Berichten uit de tussentijd (2)

Vanaf vandaag gaat de vertrekhal op de luchthaven van Zaventem opnieuw deels open. Hoog tijd. De nationale luchthaven en de Brusselse metro beleefden op 22 maart een verschrikking die in heel ons land nog altijd zichtbare gevolgen heeft.

Na de shock kwam het herstel op gang, maar de revalidatie sleept aan. Zolang niet alles op de luchthavens, in de metro of in de stations terug helemaal normaal oogt, blijft heel België lijden en verliezen.

Enkele maanden geleden hadden Greet en ik een citytrip geboekt naar Berlijn. Met Ryanair vanuit Zaventem. Onze dochter Winke woont sinds enkele maanden in Berlijn om er haar Duits te perfectioneren. Het verbaasde ons al hoe goedkoop het is om over en weer te vliegen naar Berlijn. Een retourvlucht kost, tijdens de daluren, minder dan een treinticket van Leuven naar Oostende. Je moet er dan wel het nadeel bijnemen dat je nog een klein uurtje metro nodig hebt om in hartje Berlijn te geraken. Maar hartje Berlijn is in die fantastische en veelzijdige stad van 3,5 miljoen inwoners een relatief begrip.

De aanslagen van 22 maart in Brussel en Zaventem hadden voor onze vlucht voor gevolg dat Ryanair ons een aanpassing van het reisschema mailde: aan de heenvlucht veranderde niets, maar voor de terugvlucht zouden we landen in Charleroi in plaats van in Zaventem. Dat maakt het bvb al niet mogelijk om met de auto naar de luchthaven te gaan. Bovendien moesten we drie in plaats van twee uur voordien in Zaventem zijn, ten gevolge van de verstrengde veiligheidsmaatregelen.

Omdat onze vlucht al om 8:20 u zou vertrekken, was het zo niet meer mogelijk om met het openbaar vervoer vanuit Haacht tijdig in Zaventem te geraken. En de terugvlucht op een zaterdag naar Charleroi maakte het minder evident dan op een weekdag om met het openbaar vervoer vanuit Charleroi terug thuis te geraken. Nu ja, dat moet dan maar, dachten we.

Mijn broer was zo vriendelijk ons op een ontiegelijk vroeg uur naar Zaventem te rijden. Na de eerste sluis met politie en militairen reden we parking P2 in, de nieuwe kiss and ride. Via de lift in de parking leidden militairen, politie en veiligheidspersoneel de toestromende passagiers via het voetpad langs de oude kiss and ride naar de uitritkoker van de parking tot aan de bussenplatforms. De donkere wandeling tussen spiedende soldaten en politiemannen geeft je een sinister en onbehaaglijk gevoel. De passagiers stappen zo snel ze kunnen, de valiezen op wieltjes achter zich aan ratelen op de tegels en het ruwe beton. Sommigen proberen nu al een metertje aanschuiven te winnen in een race naar de eerste controle. We worden naar een tent van De Boer geleid. Het is een beetje aanschuiven om een eerste post van militairen met bruine mutsen te passeren. Dit lijkt echt een land in oorlog.

Aan de ingang van de tent moeten we onze afgedrukte vliegticketten of boarding passen en identiteitspapieren laten zien. Een Congolees kan zijn ticket alleen digitaal tonen op zijn iPad. Er volgt een discussie met de soldaten aan de ingang. Wij mogen door. Als we na een meter of vijftien aanschuiven de eerste veiligheidscontrole van onszelf en onze handbagage gepasseerd zijn, zien we achter ons de Congolees nog altijd palaveren met de militairen.

