Al mijn illusies bloeien

“Al mijn illusies bloeien” is de titel van een biografie van een zekere Paul Pée. Het boek is geschreven door Eric Defoort, een professor geschiedenis, linkse Vlaamse beweger en N-VA-politicus die in december van vorig jaar overleed. Defoort, aan wie ik goede herinneringen bewaar, publiceerde die ‘Illusies” in 1991. Sindsdien tekent de titel soms mijn gemoedsstemming.

Hij verwijst naar het aanstekelijke maar naïeve enthousiasme van Paul Pée, de zoon van Willem en kleinzoon van Julius Pée, twee bekende liberale flaminganten uit een ver verleden. Defoort ontdekte de tot dan toe onbekend gebleven kleinzoon, van wie hij het leven zoveel interessanter vond dan dit van zijn vader en grootvader.

Zijn temperament sleurde Paul Pée (1899-1951) mee naar verkeerde vrienden en foute vriendinnen. Het leven van Paul leest als een trein met wagons van losbandigheid en geldzorgen, geweldige avonturen, onmogelijk realiseerbare idealen, verre einders,  verheven gedachten en verstreken deadlines. Tot het eindstation, dat Paul vooraan in de vijftig bereikt. Min of meer mijn leeftijd.

Het zou wel eens kunnen dat Eric Defoort in Paul Pée een stukje van zichzelf herkende: de enthousiaste, belezen en welbespraakte professor met zijn linkse Vlaamsnationalistische dromen, weidse armgebaren, welgemikte citaten en kwinkslagen. Zijn voorliefde voor de taal van Molière stond zijn engagement als Vlaamse beweger niet in de weg.

Defoort was ook de laatste ondervoorzitter van de Volksunie voor die partij ter ziele ging. Hij bereidde met Geert Bourgeois en Bart De Wever de vorming van een nieuwe partij voor, de N-VA. Later zou hij in conflict komen met Bourgeois en zijn activiteit verleggen naar de Vlaamse Volksbeweging, waar zijn linkse ideeën ook botsten met het gedachtegoed van de vooral rechts georiënteerde militanten. Hij zou nog voorzitter worden van de Europese Vrije Alliantie en bij de gemeenteverkiezingen van 2012 voor de N-VA opkomen in Gent.

Ik vind het heerlijk als mijn illusies bloeien. Het is typisch menselijk: vol enthousiasme met projecten bezig zijn, ook als die in de ogen van de ommewereld bitter weinig kansen op slagen hebben. Ontelbare auteurs werken uren in een bubbel aan een roman, waarop zelfs na jaren schrijven, schrappen en schaven geen uitgever zit te wachten. Verliefden dromen een lang leven van de mens bij wie hun coup de foudre op een koude steen valt.

En natuurlijk: heel wat politici geven hun beste jaren aan een idealistische strijd – voor een klassenloze maatschappij, een leefbaardere wereld of een nieuwe staat – die nooit wordt beslecht. Tegelijk voeren buiten de regeringen en parlementen de wereldverbeteraars geëngageerd actie tegen kernenergie en oorlog, of voor dierenrechten en gelijke kansen.

Tot wat niet werd verwacht, gebeurt. Toch. De laatste bladzijden van “Liefde in tijden van cholera” van Gabriel García Márquez schieten door mijn hoofd. Als Florentino Ariza in de herfst van zijn leven het hart verovert van Fermina Daza. Illusies bloeien nog het mooist als je ze zelf uit kunt laten komen. In fictie.

Dit bericht werd geplaatst in cultuur, geschiedenis, literatuur, politiek, samenleving en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s