Bouwen aan een beter België

Een jaar na de val van de vorige regering en bijna zes maanden na de jongste verkiezingen staat de formatie vandaag nog nergens en tegelijk misschien op een kantelpunt. De twee grootste partijen van het land, de PS met 641.623 kiezers en de N-VA met 1.086.787 kiezers zijn al maanden onwillig of onmachtig om compromissen te zoeken om samen de ruggengraat van een nieuwe regering te vormen.

Niet voor het eerst lijkt het niet meer mogelijk om een federale meerderheid te vormen met een meerderheid in elke taalgroep, terwijl opiniepeilingen aangeven dat nieuwe verkiezingen de toekomst van het land nog meer zouden bedreigen.

Dat is niet wat de meerderheid van ’s lands inwoners wil en niet wat het land nodig heeft. De kiezer wil eindelijk eens een doortastend en toekomstgericht beleid, op zowat alle beleidsterreinen. Ik lees al jaren in de kranten dat dat er niet meer is, niet federaal maar ook niet in de deelstaten. Daarom verbaast het niet dat de partijen die het bestuur van het land schragen, achteruitboeren. Iets waar sinds 26 mei die relatief jonge maar controversiële beleidspartij N-VA ook niet meer van gespaard blijft.

De Belgen beseffen wel dat wij met z’n allen nog in een van de rijkste en meest vrije landen ter wereld leven, met een, alle verhoudingen in acht genomen, beperkte ongelijkheid tussen de inwoners. Belgen delen ook een geschiedenis van samenleven, compromissen sluiten, evenwichten zoeken.

De tijd is rijp om België heruit te vinden. De twee grootste partijen van het land zouden daarvoor de handen in elkaar kunnen slaan. Maar ze blijven overtuigd van hun eigen grote gelijk. De N-VA moet eindelijk de realiteit onder ogen zien dat ze geen democratische partners vindt om het confederalisme in te voeren. Ook in Vlaanderen willen de meeste kiezers vooral dat het bestuur van België, in al zijn geledingen, goed werkt en dat de Rode Duivels in juli Europees kampioen worden.

De PS gedraagt zich even onverantwoordelijk. Tijdens een informatieopdracht schiet ze de mogelijkheid van een onderhandeling met N-VA af en dreigt ze met verkiezingen tenzij er opnieuw over paarsgroen wordt onderhandeld. Terwijl de partij al maanden schermt met voorstellen waar een meerderheid van de Belgen absoluut niet van wil weten. En zich verzet tegen voorstellen en plannen die nodig zijn om het federale niveau financieel gezond te maken en te hervormen.

België beter maken door het heruit te vinden is voor de twee grootste partijen nochtans de opdracht die het land kan redden, in een regering met een meerderheid in beide landsdelen. Zo’n regering kan tal van maatregelen treffen die niet communautair gevoelig liggen en toch het bestuur verbeteren. En die coalitie moet maatregelen voorbereiden om meer stabiliteit in de staat te krijgen en wederzijds begrip tussen de inwoners te stimuleren.

Zo kan ze werk maken van een kieshervorming die de stemplicht afschaft en die toelaat dat niet-Belgische inwoners mee kunnen stemmen, wat ze nu ook al mogen voor de lokale verkiezingen. Alle mensen die in België wonen, werken, minstens één van de landstalen leren en bijdragen aan de samenleving, verdienen immers in onze democratische tradities ook mee te mogen beslissen, stemrecht te krijgen dus. Want vandaag worden niet-Belgen wél meegeteld in de volkstellingen, de basis voor het bepalen van het aantal zetels per kieskring in de Kamer.

In afwachting van de volgende verkiezingen kan het beleid dan werk maken van andere verbeteringen of die voorbereiden. Ik denk bijvoorbeeld aan het verminderen van het overheidsbeslag in de tewerkstelling, de afschaffing van de Senaat, een eerlijk en leefbaar pensioenstelsel, een strenge begrotingsorthodoxie, etc. Alle partners kunnen daar nog dada’s aan toevoegen waarover een compromis mogelijk is.

Maar mag ik nog een suggestie doen, als tekstschrijver van de eerste minister voor de Promotie van Meertaligheid: een pact dat alle gemeenschappen vraagt in te zetten op onderwijs, de vorming van leraars en meertaligheid. Als we nieuwkomers verplichten om onze taal te leren, mogen we ook verwachten van Belgen dat ze in staat zijn minstens de tweede landstaal onder de knie te hebben of te krijgen. Daarom moet in het Nederlandstalig onderwijs het Frans als tweede taal worden verplicht en in het Franstalig onderwijs het Nederlands.

Dit bericht werd geplaatst in politiek en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s