Om de veertien dagen heeft de Grijze Man een afspraak met zijn baas, Sven Gatz. Een uur lang onderhoudt de minister van Media dan zijn tekstschrijver over wat er precies in het boek moet staan dat als titel Over de media heb ik niets te zeggen heeft meegekregen. Zoals bij het vorige boek van Sven Gatz, Bekentenissen van een Cultuurbarbaar, was het de minister zelf die de titel had bedacht, tijdens een of ander cafébezoek wellicht.
In het bedenken van titels en ook wel van getwitter erkent de Grijze Man in Gatz zijn meester. Maar de Grijze Man zou pas echt een grijze man zijn geworden indien hij geen kritiek meer zou uitoefenen. Vorige keer had hij Gatz voor de voeten gegooid of hij dan echt dacht dat er intelligente lezers bereid zouden worden gevonden om een boek te kopen waarin een cultuurbarbaar bekent wat hij over cultuur denkt.
Maar de Grijze Man heeft ongelijk gekregen. Zoals gewoonlijk. Het boek over cultuur kreeg veel lovende besprekingen. Het slaagde er, volgens een medewerker van de uitgeverij die anoniem wenst te blijven, net niet in te verschijnen in de top 10 van de verkooplijst voor non-fictie.
Ofschoon zijn ongelijk pijnlijk duidelijk was, kan de Grijze Man het niet laten om opnieuw te vitten over de titel. Niet meteen tegen de minister weliswaar, maar tegen Ziggy. “Wie wil er nu een boek lezen over media van iemand die beweert dat hij daar niks over te vertellen heeft?” foeterde hij, met gesloten deuren verschanst in hun bureau, tegen zijn jonge collega. Ziggy zweeg wijselijk en luisterde verder naar Sven Gatz. Met zijn hoofdtelefoon op was hij een interview met de baas aan het uittikken. De perscel moet van de minister en de woordvoerster immers meer “eigen redactie” verzorgen, dus zelf Gatz-nieuws maken. Dat lukt voorlopig vooral goed op de website en de Facebookpagina van de minister.
Tijdens een van de gesprekken voor het nieuwe boek lichtte de minister de Grijze Man voor over de geboorte en de ontwikkeling van het Vlaamse media-ecosysteem, die enigszins anders zijn gelopen dan die van het Deense, Waalse of Nederlandse, laat staan van het Duitse en Slovaakse. De Grijze Man begreep er weinig van, met zijn beperkte en bovendien verouderde begrip van de media. Maar hij werd gered door een onverwachte klop op de deur. Het was Eva. Ze zwaaide met een bijlage van een wekelijks nieuwsmagazine dat de aderlating in het abonneebestand net opnieuw trachtte te bezweren met een nieuwe hoofdredacteur.
Het blad had een ex-journalist geïnterviewd die tegenwoordig tv-programma’s maakt. De man had in één zinnetje ook zijn mening gegeven over Sven Gatz. En die luidde, kort en krachtig maar slechts op grond van één uit zijn context gerukte uitspraak in het Parlement: “Sven Gatz is de slechtste minister van Media ooit.”
Toen Sven Gatz het oordeel aanhoorde, haalde hij zijn schouders op. Hij draaide zich naar de Grijze Man en zei: “We leven in een land waar persvrijheid heerst. Dat houdt in dat een journalist uit zijn nek mag kletsen zoveel hij wil. Schrijf dat maar op.” De Grijze Man noteerde ijverig. “De persvrijheid”, ging de minister fluks verder, “laat zelfs toe dat journalisten op grond van dezelfde feiten, tot een tegengesteld besluit komen.”
Ja, dat huzarenstukje herinnerde de Grijze Man zich nog. Twee journalisten die de media volgen en haast dagelijks doen alsof ze met kennis van zaken het medianieuws verslaan, hadden na het aanhoren van dezelfde briefing van Sven Gatz een artikel gepubliceerd. De titel van de ene sterjournalist luidde Gatz knipt vleugels VRT, terwijl de andere pennenridder kopte Gatz knipt vleugels VRT niet.
“Aha, ik begrijp het”, zei de Grijze Man, na enige seconden van inwendige reflectie. “Het is nu dus wachten op een journalist die jou de beste minister van Media ooit noemt.”
*In juni 2016 verscheen van minister Sven Gatz “Over de media heb ik niets te zeggen”, een boek over media, met vele medewerkers van een hoog niveau. Elk hoofdstuk van Sven Gatz in dat boek, wordt besloten met een column van De Grijze Man. Bovenstaande column volgt op het vierde hoofdstuk, “De schoonste vrijheid”. Het boek is uitgegeven bij Van Halewyck en voor € 16 verkrijgbaar in de boekhandel.