Het was een cadeautje van mijn petekind Pieter: “Fall of giants” (Val der titanen) van de Britse succesauteur Ken Follett, ook bekend van De kathedraal. Val der titanen is het eerste deel van een trilogie over de vorige eeuw, meer dan 900 pagina’s. ‘Het is lang geleden dat ik nog zo’n dik boek heb gelezen’, zei ik. ‘Je zal het geweldig vinden’, voorspelde Pieter.
Intussen heb ik na Val der titanen de twee andere turven verslonden, Kou uit het oosten en Nacht van het kwaad, samen meer dan 3.000 bladzijden. De voormalige journalist Follett vertelt de geschiedenis van vorige eeuw in romanvorm, met tientallen personages uit Groot-Brittannië, Duitsland, de Verenigde Staten en Rusland. De hoofd- en nevenpersonages zijn gegroepeerd in families die ingenieus met elkaar verweven geraken via vriendschappen, relaties en huwelijken, doorheen de drie delen, over de hele eeuw. Elk deel heeft nog een waslijst van figuranten en historische figuren, naargelang de behandelde periode.
Over de drie delen heen komen sommige personages om het leven, die 20ste eeuw heeft er immers nogal op ingehakt, en andere figuren komen elkaar op een soms kunstmatige en soms wonderlijke manier tegen op slagvelden, tijdens revoluties, in politieke omgevingen waar de geschiedenis zindert en ineens versnelt.
De grote lijnen van de geschiedenis van de vorige eeuw kent iedereen van een zekere leeftijd een beetje, goed of uitstekend, naargelang de persoonlijke interesse: de twee wereldoorlogen, de Russische revolutie, de opkomst en ondergang van het nazisme en het communisme, de uitvinding van de atoombom, de bouw en val van de Berlijnse Muur, de moorden op de Kennedy’s en op Martin Luther King, de oorlog in Vietnam, de Praagse Lente en de oprichting van een onafhankelijke vakbond in Polen, … maar ook de opkomst van het socialisme, de seksuele vrijheid, de strijd voor vrouwenrechten, burgerrechten, voor bevrijding, zelfbeschikking, onafhankelijkheid. Follett vertelt de geschiedenis vanuit het perspectief van gewone mensen die haar ondergingen of mee maakten en ook vanuit de standpunten van partijleiders, presidenten en regeringsleden. De combinatie levert aangrijpende verhalen op. Niet op elke pagina grote literatuur, maar de drie boeken lezen als een sneltrein.
De trilogie begint in een dorp in Wales waar een jongen, Billie, voor het eerst als kompel moet afdalen in de steenkoolmijn die het dorp werk verschaft. Zijn oudere zus Ethel werkt als dienstmeid op het landgoed van een graaf. Als de edelman haar bezwangert, wordt ze ontslagen. Ze mag van haar vader, een diepgelovige vakbondsman, haar ouderlijk huis niet meer binnen.
Vervolgens verschuift het perspectief naar het platteland in Rusland, waar een vader voor een licht vergrijp meteen wordt opgeknoopt. Het hele dorp, inclusief zijn vrouw en twee zonen, worden verplicht om de terechtstelling bij te wonen. Niet verplicht maar gretig kijkt ook de prinses toe die de vrouw zal worden van de graaf uit Wales. Op het Welshe landgoed wordt de zus van de graaf intussen verliefd op een vooraanstaande Duitser die er met zijn Oostenrijkse adellijke neef op bezoek is. Ook een Amerikaanse diplomaat komt er in de salon mee de internationale politieke toestand bespreken aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, die iedereen zo hard probeert te vermijden maar die natuurlijk toch uitbreekt.
Een paar jaar later, als het gros van de mijnwerkers ingelijfd is bij de Welsh Rifles, breekt een dramatische dag aan die herinnerd zal worden als telegramdag: tientallen jongens zijn in een massale slachtpartij in Frankrijk op dezelfde dag gesneuveld. Één postbode brengt met een zak vol telegrammen het hele dorp in tranen.
Het leven van gewone mensen in oorlog of onder een dictatuur, in armoede en ontbering, in onrecht of discriminatie, Follett beschrijft het ook in de twee andere turven pakkend. Een homo, door de Gestapo geboeid en met een emmer omgekeerd op zijn hoofd gebonden, wordt naakt aan uitgehongerde honden overgeleverd. Twee nieuwsgierige Duitse meisjes ontdekken dat in een vreemd ziekenhuis mensen met een beperking systematisch een dodelijke injectie krijgen. Een jong officier in de medische dienst voelt walging en verraad als hij ontdekt dat Einsatzgruppen achter de frontlinie joden in bosjes met mitrailleurs doodschieten. Soldaten van het Rode Leger die Berlijn bevrijden van de nazi’s vergrijpen zich aan alle Duitse vrouwen die ze te pakken krijgen.
