Brussel kan zo hip zijn als New York of Berlijn

Ze zijn allebei geboren in de gouden jaren zestig. Tussen Caroline Pauwels, de nieuwe rector van de VUB en hoogleraar in de communicatiewetenschappen, en Sven Gatz, de liberale minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, leeft een sterke verstandhouding. Ze staan geëngageerd in het leven en hun bevlogenheid vonkt in wat ze vertellen: over onze jeugd, de diverse samenleving en de stad waarin ze leven en werken: Brussel.
Jullie stad heeft een nare periode achter de rug en krabbelt langzaam recht na de aanslagen van 22 maart. Kijken jullie met een bang hartje naar de toekomst?
Sven Gatz: Brussel heeft inderdaad een grote klap gekregen. Maar de stad toont ook haar veerkracht. De inwoners rechten hun rug. Er ontspringen mooie initiatieven. Van onderen uit en ook in de politiek groeit de samenhorigheid en solidariteit. Kijk bijvoorbeeld naar de imagocampagne sprout to be Brussels (https://sprouttobebrussels.be/): kleine en grote bedrijven die een coalitie hebben gevormd, hoofdzakelijk met privégeld, maar ook met steun van het gewest en de Vlaamse overheid. Die campagne mikt op een lange termijneffect, zoals New York of Amsterdam dat hebben voorgedaan, met een iconisch beeld van de stad dat jarenlang mee kan. En dan is er de vanuit de overheden aangestuurde campagne Mixity (https://visit.brussels/nl/sites/mixity/), die bewust mikt op het overstijgen van de tegenstellingen in een superdiverse stad waar 183 nationaliteiten samenleven en haast honderd talen worden gesproken. Mixity werkt inhoudelijk op het vergroten van begrip, respect en samenwerking met een gevarieerd programma van debatten, tentoonstellingen en diverse projecten.

U hebt zelf ook een voorstel gelanceerd, de tweede Brusselstem.
Sven Gatz: Ja, ik zie in die tweede stem een manier om de Brusselaars beter te verenigen, hen het gevoel te geven echt deel uit te maken van één stad. Zoals de verkiezingen voor het Brussels gewest vandaag worden georganiseerd, moet je je immers eerst bekennen tot één van de twee taalgroepen, en heb je als inwoner geen vat of democratische invloed op de samenstelling van de andere groep verkozenen. De tweede Brusselstem laat de kiezer toe om naast een stem binnen zijn taalgroep als hij dat wil ook te stemmen voor kandidaten van een lijst uit de andere taalgroep. De tweede Brusselstem geeft de Brusselaars zo de kans om zich beter een inwoner van die ene stad te voelen.
Caroline Pauwels: Ik zie in Brussel ook een grotere betrokkenheid van de inwoners bij de toekomst van de stad. De aanslagen hebben een zekere urgentie gelegd in dat besef: het is nu dat we iets moeten doen, nu moeten we ons verbonden tonen! Ook voor mij, als rector vanaf september, wordt dat een prioriteit. Tijdens de rectorverkiezingen raadden sommigen me aan te zwijgen over Brussel. Dat heb ik niet gedaan. En ik ben toch verkozen geraakt. Ik had het gevoel: dat is net waar het ook om draait nu, die band met Brussel.

Maar uit een enquête bleek net dat de VUB niet wordt getypeerd door een sterke band met Brussel?
Caroline Pauwels: Ja, die enquête bij alumni, studenten en personeel is genuanceerd: ze merken terecht op dat we een betere band met Brussel nodig hebben. Een wervend Brussel-verhaal voor de VUB is gewoon nodig. Om te beginnen wil ik intensiever samenwerken met de ULB. Het wordt hoog tijd dat Brussel zich profileert als de grootste studentenstad van het land. Over het grondgebied van Brussel-Hoofdstad vormen alle studenten een gemeenschap van 100.000 jonge mensen, studerend aan de vele hogescholen en universiteiten die er een voet aan de grond hebben.

Sven Gatz: Toen ik nog in de Raad van Bestuur van de VUB zat, tikten we als klein broertje al op de schouder van de ULB: kunnen we niet meer samenwerken? De ULB schokschouderde nog, oké dan, we hebben geen bezwaar. Maar inmiddels ziet men ook daar het voordeel in van samenwerking. Brussel is veranderd: de Vlamingen waren historisch de minderheid in Brussel, vandaag is elke groep meer en meer een minderheid in een stad vol minderheden. Als in deze superdiverse stad van minderheden iedereen meer zou samenwerken, zou Brussel echt kunnen boomen. Dan kan Brussel even hip, vernieuwend en begeesterend worden als Berlijn of New York.

