Arnaud en Lara

Op een ochtend lag er op mijn bureau een dikke omslag. Hij bevatte het boek “Arnaud is een kunstenaar met het Downsyndroom, Lara een kunstenaar met een knieprobleem” van de hand van een zekere Lara Jakoba Breine.
In het boek zat een lief handgeschreven briefje van de auteur in drukletters, met de vraag om haar werk te lezen en haar te laten weten wat ik ervan vond.

Ik vond het geweldig.

De creatieve samenwerking tussen Lara en Arnaud Rogard begon als een project in het kader van de masterproef van Lara bij haar studies Beeldende kunsten aan de LUCA School of Arts in Gent. Lara had Arnaud voor het eerst gezien in de schouwburg van Kortrijk, waar hij zijn solovoorstelling “Alle mooie dinge is verdwene” danste. De kunstenaar van 38 met het downsyndroom droeg moederziel alleen op het podium de hele avond. Hij greep daarmee Lara en de andere toeschouwers bij de keel.

De tweede keer ontmoetten ze elkaar toen Lara als jobstudent werkte in “De Zandberg” in Harelbeke, een kunstwerkplaats voor mensen met een verstandelijke beperking en artistieke talenten. Zo’n vijftien maanden later startte tussen de twee artiesten een samenwerkingsproject van een jaar lang. Toen Lara hem vroeg of hij met haar wilde meewerken aan zo’n project, was ze ongelooflijk zenuwachtig. ‘Tot mijn groot geluk zei hij onmiddellijk ja.’

Arnaud woont beschermd samen met nog twee andere personen met een beperking. Hij werkt al sinds 1998 in de Zandberg. Hij drukt zich artistiek uit via tekenen, keramiek maken, gedichten schrijven en dansen. Het boek met de ontzettend lange titel vertelt het verhaal van de samenwerking. Om die te boekstaven, gebruikt Lara een heen-en-weerschriftje en vult ze een jaar lang elke werkdag, ’s woensdags in het zomeratelier van De Zandberg, haar logboek aan. Het was haar bedoeling Arnaud te prikkelen en uit te dagen. Maar ‘ik had niet kunnen voorzien dat de wisselwerking zo groot zou zijn.’

Voor Lara is er van in het begin geen twijfel mogelijk: deze man is een kunstenaar. Ergens halverwege het boek vraagt ze toch aan Arnaud of hij zichzelf als een kunstenaar ziet. ‘Ik weet het niet,’ antwoordt hij. ‘Ben jij een kunstenaar?’, vraagt Lara dan. ‘Ik ben een kunstenaar’, klinkt het. ‘Ik werk vanuit mijn fantasie’, zegt hij heel zelfzeker terwijl hij met zijn potlood naar zichzelf wijst.

Ze tekenden, schreven gedichten, onderzochten werk van andere kunstenaars en bezochten musea. Samen. En ze gaven elkaar de vrijheid om te doen wat ze zelf goed achtten. Lara introduceerde bij Arnaud de droge-naaldtechniek, haar ‘veilige haven’. Een droge naald is een diepdruktechniek uit de prentkunst waarbij met fijne, staalharde etsnaalden tekeningen worden gekrast in een plaat.

De eerste maanden moesten ze nog veel zoeken. Op de trein van Kortrijk naar Gent, onderweg voor een bezoek aan het S.M.A.K en het MSK, zitten ze zwijgend naast elkaar tot iemand iets humoristisch ziet en er de ander op wijst. ‘We lachen veel en Arnaud knuffelt mij vaak’, noteert Lara.

Stilaan raken ze aan elkaar gewend en voelt het samenwerken vertrouwd aan. ‘Bij hem zijn voelt als thuiskomen.’ Na een viertal maanden werden ze het eens te werken rond een concreet thema: de droomstad van Arnaud en Lara. Maar af en toe is er in het zomeratelier wel eens een mindere dag. Bijvoorbeeld omdat Arnaud overstuur is over iets, of verdriet heeft omdat hij iets niet begrijpt. Dan moet Lara haar therapeutische talenten boven halen. En is ze blij als hij terug vrolijk is.

