Twintig minuten voor 140 tekens*

In een vorig leven is de Grijze Man student geweest in de communicatiewetenschap. Ongeveer alle kennis die hij op de Leuvense universiteitsbanken met grote gretigheid tot zich heeft genomen, is vandaag nutteloos en voorbijgestreefd. Hij troost zich met de gedachte dat zoiets wel nog voor meer mensen van zijn generatie het geval zal zijn.

Voor zijn eindverhandeling, vandaag noemt men dat een masterproef, doorwrocht hijgatz-cover stapels telexen van buitenlandse nieuwsagentschappen. Ze ratelden bij het Belgische persbureau Belga binnen in het midden van de redactie, beschut door een speciaal serre-achtig hok, om de geluidsoverlast te beperken. De cursus “Omroeporganisatie”, gedoceerd door de toenmalige administrateur-generaal van de BRT, bevatte geen letter over commerciële televisie om de goede reden dat die in België nog moest worden uitgevonden. Aan het Centrum voor Communicatiewetenschap van de universiteit was een assistent aan de slag die gedoctoreerd had over de zogenaamde nieuwe media. Een cursus “Nieuwe Media” was nog toekomstmuziek, maar wie er toch al in geïnteresseerd was kon zijn doctoraat lezen. Het was als een turf van 640 bladzijden gepubliceerd onder de titel “Teletekst en viewdata”. Teletekst, gelanceerd in 1980, bevond zich in die tijd bij de openbare omroep nog in een experimenteel stadium. Zouden er vandaag nog veel teletekstgebruikers zijn, behalve om andere programma’s te volgen met ondertitels? Die bladzijde 888, met de ondertitels, is de enige die op termijn van de dienstverlening zal overblijven, want in de nieuwe beheersovereenkomst wordt ze niet meer verplicht opgelegd. En wat waren viewdata ook alweer? Inderdaad: videobeelden op de computer.

Een van de proffen van de Grijze Man hielp hem aan een erg interessante studentenjob: elke week een stukje schrijven over het studentenleven in de Leuvense editie van de Gazet van Antwerpen. Die katholieke krant had in die tijd nog een kantoor in de Bondgenotenlaan, bemand door twee beroepsjournalisten en een secretaresse. De Grijze Man moest zijn stukken op een mechanische typemachine tikken, op speciaal ultradun gifgroen papier waarop het aantal lijnen stond voorgedrukt, zodat hij wist wanneer hij de maximale opgegeven lengte had bereikt. De Grijze Man schreef over van alles. Over de 24 urenloop, een geanimeerde loopwedstrijd tussen de faculteitskringen die toen al een traditie was. Over de nieuwjaarsreceptie van CDS, de Christendemocratische Studenten, in die katholieke krant een verplichte opdracht. Op eigen initiatief interviewde hij de studentendokter van de KUL. Over dat vraaggesprek was de Grijze Man bijzonder in zijn nopjes. Tot hij in de krant zag dat wat hem de meest nieuwswaardige alinea’s leken, over abortus bij studenten, zonder poespas waren geschrapt.

In een later leven is de Grijze Man zelf beroepsjournalist geweest. Halverwege de jaren negentig stond hij in Neufchâteau met vele collega’s op wacht aan het gerechtsgebouw waar Dutroux werd verhoord. Hij hoopte dat de batterij van een van die eerste gsm’s die op de redactie hun intrede hadden gemaakt, niet plat zou zijn op het moment dat er nieuws te melden was. De batterij ging plat, maar de krant miste geen nieuws omdat de misdadiger die dag zijn kaken op elkaar hield.

In 2005, na enkele jaren speechwriter te zijn geweest, werd de Grijze Man woordvoerder. Op het kabinet van minister Marino Keulen, bevoegd voor Binnenlands Bestuur, Inburgering, Stedenbeleid en Wonen, merkte hij op zekere dag deining bij de jongere collega’s over een of ander nieuwtje op een medium dat luisterde naar de naam Facebook. Pas toen hij het gevoel had dat hij te veel pret miste, liet hij zich door zijn medewerkster op de perscel bijstaan om een eigen profiel op de sociaalnetwerksite aan te maken. Zijn minister bleef eerst halsstarrig weigeren om met die nieuwlichterij mee te doen. ‘Laten we ernstig blijven in onze communicatie’, hield hij zijn woordvoerder voor. Vandaag zit de baas van toen wel op Facebook, maar hij is geen minister meer, al heeft het ene natuurlijk niet met het andere te maken.

Tegenwoordig is de Grijze Man tekstschrijver van de minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel. Op de perscel werkt hij samen met woordvoerster Eva en medewerker Ziggy. Gisteren verloor hij meer dan een kwartier tijd om een geschikte tweet te helpen bedenken waarmee de minister zijn deelname aan een voetbalwedstrijd voor een goed doel op een treffende wijze zou kunnen aankondigen. Eva en Ziggy beweren dat Twitter een geschikt medium is, snel, informatief en kernachtig, om een massa journalisten, politici en politiek geïnteresseerden te bereiken. Meestal houdt de minister zelf de hand aan zijn Twitter. Zijn vingervlugheid zorgt weleens voor gevloek op de perscel. In een kwartier tijd kan de Grijze Man naar eigen zeggen een tekst schrijven van anderhalve pagina, in punt 12 en met anderhalve interlinie. “Twintig minuten voor 140 tekens”, mopperde hij. “En dan zeggen jullie dat de wereld van de media altijd sneller draait.”

*In juni 2016 verscheen van minister Sven Gatz “Over de media heb ik niets te zeggen”, een boek over media, met vele medewerkers van een hoog niveau. Elk hoofdstuk van Sven Gatz in dat boek, wordt besloten met een column van De Grijze Man. Bovenstaande column volgt op het eerste hoofdstuk, “Andere tijden, andere media”. Het boek is uitgegeven bij Van Halewyck en voor € 16 verkrijgbaar in de boekhandel.

Dit bericht werd geplaatst in De Grijze Man, media en getagged met , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s