Caroline Pauwels: We moeten als VUB en ULB meer inzetten op twee zaken: ten eerste Sven en Carolinewillen we dus een sterkere relatie met de stad. We moeten met het openbaar vervoer beter bereikbaar zijn in Elsene en meer zichtbaar zijn in het centrum van de stad. Daarom openden we het academiejaar vorig jaar bijvoorbeeld vanuit Bozar. De bedoeling was daarmee een statement te maken: de VUB is een universiteit die een hart voor Brussel heeft en dat wil laten zien in een van de grote centraal gelegen culturele instellingen.
En ten tweede willen we als VUB beter rekruteren uit de stad, ook om onze aula’s diverser te maken. Zoals andere universiteiten willen we niet alleen beter nationaal en internationaal rekruteren, maar ook regionaal en lokaal. Waarmee ik wil zeggen: de VUB moet de natuurlijke poort zijn waar iedereen binnenloopt die universitaire studies wil aanvatten na het Nederlandstalig onderwijs in Brussel te hebben gevolgd. Daarvoor hebben we een tutoring-project opgezet, waarbij studenten van de VUB leerlingen uit het middelbaar onderwijs helpen hun taalachterstand Nederlands weg te werken en leren studeren. We hebben ook vastgesteld dat het openen van bibliotheken om te studeren niet alleen tegemoet komt aan een trend om collectief te studeren, wat de discipline en ijver ten goede zou komen, maar dat dit een nood lenigt bij studenten uit kansarme gezinnen om een goede studieplek te vinden. Omdat zij thuis vaak niet over de luxe beschikken van een eigen kamer waar ze rustig kunnen studeren.

Sven Gatz: Ook vanuit mijn bevoegdheden als minister zet ik in op meer samenwerking en diversiteit. Ik organiseerde een burgerkabinet om bij gewone jongeren en burgers te polsen hoe zij zelf het jeugdwerk in Vlaanderen, waarin we echt een wereldtopper zijn, diverser zouden maken, want dat is helaas al jaren een pijnpunt. Daarnaast organiseert de Vlaamse Jeugdraad samen met ons ook een eigen traject om de diversiteit bij jeugdbewegingen en jeugdhuizen te versterken. Specifiek voor Brussel probeer ik jongeren van diverse origine beter te betrekken bij hun wijk en buurt, over de grenzen van taal, cultuur, religie of etniciteit heen. Deze methodiek van straatburgerschap moet de identiteit van de jongeren versterken, hen stimuleren om zich nuttig te voelen in die Brusselse melting pot. In onze hoofdstad werk ik, naar het voorbeeld van het Brussel Kunstenoverleg, ook aan een gemeenschapsoverschrijdend overlegplatform voor alle organisaties en verenigingen in de jeugdsector.

Jullie zijn generatiegenoten, geboren in de jaren zestig en student in de jaren tachtig. Hebben jullie het gevoel dat jongeren vandaag veel verschillen van toen jullie jong waren?
Sven Gatz: Al bij al denk ik niet dat er grote verschillen zijn. De wereld is veranderd en zoals overal en altijd loopt de jeugd voorop: jongeren zijn vandaag met smartphones en internet op een heel andere manier met elkaar en de wereld geconnecteerd als wij, die nog de luxe van de onbereikbaarheid genoten. En misschien zijn jongeren vandaag wel braver geworden dan wij.

Caroline Pauwels: Ik denk dat jongeren vandaag zeker even geëngageerd zijn. Door continu geconnecteerd te zijn, krijgen ze veel meer externe impulsen, veel meer instant-toegang tot informatie. Daardoor wordt het voor hen misschien moeilijker om zich ergens echt op te concentreren. Het zou kunnen de opmars van het collectief studeren verklaren: samen in een bib studeren verplicht hen elkaar niet met gsm’s of gechat te storen. Ik denk ook dat jongeren vandaag sneller autonoom zijn dan wij. En dat we hen nog te paternalistisch behandelen. Studenten hebben vandaag een meer open en vrije verhouding met hun ouders, met de voordelen en de nadelen daarvan. Maar die evolutie is nog niet helemaal doorgebroken in het mee besturen, bijvoorbeeld van de universiteit waaraan ze studeren. De VUB betrekt de studenten al sterk, door bijvoorbeeld het recent ingevoerde directe kiesrecht bij de rectorverkiezingen. Ik wil graag onderzoeken of we zo nog verder kunnen evolueren.

Hebben studenten het vandaag moeilijker dan vroeger?
Sven Gatz: Ik denk het. De wereld is groter en nabijer door de nieuwe media en technologie. Bovendien is de studiedruk groter, door meer examenperiodes en een grotere flexibiliteit in het studiesysteem.

Caroline Pauwels: Ja, maar ze maken tegelijk ook graag gebruik van die flexibiliteit. Soms loopt dat eens mis, maar was het vroeger dan anders? En in wezen zijn studenten en jongeren vandaag zoals vroeger vooral bezig met grote, levensbelangrijke vragen: wie ben ik? Wat wil ik? Met wie wil ik mijn leven delen? Ben ik bij mijn lief gelukkig?

Waren jullie goede studenten?

Sven Gatz: Euh, ik was als student vooral bezig met de scouts en de politiek. Ik studeerde genoeg om voldoendes te halen.

Caroline Pauwels: Hm, ik heb wel mooie graden gehaald.

(Bovenstaand interview werd deze week in een ingekorte versie gepubliceerd in Blauw, het ledenblad van Open Vld. Het werd meer dan een maand geleden afgenomen, op 3 juni, wat verklaart waarom er geen sprake is van de publicatie van het nieuwe boek van Sven Gatz over de media, waaraan Caroline Pauwels heeft meegewerkt, noch over de beslissingen die Sven Gatz vorige week trof over de vijfjarige werkingssubsidies in het kader van het Kunstendecreet) 

 

Dit bericht werd geplaatst in Brussel, politiek, samenleving en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s