De terpentijn van Hertmans

Mijn vrouw en ik hebben iets met boeken: we lezen veel. Maar waar blijf je op de duur met al die boeken, zeker in het kleine huis waarin we wonen?

De boeken staan inmiddels al tot op zolder. In de woonkamer staan twee grote boekenkasten en ons kleine bureautje heb ik ook volgewurmd. Heel af en toe belanden er wat boeken in de kringloopwinkel of bij het oud papier. Met wat dozen en rode kaken van schaamte stond ik ook al eens op de rommelmarkt.

Want mijn vrouw vindt dat de hoeveelheid boeken in huis stabiel moet blijven. Ze verzet zich tegen nog meer boekenrekken rond zich heen. Het is zoals de kleren in de kleerkast: als de kast vol is, moeten er oude kleren verdwijnen.

We zijn beiden ook fervente bibliotheekbezoekers. Maar af en toe wil ik toch een boek kopen. Daarom ben ik wie me in mijn stille koppigheid wil steunen, altijd dankbaar voor een boekenbon als geschenk.

Tot mijn aangename verrassing gaf mijn vrouw me recent zelf een boek cadeau.  Uit het terpentijnvalentijnrode inpakpapier bevrijdde ik opgetogen ‘Oorlog en terpentijn’.  De roman van Stefan Hertmans stond al op het lijstje van dringend gewenste koop-boeken dat permanent in mijn hoofd speelt. Dat hersenspinsel had ze mooi opgepikt.

Nadat ik me snel door de bibliotheekboeken ‘Natte dozen’ (Marnix Peeters) en ‘De zomer van de neusbloedingen’ (Pjeroo Roobjee) had geworsteld, ietwat ontgoochelend vond ik ze na ‘Allesbehalve een held’ (Rudolf Lorenzen), kon ik deze week eindelijk het kaft van Hertmans’ jongste openslaan. Toegegeven, met een zweem van argwaan. ‘Oorlog en terpentijn’ past misschien wel in het rijtje boeken met zoveel uitstekende kritieken, vreesde ik, die er niet in slagen mijn hoge verwachtingen in te lossen.

En de binnenflap geeft er nog een flinke lap loftuitingen bovenop. Een voorbeeld dat me de wenkbrauwen deed fronsen:  ‘…allicht het mooiste boek dat de komende vijf jaar over de generatie van de Grote Oorlog zal verschijnen’ (De Tijd).

Mijn argwaan was niet gegrond. Vanaf de eerste bladzijden besefte ik: wat een uitstekende roman. En ik ben er zo ongeveer op bladzijde 70 (van de ruim 300) al van overtuigd geraakt dat De Tijd met zijn boude bewering gelijk zal krijgen, toen bij het lezen over de geschiedenis van het gouden horloge dat de auteur voor zijn 12de verjaardag van zijn grootvader kreeg overhandigd en prompt in scherven liet vallen, er zich zonder dat ik er eerst erg in had, een traan in mijn oog had genesteld, die langzaam mijn wang af biggelde.

Terpentijn ben ik al tegengekomen, bedacht ik, maar de oorlog, die moet nog beginnen.

Oorlog en terpentijn. Stefan Hertmans, Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam.

Dit bericht werd geplaatst in familie, literatuur en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s