001_tomdevisscher

Copyright Tom De Visscher

Ze nemen deel aan een projectweek co-creatie, improvisatie en experimenteren met andere masterstudenten in Croxhapox Gent. De projectweek gaat gepaard met een hele logistieke opdracht: elke dag van Kortrijk naar Gent sporen en terug, om dan met een geïmproviseerde taxidienst Arnaud thuis te brengen. Voor de eerste keer in zijn artistieke carrière werkte Arnaud in Croxhapox een van zijn tekeningen heel groot uit.

Niet alles lukt. Van het plan dat Arnaud Lara zou leren hoe je keramieken beelden maakt, komt niet veel in huis. Arnaud blijft het maar uitstellen en uiteindelijk wordt na overleg met de begeleidster van Arnaud beslist dat plan te laten voor wat het is.

Op een dag probeert Lara Arnaud uit te leggen dat kunstenaars soms kritisch moeten zijn voor hun werk, moeten kunnen zeggen welke werken beter zijn dan andere. Arnaud kijkt bedenkelijk als Lara hem verzekert dat zij streng is voor zichzelf. Ze schrijft op: ‘Wanneer het woord “streng” valt, trekt hij grote ogen en zegt hij mij dat hij bang is voor dat woord, het schrikt hem af. Voor hem is het allemaal goed.’

Toch moeten ze selecteren, want ze gaan een tentoonstelling opzetten. Die wordt het hoogtepunt van de samenwerking. In een van de enorme werkstudio’s van kunstencentrum Buda bouwen ze een installatie in hout, een huis waar ze hun werk kunnen ophangen.

Tijdens de creatieve samenwerking denkt Lara na over de verschillen en de gelijkenissen tussen hen beiden, de kunstenaar met het Downsyndroom en de kunstenaar met de zere knie. In haar masterproef vat ze die samen. Ze ziet volgende verschillen tussen haar en Arnaud. Hij is zekerder als hij werkt. Hij werkt zelden met inspiratiebronnen en kijkt niet naar andere kunstenaars. Hij weet niets van kunstgeschiedenis of over wat in de kunst actueel is en heeft geen kunstopleiding genoten buiten de opleiding in de Zandberg. De concurrentie zal hem worst wezen. De connecties die Arnaud in de kunstwereld opbouwt, kan hij enkel bereiken als een begeleider of familielid hem helpt. Hij heeft ook tijdens zijn werk nood aan begeleiding, heeft moeite om zich uit te drukken, de context rond zijn werk te verduidelijken of zelf te onderzoeken. Maar niets duidt er op dat de verschillen door zijn verstandelijke beperking zijn artistiek werk minder waard zouden maken, al blijft het verhaal achter het werk vaak een raadsel.

Er zijn ook gelijkenissen tussen beide artiesten. Ze zoeken beiden erkenning voor hun werk. Ze willen hun eigen stijl naar buiten brengen en zoeken tegelijk nog naar hun eigen stijl. Ze willen met hun werk iets vertellen. Hun manier van werken is gelijklopend: veel en graag gommen, ordelijk werken. Ze doen beiden graag hun ding. En ze zijn er zich van bewust dat ze iets maken dat iemand te zien zal krijgen.

En gelijk hebben ze: hun tentoonstelling is een succes. Op de voorgevel van hun houten huis schildert Arnaud in dikke zwarte letters: “Spannend, hé Arnaud? Neen Lara, het is boeiend!”

“Arnaud is een kunstenaar met het downsyndroom, Lara een kunstenaar met een knieprobleem” is te koop in boekhandels De Limerick en Riot in Gent en in De Groene Waterman in Antwerpen. Het met veel foto’s geïllustreerde werk is voor € 20 ook verkrijgbaar bij vzw Wit.h in Kortrijk. Het boek is een herwerkte versie van Lara’s masterscriptie en het verscheen n.a.v. de tentoonstelling “Arnaud Rogard Solo. Ik heb respect voor u” van 19-27 november 2016 in Wit.h.

Dit bericht werd geplaatst in cultuur, integratie en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Arnaud en Lara

  1. Diane zegt:

    Mooie mensen, en van jou mooi weergegeven….

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s