Meisje met de parel

Over het beroemde en wondermooie schilderij “Meisje met de parel” van Johannes Vermeer schreef de Amerikaanse Tracy Chevalier in 1998 een prachtige roman, die in 2003 werd verfilmd door Peter Webber, met Colin Firth als de schilder en Scarlett Johansson als het meisje. De film heb ik niet gezien, maar het boek en het schilderij zijn geweldig.

“Meisje met de parel” werd in 2006 door de lezers van het Nederlandse dagblad Trouw met 26% van de stemmen verkozen tot het mooiste schilderij van Nederland. Vermeer schilderde deze tronie (voor leken: een portretstudie, een karakterkop) in de jaren zestig van de 17de eeuw, Nederlands Gouden Eeuw.

In de roman laat Chevalier de lezer meekijken in het huis van Vermeer aan de Oude Langendijk in Delft. De van oorsprong protestantse schilder woont er met zijn schoonmoeder, de welgestelde Maria Thins, zijn echtgenote Catharina en hun kinderen. Telkens Catharina beviel, kwam er een min in het huis om de baby de borst te geven, opdat de moeder sneller opnieuw vruchtbaar zou zijn. In de loop der jaren zou de kroost elf kinderen tellen. Vermeer had zich tot katholiek moeten bekeren om met Catharine te kunnen trouwen.

Naast de twee vrouwen en een hoop kinderen, woonden er in het huis nog twee dienstmeiden in. Die verdeelden het huishoudelijk werk, letten op de kinderen, deden de boodschappen naar de markt. Vooral het wassen was een zware klus, die de oudste dienstmeid graag overdroeg aan de nieuwe, Griet. Zij trok op haar zestiende bij de familie Vermeer in. Uit noodzaak. Haar vader, een tegelschilder, was door een ongeluk met de oven waarin de tegels werden gebakken, blind geworden en hij kon zijn gezin niet meer onderhouden.

Griet zal zich in de roman opwerken tot een betrouwbare hulp voor meester Vermeer in zijn atelier. Ze moest de ruimte poetsen zonder iets aan de ordening van meubels of voorwerpen te wijzigen. Ze leerde er later ook olieverf maken, met dure pigmenten, voor de kleuren die Vermeer nodig had. Zoals op “Meisje met de parel”, gebruikte Vermeer vaak ultramarijn en loodtingeel.

De lezer ziet al snel aankomen dat Griet uiteindelijk het meisje met de parel zal worden. Dat is de keuze geweest van de schrijfster, want de geschiedenis heeft de identiteit van het meisje nog niet weten te achterhalen. Chevalier werkt in de roman naar een climax toe, waarbij Griet ten huize Vermeer steeds belangrijker wordt voor de schilder en hij voor haar. Al blijft die aantrekking tussen die twee platonisch. Vermeers mecenas Van Ruijven daarentegen, kan zijn handen niet thuis houden als Griet in de buurt is.

Naast de schilder natuurlijk, is Griet de enige in het huis die dagelijks het gesloten atelier op de eerste verdieping mag betreden. Zelfs voor de echtgenote van de schilder is het atelier verboden terrein. In ruil voor dat privilege moet Griet haar almaar toenemende activiteiten als assistente van de meester geheim houden voor de kinderen en de echtgenote. Die laatste kan Griet, vanaf het moment dat ze is komen inwonen, niet uitstaan.

Langzaam werkt Chevalier toe naar de titel van het schilderij en het boek. Alles begint met een idee, een inval die de schilder krijgt als hij Griet de ramen in het atelier ziet wassen. Ze heeft daarvoor geen toestemming gevraagd en draait zich over haar linkerschouder om als hij binnenkomt. Ze voelt zich betrapt, met opengesperde ogen en lichtjes geopende lippen. De schilder stelt haar gerust, laat haar doorgaan met het wassen van het raam, maar blijft haar aanstaren en zegt dan, ‘Kijk nog eens over je schouder naar me’.

Dit zal de pose van het schilderij worden. Maar de parel, het centrale lichtpuntje die het doek de ontbrekende finishing touch geeft, moet geleend worden uit het juwelenkistje van de onwetende echtgenote. Die stoutmoedige onderneming, voor elkaar gebracht met behulp van de schilder en diens schoonmoeder Maria Thins, zal tot een drama leiden dat de toekomst van Griet in een andere plooi legt.

De realiteit heeft echter de fictie in de historische roman uit 1998 ingehaald. De parel is namelijk geen parel. Op grond van de grootte, de peervorm en de weerkaatsing is het juweel een glazen, gelakte druppeloorbel. Tot die conclusie kwam Vincent Icke in zijn bijdrage “Meisje met geen parel” in het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde van december 2014. Maar “Meisje met de parel”, te bewonderen in het Mauritshuis in Den Haag, blijft een schitterend schilderij. En boek.

Dit bericht werd geplaatst in cultuur, geschiedenis, kunst, literatuur en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s