We lopen de tent uit het luchthavengebouw in. Wat verder komen we vanuit een andere richting dan normaal aan de vertrouwde installaties voor de veiligheidscontrole. Er heerst een drukte van jewelste. Weer aanschuiven. De scanner wil onze boarding passen niet scannen. Er wordt een chef bij geroepen. Hij neemt onze passen en identiteitskaarten mee naar een bureautje. Wij moeten inmiddels onze valiesjes openen, want er blijken kleine flesjes en tubes in de toilettas te zitten. En die toilettas hadden we uit de handbagage moeten halen, bitst een controleur. Hebben jullie dat dan niet gezien, vraagt hij verstoord. Neen, dat hadden wij niet gezien. Wat ik nu wel zie, is dat ongeveer één op drie reistassen om een of andere reden blijkbaar niet door de controle geraakt. Hier wordt een pak strenger gecontroleerd dan vroeger, besef ik. Nog vooraleer de handbagage helemaal gecheckt is, krijgen we van de chef onze papieren terug. Het is in orde, we zijn binnen.

We gaan ontbijten met zicht op de zonsopgang. We hebben nog een zee van tijd vooraleer zaventemhet vliegtuig zal opstijgen. De vlucht is om 8:20 u. Onze boarding pas zegt dat de gate sluit om 7:50 u. De tabellen met de geplande vluchten zeggen dat het nummer van de gate voor onze vlucht bekend wordt gemaakt om 7:35 u. Waarom zo krap voor het sluiten van de gate, vraag ik me af. Voor sommige gates geven de tabellen tien minuten wandelen aan. Daar word ik zenuwachtig van. Waarom kan men dat gatenummer niet vroeger bekend maken?

Maar alles loopt vlot. We moeten naar een gate die maar één minuut lopen kost. Het vliegtuig vertrekt om 8:35 en landt toch nog vijf minuten vroeger dan gepland op Berlin-Schönefeld. We lopen op minder dan vijf minuten de Duitse luchthaven door. In de aankomsthall sluiten we Winke in onze armen. We hebben nergens militairen of politiemannen gezien. Of we hebben er op een of andere manier niet op gelet. Wat een verademing.

Bij de terugreis loopt in Schönefeld alles weer op wieltjes. Op minder dan vijf minuten zijn commandowe de veiligheidscontrole gepasseerd. Het halfgevulde flesje water dat nog in mijn rugzakje zit, moeten we opdrinken of afgeven. We zien geen politiemannen of militairen, wel kordate security agenten die aan één bagagecontrole genoeg hebben. In het vliegtuig van Ryanair zijn de stoeltjes maar voor de helft gevuld. Deze vlucht lijkt me allesbehalve winstgevend, bedenk ik. Een uur en twintig minuten vliegen later, in de aankomsthall van Charleroi, zijn de commando’s van Flawinne met hun groene mutsen de eersten die ik zie. Ze controleren de toegangen en lopen wat te paraderen.

Ik heb online tickets gekocht van Flibco, het bedrijf dat private shuttlediensten organiseert tussen Charleroi en het treinstation van Brussel-Zuid. Om de twintig minuten, zegt de website. Om de 20 tot 30 minuten, preciseert de print van de boeking. Om de dertig minuten, corrigeert de assistente aan de vertrekstand van Flibco, waar een rij van tientallen meters wacht. Na iets meer dan een uur recht staan in de rij aan de halte geraken we eindelijk op een bus. ‘Wat is het kalm vandaag’, zegt de buschauffeur. ‘Vanochtend was het hier chaos.’ Hij begrijpt niet hoe het komt dat “men” meer dan vijf weken na 22 maart alles nog zo in het honderd kan laten lopen.

Wat verder onderweg passeren we de controlepost voor de auto’s en bussen die de vluchthaven naderen. De politie en de commando’s onderwerpen elke wagen aan een grondig onderzoek. Er staat een file zo ver het oog reikt. De busreis naar Brussel verloopt wel gesmeerd. Aan Brussel-Zuid worden we weer wegwijs gemaakt door onze overwerkte militairen, deze keer dragen ze zwarte mutsen.

Ze verhogen misschien het veiligheidsgevoel bij een deel van de mensen, maar ze jagen de toeristen weg of weerhouden hen ervan ons land nog eens te bezoeken, bedenk ik. De aanslagen waren verschrikkelijk, maar zoveel weken later voeden we wereldwijd nog altijd de tegengoesting om naar Zaventem, Brussel of België te komen.

Dit bericht werd geplaatst in Brussel, reizen, samenleving en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s