Een akkoord over het radiodossier

Titels over een historisch akkoord tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschap hadden het nieuws van 8 en 9 december kunnen domineren. Maar dat was in de Vlaamse nieuwsmedia niet het geval. Alleen de gratis krant Metro wijdde er een kort artikeltje aan. De Franstalige media hadden meer aandacht voor het resultaat van maandenlange intensieve onderhandelingen tussen Vlaamse administraties, kabinetten en de ministers Jean-Claude Marcourt en Sven Gatz, bevoegd in de Vlaamse en de Franstalige gemeenschapsregering voor Media.

Daar lazen we een groot artikel in l’Echo (“Marcourt et Gatz sur la même longueur d’onde pour la FM”) en een viertal overnames van Belga op nieuwssites. Er is een mogelijke verklaring voor de (Vlaamse) mediastilte: Gatz en Marcourt hadden de pech een indrukwekkend akkoord bekend te maken over de radiofrequenties uitgerekend op de dag dat de Uefa in Grimbergen een spookstadion onder Parking C liet zakken, waar ook al een buurtweg begraven ligt.

Uitgerekend de dag dat Gatz en Marcourt een geschil van omzeggens dertig jaar met een bijzonder concreet en ook toekomstgericht akkoord beslechtten, bracht de beslissing van de Uefa om België links te laten liggen als gastland voor het EK van 2020 een stroom van nieuws op gang over dit land waar niets nog kan, door ingewikkelde procedures en kleinzielige politici in regeringen die elkaar tegenwerken in plaats van samenwerken.

Toegegeven: Gatz en Marcourt hebben slechts een voorakkoord beklonken. Maar het is een essentiële stap in de richting van een definitief samenwerkingsakkoord over de coördinatie van de radiofrequenties, waar ook nog de regering van de Duitstalige Gemeenschap en de federale regering moeten mee instemmen. Zo’n samenwerkingsakkoord is cruciaal voor de hervorming van het radiolandschap in Vlaanderen en ook voor de verdere invoering van digitale radio via DAB+ in ons land. Een zaak waarmee we in Europa op z’n zachtst gezegd (ook) al lang niet meer bij de voorlopers behoren.

Communautaire geschillen over radiofrequenties duiken al langer dan een kwarteeuw om de zoveel jaren op. In het begin van de jaren tachtig van vorige eeuw, tijdens een vakantiejob waarvoor ik in Brussel moest blijven logeren, ondervond ik voor het eerst aan den lijve hoe vervelend het is als je favoriete radiozender de ether uitgeblazen wordt door een andere. Na minutenlang zenuwachtig gefriemel met de antenne van mijn radio om Jan Hautekiet op Studio Brussel te kunnen verstaan, gooide ik woedend het toestel weg. Gelukkig landde het zacht op bed.

Zelfs het internet bestaat zo lang nog niet als het communautaire radiogekrakeel. In een artikel uit De Standaard van 1998, in de periode dat de journalisten van de schrijvende pers op internetcursus werden gestuurd en moesten leren e-mailen, staat de volgende mooie zin uit de gave pen van Bart Dobbelaere: “Het jammere van radiogolven is dat ze niet stoppen aan de taalgrens.”

De toenmalige Vlaamse minister van Media, Eric Van Rompuy, had een nieuw frequentieplan klaar voor de lokale radio’s. Om te vermijden dat de zenders elkaar over de taalgrens zouden storen, pleegde hij overleg met de Franse Gemeenschap. Maar dat leidde tot niets en dus besliste de Franstalige minister-presidente, Laurette Onkelinx, haar eigen frequentieplan eenzijdig door te drijven. Waarop Van Rompuy de federale minister van Telecommunicatie, Elio Di Rupo, verzocht om te bemiddelen. Wat niet lukte. Vlak voor de verkiezingen wouden Onkelinx noch Di Rupo nog radiozenders in hun taalgebied voor het hoofd stoten.

Een ander krantenartikel draagt als titel: “Vlaamse en Franse gemeenschap maken einde aan slepende etheroorlog”. Het dateert van september 2000. De CVP is inmiddels door Verhofstadt met paarsgroene regeringen naar de oppositie verwezen en zie, alles wordt nieuw. De nieuwe liberale Vlaamse Mediaminister, Dirk Vanmechelen, en zijn collega van de PRL, Corinne de Permentier, sluiten, na de snelle en efficiënte bemiddeling van de nieuwe federale minister voor Telecommunicatie, Rik Daems, een radio-akkoord. Dat laat Vanmechelen toe om door te gaan met de invoering van landelijke commerciële radio in Vlaanderen. Hoera!

Twee jaar later is er weer etheroorlog, leert weer een ander artikel. De Raad van State heeft op verzoek van de Franse Gemeenschap en de RTBf frequenties geschorst die Vanmechelen had toegekend aan de fonkelnieuwe commerciële radiostations Qmusic en 4FM. De Vlaamse minister ging in beroep.

Hij ergerde zich bovendien, meldt de krant. Want de Vlaamse radio’s worden omgekeerd al jaren gestoord door Franstalige radio’s, in Brussel en langs de taalgrens. De Vlaamse Gemeenschap maakte daarvoor al vele keren zaken aanhangig gemaakt bij de Raad van State, kreeg er gelijk, maar de Franse Gemeenschap deed gewoon alsof haar neus bloedde, klonk het verbolgen. Filip Heyvaert, de woordvoerder van Vanmechelen, legde uit dat er nochtans een politiek akkoord was, maar dat de Raad van State daar geen rekening mee heeft gehouden omdat zoiets geen officieel akkoord is.

