Vlaanderen en Nederland staan met hun gemeenschappelijke taal centraal op de Frankfurter Buchmesse, die dinsdag 18 oktober voor de VIP’s officieel wordt geopend.
Dat zogenaamde gastlandschap is in de eerste plaats te danken aan de vorige Vlaamse regering en de Vlaamse en Nederlandse Letterfondsen. De Buchmesse is weliswaar geen evenement als de Olympische Spelen, bedenkt de Grijze Man, maar zoals met een kandidatuur voor een prestigieuze internationale sportmanifestatie, gaat er ook aan een gastlandschap voor die boekenbeurs een lange periode van voorbereiding vooraf. Daarin gaan de kandidaten een schoonheidswedstrijd met elkaar aan. Vlaanderen en Nederland hebben die gewonnen.
Vier jaar lang is achter de schermen naar dit hoogtepunt voor onze Nederlandse letterenwereld toegewerkt. Met een al bij al bescheiden budget van 5,7 miljoen euro, met een indrukwekkend en innovatief programma, dat ook buiten Frankfurt en een heel jaar lang doorwerkt in andere Duitse steden, met een eigen intendant, de Bruggeling Bart Moeyaert.
Geen enkele boekenbeurs is voor het wereldwijde boekenvak zo groot en van zo’n betekenis als de Frankfurter Buchmesse, leest de Grijze Man. Er zijn meer dan 9.000 journalisten geaccrediteerd en ruim 10.000 uitgevers present, uit Duitsland, Europa en de rest van de wereld.
Ook de perscel van het kabinet leeft naar dit culturele festijn toe. Ziggy is een hele dag druk doende geweest om cijfermateriaal in infografieken te gieten. Die zullen de komende dagen de Facebookpagina van de minister verluchten. Eva bewoog hemel en aarde om de minister tijdens zijn blitzbezoek van anderhalve dag aan Frankfurt in zoveel mogelijk media te krijgen. Niet makkelijk, want met alle protocollaire verplichtingen die met het bezoek gepaard gaan, is er amper ruimte over voor interviews. Maar op de valreep sleepte ze in een toonaangevende krant nog een dubbelinterview uit de brand met de Nederlandse collega van Sven Gatz, Jet Bussemaker.
Voor de Nederlandstalige literatuur is Duitsland veruit het belangrijkste exportland, heeft de Grijze Man vernomen. Vertaald geraken is voor onze schrijvers een godsgeschenk, bedenkt hij. Een schrijver werkt gemakkelijk een jaar lang aan een roman. Soms nog veel langer. En het is nog maar de vraag of het werk ooit een uitgever vindt, weet hij.
Eens gepubliceerd, worden van een gemiddelde roman in Vlaanderen ongeveer duizend exemplaren verkocht. Dat beweerde althans de baas van de Grijze Man eens, die al een hele boekenplank op zijn naam heeft staan. Duizend stuks is bitter weinig, op een markt van zes miljoen Vlamingen, vindt de Grijze Man. Bovendien keert van een boek van pakweg 20 euro uiteindelijk maar een kleine 2 euro terug naar de schrijver ervan. Dat verklaart waarom Vlaanderen amper een handvol schrijvers telt die echt van hun boeken kunnen leven. Dan kan de introductie op een markt van bijvoorbeeld 80 miljoen Duitsers wel een grote slok op de borrel schelen.
Met alle spectaculaire cijfers over het succes van het gastlandschap die hij in De Standaard heeft gelezen, is de Grijze Man ervan overtuigd dat de Buchmesse het boekenvak en de literatuur in Vlaanderen en Nederland een boost zal geven, die verder zal uitstralen naar de brede Vlaamse cultuur, het toerisme en de economie. Ja, Vlaanderen en Nederland hebben op die Olympische Spelen van het boek nu al gouden medailles gewonnen.
Morgen, 11 oktober, staan Vlaamse en Nederlandse politici samen te pronken in een erepaviljoen op die Buchmesse, mijmert de Grijze Man, terwijl onze vorsten de taak wacht het lint te knippen. Met tal van andere zeer belangrijke personen en drie collega’s die minder schrijven en boeken lezen dan de Grijze man maar toch nuttiger zijn op het boekenfeest, zullen ze luisteren naar een heleboel toespraken.
Een van de mooiste, voorspelt de Grijze Man, wordt de toespraak van een gelegenheidskoppel: de Vlaamse debutant-dichteres Charlotte Van Den Broeck en de Nederlandse literaire meester Arnon Grunberg. In zijn romantische Heel-Nederlandse geest ziet de Grijze Man hen al timide maar overtuigd voor het voetlicht treden, met in de vooruitgestoken handen waarop hun ogen ootmoedig trots zijn gericht hun onzichtbaar geschenk voor de wereld: onze taal, zo gelijk en ook zo verschillend voor die Vlaamse onervaren dichteres en die Nederlandse gevierde schrijver. En ze zullen zeggen: ‘dit is wat wij delen.’
Toch wat spijtig dat ik zoiets moet missen, zucht de Grijze Man. Hoewel. Nu kan hij morgen eindelijk eens zijn uitpuilende boekenkast opruimen.