De vrouw van een Russische spion wordt in Moskou door haar schoonbroer die bij de geheime politie is, naakt afgevoerd, gewoon om te vermijden dat haar man bij een spionageopdracht naar de atoombom in de VS voor de Amerikaanse droom zou vallen en er asiel zou aanvragen. De spion kijkt zich de ogen uit zijn kop in dat Amerika waar arbeiders auto’s hebben en boeren op het platteland consumptiegoederen maar ook mooie kleren en tractoren in een vierkleurencatalogus kunnen bestellen. Wat hem ook met verstomming slaat: in een week tijd is hij niet één keer door een vertegenwoordiger van een of andere overheidsinstantie gecontroleerd en heeft hij niet één keer moeten wachten op een of andere toelating of in een rij.
Een vrouw met sociaaldemocratische ouders ontdekt in het naoorlogse communistische Oost-Berlijn dat de man met wie ze iets langer dan een jaar getrouwd is, enkel op haar aanzoek is ingegaan om haar te kunnen bespioneren. Ze barst in woede uit en wil hem niet meer zien, waarop de Stasi-agent wraak neemt door haar te laten ontslaan als lerares. Ze vindt nergens anders nog een baan en besluit ten einde raad naar West-Berlijn te vluchten. Ze ontsnapt net op de dag dat de grens dicht gaat en de Muur wordt opgericht en geraakt gescheiden van haar familie. De Stasi-agent vindt er de lange en wrede jaren dat de DDR blijft duren, plezier in de familie van zijn ex-vrouw te koeioneren en sarren. In alle landen brengt de komst van jazz, twist, rock’n roll en pop vreugde, ontroering en kracht, van Elvis en The Beatles tot Bob Dylan. De vrijheid om te musiceren, te zingen, een instrument te leren, muziek te horen, overstijgt muren en ook dé Muur, letterlijk, via een muur van luidsprekers die vanuit West-Berlijn gericht wordt op het oosten.
Follett beschrijft het geluk, de liefde, de vreugde van gewone mensen en hun streven naar vrijheid, naar vrede, naar welvaart, naar respect. En ook hun ontgoochelingen en verdriet, de ontluistering van grote idealen, de frustraties en de afgunst, de dromen die een nachtmerrie worden, de hobbelige en bijwijlen harde strijd voor vrouwen-, burger-, sociale en politieke rechten, voor meningsvrijheid, bewegingsvrijheid, voor democratie.
Aan de andere kant van de macht kijkt de lezer mee in de huiskamer en suites van wie onwillig is om macht en privileges te delen, van wie zich verzet tegen de nieuwkomers met hun nieuwe ideeën, verwachtingen en dromen die na verloop van tijd eisen worden waaraan tegemoet moet worden gekomen. De Welshe graaf weent bittere tranen als hij als lid van het Hogerhuis moet toezien hoe de eerste socialistische regering met feestelijk gedruis de eerste mijnschacht laat graven in de schaduw van zijn royale buitenhuis op zijn voorvaderlijke landgoed.
Het laatste deel eindigt met de val van de Muur. “Vrijheid. Je kon het je nauwelijks voorstellen”, zegt een van de hoofdpersonages die na decennia met de familie verenigd wordt. In een epiloog laat de grootvader wiens armen als jongeman gebroken werden door blanke racisten in Birmingham, Alabama, zijn tranen de vrije loop bij de inauguratiespeech van Barack Obama. Wat is vrijheid mooi.
In het begin van de vorige eeuw was de Verlichting in Rusland nog niet aangestoken. De Century-trilogie laat zien hoe de drang naar de vrijheid in elke mens natuurlijk en onverwoestbaar is, zelfs na decennia onderdrukking. Soms komt die vrijheid snel en onstuitbaar als een revolutie, soms kruipt hij tergend traag vooruit, teruggeslagen door de onbedenkbare wreedheden van een schrikbewind. Maar op het einde van het verhaal, blijken de families van de hoofdpersonen in de twintigste eeuw grosso modo reuzenstappen naar meer individuele vrijheid en welvaart te hebben gezet: hun politieke, sociale, seksuele, economische, individuele vrijheid is vergroot en lijkt verworven.
Wie vandaag vanuit Europa rondkijkt, bijna twintig jaar ver in de nieuwe 21ste eeuw, wordt met zijn neus op de feiten gedrukt: er is nog veel vrijheid te verwerven in een wereld die nog altijd heel groot is maar nu veel kwetsbaarder is geworden. De rechtelozen en havelozen drummen aan onze grenzen, voortgestuwd door honger, onrecht en geweld. Maar ook gedreven door dezelfde dromen over welvaart, veiligheid, gezondheid, vooruitgang en vrijheid als de jonge mensen uit het begin van vorige eeuw, de generatie van mijn grootouders. De rechtelozen en havelozen zullen niet wijken. Het zijn mensen.
ben er ook ion begonnen, fantastisch !
LikeGeliked door 1 persoon