Drie maanden later lijken de plooien volgens de toenmalige kranten weer gladgestreken. Na bemiddeling door de federale regering, in een interministeriële conferentie voorgezeten door premier Guy Verhofstadt, werd een regeling gevonden die nadien geofficialiseerd werd op een Overlegcomité. Hoewel, over dertien frequenties bleef er wel onenigheid bestaan waar geen Verhofstadt-zalf voor mocht baten.

We maken een sprong naar februari 2006. Blijkbaar moet Verhofstadt nog eens tussenbeide komen in het geschil over de radiofrequenties. Want de nieuwe Vlaamse minister van Media, Geert Bourgeois, gebruikt een akkoord over die radio’s nu als hefboom om zijn handtekening te plaatsen onder een ander akkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen. Dat andere akkoord, nodig om de nieuwe Europese telecomregels in te voeren, o.a. over breedbandnetwerken, had er eind 2005 al moeten zijn. De Europese Commissie had ons land daarover al op de vingers getikt. Het nieuwsbericht uit de Tijd besluit dat de kans bestaat dat er een doorbraak komt op het volgende overlegcomité in maart.

Het volgende berichtje dat mijn aandacht trekt dateert van maart 2006: Raad van State schorst zestien frequenties van de VRT. U raadt het al: na een klacht van de Franse Gemeenschap en de RTBf. Bevoegd minister Bourgeois is not amused over “het triestig spelletje” waarin de RTBf de frequenties van de zusterzender in hetzelfde gebouw onder vuur neemt.

In november van dat jaar 2006, na de gemeenteraadsverkiezingen dus, komt het er dan toch van: een samenwerkingsakkoord over telecommunicatie laat toe ook in België de breedbandmarkt verder te liberaliseren. Ook Bourgeois haalde zijn slag thuis, want er is ook een akkoord, schrijft de Tijd, over de 15 jaar oude conflicten tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschap over radiozenders. Al zal het KB waarmee het radiodossier beslecht wordt, pas van kracht worden in juni 2008, omdat de Franse Gemeenschap die tijd nodig heeft om een nieuw radiofrequentieplan op te maken. De PS had eerst zelfs drie jaar uitstel gevraagd, maar moest wat inbinden. Helaas. Het KB zou nooit het daglicht zien.

Tijdens de vorige Vlaamse regering bleef het dossier onopgelost, hoewel de vergunningen van de radio’s toen afliepen. De radio’s bleven gewoon uitzenden, de mediaministers lieten gerechtelijke uitspraken voor wat ze waren en de etherpolitie BIPT deed of er geen vuiltje in de ether was. In februari 2011 was het Vlaams mediaminister Ingrid Lieten die naar de Raad van State trok omdat de Franse Gemeenschap de zendsterkte van dertien radiofrequenties in Brussel zonder overleg had verhoogd. Dat veroorzaakte volgens N-VA-parlementslid Wilfried Vandaele storingen tot in Antwerpen, een stad die zich opmaakte voor gemeenteverkiezingen die wel eens een omwenteling zouden kunnen veroorzaken.

Na die gemeenteverkiezingen van oktober 2012, in december 2012, maakten we een communautaire hoogdag mee in het Elysette in Namen. De Vlaamse regering van Kris Peeters en de Franstalige gemeenschapsregering van Rudy Demotte rookten er de vredespijp. Op een gezamenlijke ministerraad sloten beide regeringen een cultureel samenwerkingsakkoord, dat echter pas tijdens deze regeerperiode ingevuld werd met praktische initiatieven en evenementen. Ze werden het ook eens over de overheveling van de Plantentuin van Meise naar Vlaanderen, nog zo’n kiezeltje in de schoen dat al lang wrijving veroorzaakte.

En klap op de vuurpijl: Mediaminister Ingrid Lieten en haar Franstalige collega, Fadila Laanan, legden hun radioruzie bij. Ze spraken af de procedures bij de Raad van State op te schorten en een gezamenlijke databank van frequenties op te richten, om de problemen in kaart te brengen en tot een globaal akkoord te komen. Maar alweer bleef het, wat de radioruzie betreft, bij schone woorden, wensdromen en politieke afspraken zonder kracht van wet.

In de Vlaamse regering die in 2014 aantrad, kreeg Mediaminister Sven Gatz in de mot dat overal in Europa staten hun ether begonnen voor te bereiden op de komst van digitale radio, via DAB+. Zonder een akkoord over de frequenties met de Franstalige Gemeenschap, kon dat in ons land niet. Gatz belde met zijn Franstalige collega Marcourt. De ambtenaren, ingenieurs en kabinetslui van beide ministers onderhandelden maanden intensief. Niet alleen over de coördinatie van de radiofrequenties, ook over de opstelling van een globale databank en een berekeningsmethode voor toekomstige coördinaties van frequenties.

Dat (voor)akkoord ligt er nu. Waarmee de bal in het kamp van de federale regering en de regering van de Duitstalige Gemeenschap ligt. Om eindelijk een juridisch noodzakelijk samenwerkingsakkoord te sluiten.

Dit bericht werd geplaatst in media en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s