilometer of drie voor les Saintes-Maries, tussen de étangs en de ene paardenverhuurder na de andere.
De Camargue staat bekend voor die karakteristieke witte paarden, naar men zegt half wild, waarvan we er elke dag ter hoogte van ons hotel enkele aan de overkant van de weg door het moeras zagen waden. Jolente was spijtig genoeg de enige van ons gezin met voldoende rijvaardigheden om tegen valavond volslagen los langs de onmetelijke verlaten stranden te kunnen galopperen.
De Camargue beschikt gelukkig nog over andere troeven: het zout, zoals al vermeld, de zigeuners die er elk jaar in mei samenkomen om de heilige Sara te vieren, de zwarte stieren die in België massaal terug te vinden zijn op het bierlogo van Jupiler, de honderden soorten water- en zeevogels van alle pluimage waaronder vooral de kolonies roze flamingo’s en natuurlijk, de muggen. Het was warm en de muggen beten af en toe, zelfs bij wie zich zoals Greet met essence van citronella veilig waande, maar ze aten ons niet op.
Tijdens een fietstocht naar de Phare de la Gacholle en de stranden van Bauduc zagen we verschillende kolonies flamingo’s in het natuurreservaat. De Vlaamse aspirant-reiziger wil ik waarschuwen dat het roze van die waadvogels niet vergelijkbaar is met het diepe roze, soms bijna oranjerode van de flamingo’s in Planckendael. In de Camargue zijn de flamingo’s eerder wit dan roze, maar als ze opvliegen zie je soms dieproze tinten onder hun vleugels. In een of ander gidsje las ik dat het vier jaar duurt vooraleer een flamingo zijn volle roze tinten bezit. De kleur komt van de garnaaltjes die ze eten, die caroteen bevatten.
Winke en ik trachtten zo’n kolonie te benaderen. Dat lukte tot op een meter of vijftig, tot ze ons opmerkten en onrustig begonnen te krakelen en kreften. Daarop zijn we maar voorzichtig teruggekrabbeld om hen niet meer te verontrusten.
Aan de kilometers lange en vaak meer dan 500 meter brede verlaten stranden van Bauduc wachtte ons een ander spektakel: wat toen we nog van kilometers ver met windkracht vier in de rug naar zee werden geblazen op een wirwar van tientallen vliegers leek, bleek een strook bonte kitesurfers die zich soms tot meer dan een mijl in zee waagden.
Met hun caravans, mobilhomes, SUV’s of gewone auto’s waren ze verzameld op de berijdbare stranden waarop ze wild kampeerden zonder de minste voorziening. Enkel aan het einde van de toegangsweg naar het strand had zich een mobiel pizzakraam au feu du bois opgesteld met in een aanhangwagen een ronkende generator, waar pizza’s, broodjes en gekoelde dranken verkrijgbaar waren. In de bosjes achter het kraam wemelde het van WC-papier en andere dingen die in de natuur goed gecamoufleerd vergaan.
Stieren hebben we enkel vanuit de auto in een wei gezien. En in Saintes-Maries op ons bord, onder de vorm van stoofvlees en steak. Saintes-Maries stikt van de toeristenrestaurants maar wie wat uitkijkt kan spotgoedkoop heerlijke mosselen of tapa’s eten bij een lekker flesje gris de sables vanaf € 12. De toren en het terras van het karakteristieke kerkje van Saintes-Maries kan je voor € 2,5 beklimmen om te genieten van het uitzicht over de water-, strand- en moerasvlakten. Ik was het van plan maar deed het uiteindelijk niet, omdat een zigeunerin mijn aandacht opeiste.
In haar opzichtig gekleurde bollenkleed en met haar zwarte hoed vroeg ze € 10 om je toekomst te voorspellen. Daar lustte Winke, die haar bachelorproef onder enige stress aan het afwerken is, wel pap van. En papa betaalde de prijs. ‘Geef je me dat geld wel met een goed hart’, dorst de vrouw me vragen. ‘Zeker’, antwoordde ik overtuigend. ‘Goed’, zei ze, ‘dan zal geluk vanavond nog je deel zijn.’ Ik lachte eens, ongelovige Thomas die ik ben. ‘Mag ik dan ook een foto trekken?’ Het mocht van Sara, want zo heette ze.
Ongelofelijk maar waar, uitgerekend die avond slaagde iemand er eindelijk in, na anderhalve dag en via verschillende tussenpersonen proberen, om me te bereiken en een onverhoopt aanbod te doen dat me vereerde. Mijn gsm bleek geblokkeerd en tijdens het avondmaal na het bezoek aan Sara kwam dat aan het licht. Op het resultaat van de bachelorproef is het nog wachten.
Wat rest is het zout. We zagen het in drie witte bergen liggen vanop de wallen van Aigues-Mortes. Dat was de eerste Franse haven aan de Middellandse Zee. Lodewijk IX had ze halverwege de dertiende eeuw laten aanleggen om via kruistochten zijn zaligheid in het Heilig Land te kunnen verdienen. Zijn kruistochten brachten hem ondanks de 1.500 schepen waarmee hij uitvoer, geen onvergetelijke zeges maar tyfus, waaraan Louis bezweek in Tunis maar waardoor hij tot het einde der tijden wel als Saint-Louis wordt herinnerd.
Het was zijn zoon Filips de Stoute die Aigues-Mortes liet omwallen. Door de verzanding en zeker toen Frankrijk in 1482 de Provence inlijfde, met de haven van Marseille, belandde de stad van welvaart in verval om uiteindelijk vandaag weer te kunnen glunderen in versteende geschiedenis en zout op de huid.
We verlieten de Camargue met mooie herinneringen en blije vooruitzichten en reden noordwaarts de Provence in, richting Avignon. Pas toen we daar de parking uitstapten en tegen het impressionante Palais des Papes aankeken, vloekten we. Zout vergeten kopen.
ik lees graag wat U schreef o.a. over de Provence waar ik al (sorry weet het niet op een jaar na ) zo’n 25 jaar naar toe ga : Saint Martin de Crau , niet het mooiste dorpje maar wij zijn daar gekomen en mensen leren kennen dus ga ik dit jaar opnieuw naar daar ( 2015 en ben dan 80 ) en ja ik hou van Frankrijk
LikeLike