Fraude in Onda

De vreselijke stormnacht boven Pietra Piana zorgde ervoor dat iedereen vroeg bij de pinken was om de tocht naar Onda aan te vatten. Niemand had immers een oog dicht gedaan, waardoor de wekker van 6 u 15 zijn doel voorbijschoot.

Nochtans hadden we alles zo goed mogelijk voorbereid om comfortabel te kunnen slapen na die eerste loodzware dag. Er waren voor ons twee tentjes gereserveerd, eentje voor de mannen en eentje voor Sigrid. Maar we waren elk in een eigen tent van de refuge gekropen, toen we wanneer het weer omsloeg en de duisternis inviel vaststelden dat er nog verschillende witte iglo’s niet bezet waren. Zo hadden we alle drie ruim de plaats om ons gerief naast ons uit te stallen en konden we bovendien op twee slaapmatjes liggen in plaats van op een enkel.

Na het verdelen van de lunchpakketten en het vullen van de waterzakken en drinkbussen waren we vroeg op pad, de strakke wind trotserend boven de kam richting Onda. Een traject van een tiental kilometer, met bijna duizend meter dalen en zo’n 450 meter klimmen. De parkgids voorspelt een tocht van vijf uur zonder rusten voor dit traject. Wij zouden er twee uur langer op zetten door de rust- en eetpauzes en de jojo waarbij ik na een uur wandelen de rest opwachtte.

De GR20 toonde zich bij aanvang van zijn zachte kant, door lichtjes te dalen tot de op 1.600 meter gelegen bergerie van Ghjalgu, die gesloten was, net zoals vijf jaar geleden. Toen schuilden we er een half uur lang onder de voorhang van het dak voor een plenzende regen om uiteindelijk toch maar door te stappen naar de bergerie van Tolla.

Van Ghjalgu daalt het pad verder tot aan de Manganellu, zo’n 150 meter lager. De GR20 blijft maar dalen langs het riviertje, soms door dichte elzenstruiken die een onervaren wandelaar al eens van de wijs kunnen brengen, verderop met watervalletjes en enkele oversteekplaatsen waar je van rots naar rots moet wippen om droge voeten te houden.

De daling wordt gemakkelijker naarmate we door het prachtige larikswoud dichter bij de bergerie van Tolla komen. In de gezellige zonovergoten tuin staan picknickbanken. Er is bergkaas, charcuterie, frisdranken, bier en ander lekkers te krijgen. Onder het afdak drinken we een cola bij onze tupperware-dozen vol koude pasta met tonijn uit Petra Piana.

Wat verderop passeren we de brug van Tolla. Heel wat wandelaars genieten van het pootjebaden of een kort zwempartijtje, want het water in de rivier met poelen is ijskoud. Achter deze passerelle kan je links afslaan en na vier uur wandelen in het bergdorpje Canaglia uitkomen. Maar wij stappen naar rechts, terug omhoog, naar de refuge van Onda.

Aanvankelijk is de weg berijdbaar voor jeeps maar dan wordt de GR20 toch weer een smal pad, dat op sommige plaatsen venijnig klimt. Ook hier moeten we weer door beekjes die lustig naar het dal klateren. De benen beginnen het klimmen net beu te worden als we een kam ronden en opeens enkele gebouwen en tenten zien staan: de wasplaats van Onda, de refuge, de bivakweide met witte iglo’s, hoger op de berg voor ons nog enkele slaapgebouwen. Op de weiden en tussen de tenten grazen paarden en koeien.

De gardien laat ons weer vrij onze tenten kiezen. We aarzelen ditmaal geen seconde om drie lege tentjes naast elkaar in te nemen, die stevig verankerd zitten in houten paletten. Na een verkoelende Pietra kruipen we in onze slaapzak voor een middagdutje. Na een slapeloze nacht zak ik diep in dromenland, tot ik word gewekt door iemand die de rits van mijn iglo opentrekt en in het Frans zegt: ‘ja hoor, en hier ligt de derde.’ Vooraleer ik me kan oprichten om de onbeleefde verstoorder van mijn privacy terecht te wijzen, is mijn tent alweer dichtgeritst.

Bij de volgende Pietra met Ziggy op het terras aan de refuge zien we twee jonge gasten gewapend met een iPad en gehuld in een olijfgroen regenjasje met het parklogo staan keuvelen met de gardien. Als ze me in de gaten krijgen, komt één van hen op me af. Het zijn jobstudenten die als enquêteurs de GR20-wandelaars peilen. Ze stellen een hoop vragen over waarom en hoe we de GR20 doen, hoeveel we daarbij spenderen en zelfs welke burgerlijke staat we hebben.

Van zodra ze uitgevraagd zijn, komt de gardien een ogenschijnlijk onschuldig praatje met ons slaan. Tot hij plots zijn kat op de koord zet: hij heeft namelijk vastgesteld dat we drie tenten hebben ingepalmd terwijl we maar geboekt hebben voor twee. Vreemd genoeg put hij zich meteen in verontschuldigingen uit voor die wetenschap waarmee wij de kluit eigenlijk wel een beetje belazeren. We moeten zijn interventie dus zeker niet persoonlijk nemen, verzekert hij, want hij vindt ons geweldige kerels, zeker nu hij onze antwoorden op de enquête heeft gehoord. Hij stelt voor om de zaak te regelen via een vrijwillige donatie van elf euro, wat exact overeenkomt met de prijs voor een huurtent voor een nacht. Maar hier staan nu toch ook nog tenten leeg, probeer ik tegen te pruttelen. Vooraleer ik een antwoord krijg, haalt Ziggy even gentlemanlike als de gardien zijn portefeuille boven, prevelt geen probleem en betaalt de prijs voor onze fraude.

Zonder morren aanvaarden we zelfs dat we door een shift die er opeens is tussengefietst meer dan een uur moeten wachten op de groentensoep, de lasagne met brioccu, de bergkaas en de huisgemaakte choco mousse. Het avondmaal valt door het verloren uur onze rammelende magen wellicht nog meer in de smaak. Zelfs de in flessen geserveerde rode wijn is te drinken. Maar buiten, in het duister rond onze drie tenten, loeit de jakkerende stormwind.

Dit bericht werd geplaatst in GR20, reizen en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s