Tennissen met Raf

Vorige week droomde ik dat ik met Raf aan het tennissen was. Dat is nooit gebeurd en zal nooit meer gebeuren. Raf is dood. Ik heb met hem nooit getennist. Ik betwijfel trouwens sterk of Raf ooit heeft getennist. Raf had aan sporten hetzelfde broertje dood als aan korte broeken.

In mijn droom stopten we na een tijdje met tennissen omdat we allebei zweetten als een paard. We zetten ons op een bank om even te rusten en een sigaret te roken. We raakten aan de praat en met de tijd vloog ook onze zin om te tennissen weg. Toen we uit de sporthal wilden vertrekken, bleek opeens de tennisracket van Raf spoorloos verdwenen. Ook zijn jeansvestje hing niet meer aan de kapstok. In mijn droom dacht ik: dat is nu iets dat alleen Raf kan overkomen: je laten bestelen waar je bij zit.

Daarop werd ik wakker. Ik herinnerde me niet of Raf in mijn nogal absurde droom een tennisshort aan had. Maar ik herinnerde me wel loepzuiver dat gevoel van ergernis om Raf, in een bepaalde periode van zijn leven, toen ik samen met hem welpenleider was: om zijn nonchalance met zijn of andermans spullen, om zijn vergeetachtigheid, om zijn te laat komen, soms niet verwittigen op vergaderingen of afspraken. Ik weet nog hoe hij dat dan nadien met zijn typische, half verlegen gibberlach trachtte goed te maken. Hoe ik het dan na enkele minuten al veel minder erg vond. Vreemd hoe ik in een absurde, onmogelijke droom uit mijn onderbewustzijn een gevoel op spitte van vreselijke ergernis over niet eens zo grote tekortkomingen van een overleden bovenste beste vriend.

Vorige week had ik mijn jaarlijks rendez-vous met mijn oude studiegenoot Geert. Na een geduldonderbreking van vele jaren hebben we de draad van vroeger weer opgenomen. Voor de derde keer in even veel jaren is dat gelukt, ergens halverwege Haacht en Kortrijk, maar toch het liefst in Gent. We spraken af aan het standbeeld van Artevelde op de mooie Vrijdagmarkt. Zoals elk jaar waren we beiden redelijk stipt. Na een wandelingetje belandden we in een kroeg met de mooie naam ‘t Geduld, waar een Nederlander tapte, we Lefort van het vat dronken en Geert de tekst van Dylans Hurricane nog altijd kon meezingen.

Zoals elk jaar maakten we een stand van zaken op voor elkaar: over de vrouwen en de kinderen, over de actualiteit en over vroeger, over het werk en over het leven, over ons geluk en ons verdriet. We meanderen van het ene onderwerp in het andere verhaal en ineens vertelt Geert dat hij niet zo lang geleden diep getroffen was door de veel te vroege dood van een jeugdvriend, wiens naam er verder niet toe doet. Over de dode als jonge man rakelt Geert een anekdote op die ik al weer vergeten ben. Ik weet wel nog dat er tranen in zijn ogen kwamen en dat ik meteen voelde hoe mijn eigen ogen zich vulden, hoe we elkaar door een glazig waas bekeken, in een korte, warme stilte. Allebei denkend, zo geloof ik: hopelijk kunnen we dit nog vele jaren samen doen. Twee nachten later tenniste ik met Raf.

Dit bericht werd geplaatst in vriendschap en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Tennissen met Raf

  1. Anoniem zegt:

    Mooi Peekes en het klopt. Merci.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s