Ukkel is een stad van meer dan 70.000 inwoners. Rond de Sint-Pieterskerk moet je al geluk hebben om een vrije parkeerplaats te vinden. Ook op zondagochtend om halftien. In de Sint-Pieterskerk vindt de eucharistieviering plaats voor de Franstalige kahtolieke parochiegemeenschap. In een zijkapel verzamelt zich een ander gezelschap van 25 Vlamingen. In de kleine afgesloten ruimte komen elke week ongeveer twintig besjes en ouwe pekes samen voor de Vlaamse mis. Uitzonderlijk ben ik er ook. Samen met mijn vrouw, mijn schoonzussen en mijn schoonbroers vertegenwoordigen we er de actieve bevolking tijdens de jaarmis voor mijn nu vijf jaar geleden overleden schoonvader. Het gebrek aan parkeergelegenheid is onderwerp van gesprek voor de zussen en de broer die bij het verlaten van hun nest ook de stad voor de Vlaamse Rand hebben geruild.
Ik vermoed dat in de witgekalkte kapel met sobere replica’s van religieuze amateurkunst buiten ons alleen de voorganger, een bejaarde op sandalen met echte geitewollen sokken aan en een opspelende hoest, nog een actief leven leidt. De verklaring daarvoor ligt in het gehoor dat hij ooit heeft menen te moeten geven aan de roeping van God. Je ziet waar dat toe leidt, dacht ik: nooit rust.
Het toeval wil dat hij de passage uit het evangelie vertelt waarin Jezus zijn eerste leerlingen rekruteert, de vissers Simon en zijn broer Andreas. Jezus riep hen op Hem te volgen omdat het koninkrijk Gods nabij was. Ze lieten prompt hun netten en hun boot in de steek, net als nog twee andere eerste apostelen de vissersboot met hun vader erin achterlieten. Gelukkig voor deze laatste gedroegen diens dagloners zich niet zo revolutionair als zijn zoons.
Voluit zingt de voorganger de psalmen voor, behalve waar de toon te hoog is, daar trekt hij abrupt de stekker uit de versterker van zijn Dylan-achtige stem en nemen enkele sopranen het over, ze klinken verschoten als een kussen dat jarenlang op de hoedenplank van een auto de zon heeft moeten weerstaan.
De Vlaamse parochiegemeenschap van Ukkel is klein maar warm. De mensen kennen elkaar, wat veel parochiegemeenschappen met meer leden niet kunnen zeggen. De Vlaamse gelovigen van Ukkel weten van elkaar wie kopergeld in de schaal gooit. Briefjes ziet de ophaler van dienst weinig in zijn mandje, de pensioenen zijn te laag. De gerespecteerde man met das, een longspecialist op rust wiens ogen de verantwoordelijkheid verraden die hij zijn leven lang op zich heeft genomen, zat met zijn voor haar leeftijd iets te fel geverfde vrouw midden op de eerste rij. Zou het kunnen dat de preoccupatie met zijn verantwoordelijkheid hem uit het oog heeft doen verliezen ook zelf een donatie te doen? Of zou zijn echtgenote voor twee gegeven hebben?
Tot tevredenheid van de schoonfamilie was de ambulante priester dit jaar niet vergeten de overleden vader en echtgenoot in herinnering te brengen. Dat een foto door mijn vrouw meegebracht, op het altaar mocht worden geplaatst, hielp misschien. De pastoor heette daarenboven met een vriendelijke knik de nabestaanden hartelijk welkom op de viering, zoals hij de bijeenkomst in de kleine kale kapel omschreef.
Hij heeft nog goed nieuws voor de parochianen: de eerste zondag van februari viert de parochiegemeenschap van Sint-Pieter echt feest. Dan is er een grote viering, in de echte Sint-Pieterskerk, met een receptie achteraf. Het is om kwart voor elf zeker, vraagt hij met een zoekende blik naar bevestiging bij zijn gelovigen. Neen, om elf uur, wijst iemand hem terecht. Onverstoorbaar zoals het een herder past gaat hij verder met praktische mededelingen. Nadien vindt een lekkere maaltijd plaats in het Candelaershuys, zegt hij, die voorbereid wordt door onze pastorale werkgroep. Neen, het is in Boetendael, klinkt alweer die treurige stem.
Dat heb je dan met ambulante priesters voor te kleine maar warme parochiegemeenschappen. Maar ja, eens geroepen, gehoorzaam tot het rijk Gods kome, bedacht ik vilein. En nog een gedachte viel uit de hemel op me neer: misschien breekt het koninkrijk Gods wel eindelijk aan op het grote feest in de Sint-Pieterskerk van Ukkel? Als u dat niet wil missen, weet u waarheen, de eerste zondag van februari. Ons wachtte na de viering eerst een aperitief, gevolgd door een ossentong. Niet in madeirasaus, zoals ik me nog steeds met weerzin herinner van mijn eerste communie, maar wel met champignons.