Mannen ondereen

Iedereen die de Grijze Man een beetje kent, weet dat hij op dinsdagavond terug te vinden is in Café Den Dijk, de cafetaria van de gelijknamige sporthal in Haacht. Hij bevindt zich dan in het gezelschap van zijn vrienden, dat luidruchtiger wordt naargelang de avond vordert.

In een licht aangeschoten toestand heeft de Grijze Man zijn vrienden ooit beloofd dat hij over de avonturen van die mannenclub een boek zal schrijven. De mannengroep gaat al jaren mee en heeft zich stelselmatig met verse exemplaren uitgebreid. De bijeenkomsten startten zo’n vijftien jaar geleden. Om een tekort aan lichaamsbeweging tegen te gaan, gingen enkele vrienden op een avond in de week een uurtje badmintonnen met hun vrouwen.

Aan die lankmoedige vorm van lichaamsbeweging heeft de Grijze Man nooit deelgenomen. Hij werd door een vriend en een schoonbroer pas bij het badmintonnen gehaald toen de vrouwen het niet meer zagen zitten om ‘s avonds laat de zetel voor hun televisie te ruilen voor fysieke inspanningen in een sportzaal. Onder mannen daarentegen was de après-badminton al gauw langer geworden dan de badminton zelf. In het turnzaaltje aan het schooltje van Haacht-Station brachten de mannen om beurt een bak pils mee. Op die manier konden ze bij het kaarten en zapzeveren genieten van een pint rond de plint, het gymtoestel dat ze bij die leukere vorm van lichaamsbeweging als tafel gebruikten.

Na enkele jaren was een klein probleempje om het zaaltje te kunnen blijven gebruiken, voldoende aanleiding om de brui aan de racketjes en pluimpjes te geven. De mannen verkasten naar de cafetaria van sportzaal Den Dijk. Vanaf 21 uur geven ze zich daar over aan een grote verscheidenheid van dranken en bordspelen. Spelen en drinken had de mannenclub, tegenwoordig aangedikt tot veertien leden, van jongsaf geleerd bij de scouts. Op een verloren gelopen West-Vlaamse verstokte vrijgezel na, die zijn korte broek bij de KSA had versleten en dan ook jarenlang cola heeft gedronken tot hij recent om redenen van gewicht is overgeschakeld op groene limonade. Zo komt het dat de Grijze Man op dinsdag omringd is door liefst drie struise kerels die hij als Akela van een welpenhorde rond het kampvuur het Avondlied heeft leren zingen.

Eerbied voor zijn grijze haren brengen deze jonge vaders voor hun Akela niet meer op. Toen de Grijze Man deze week als eerste de mannenbijeenkomst ruilde voor zijn bed, schamperde een van de mannen hem toe wanneer hij nog eens eindelijk een goeie blog zou schrijven in plaats van boekrecensies of erger nog, vervelende reisverhaaltjes in de reeks Steden uit België. Een andere had zich eerder op de avond al druk gemaakt over de afwezigheid van de Grijze Man op enkele drinkgelagen in het dorp.

Zoals de vierdaagse Hoekskeskermis waar de Grijze Man zich alleen had laten zien om met zijn familie zoals elk jaar mosselen te komen eten. ‘Gij waart verder in geen velden of wegen te bekennen, terwijl zelfs uw moeder mee heeft gezongen tot diep in de nacht het laatste liedje was uitgestorven!’, riep iemand enkele decibels te luid. ‘Dit weekend zijn het Primusfeesten’, wreef een ander nog wat zout in de wonde, ‘dan gaat ge toch eens eindelijk mee komen zien naar de Romeo’s?’

De Grijze Man was het gezaag van zijn vrienden inmiddels beu. ‘Weeral die Romeo’s’, treiterde hij, ‘dat is elk jaar hetzelfde: pinten zuipen en veel lawijt maken.’ ‘Ahwel ja, blijft gij dan maar thuis als ge het zoveel plezanter vindt om in uw eentje in een boekske te zitten lezen.’ Oei, daar hebben we die discussie weer, dacht de Grijze Man, we naderen een gevoelig terrein, het wordt echt tijd om te vertrekken.

Het toeval wil – en de Grijze Man heeft er een handje van weg om toeval dat hem goed Houellebecq Onderworpenuitkomt nog een handje te helpen – dat hij ’s anderendaags op de trein van 7 uur, als zijn vrienden hun roes nog aan het uitslapen waren, een nieuwe roman is beginnen lezen: ‘Onderworpen’ van de Franse auteur Michel Houellebecq. ‘Het gevoelsleven’, las hij in de beginbladzijden van dat boek, ‘valt niet onder de onderwerpen die in mannengezelschap toelaatbaar worden geacht: mannen praten over politiek, literatuur, financiële markten of sport, afhankelijk van hun aard; over hun liefdesleven zwijgen ze, tot hun laatste ademtocht.’

Eat this, friends, dacht de Grijze Man en zijn neus krulde al van instemming als hij zich terug voor de geest haalde hoe op krak dezelfde manier de drie vrienden die in die vijftien jaren van gezamenlijke dinsdagse avonden uit de echt gescheiden waren geraakt, hun echtscheiding aan de rest hadden bekendgemaakt: als een donderslag bij heldere hemel.

Allez, min of meer toch, bedenkt de Grijze Man relativerend. Misschien moest hij zondag toch eens even naar de Primusfeesten de Romeo’s gaan bekijken. Pinten pakken, zapzeveren en ondergedompeld in een feestende Markt van Haacht dansen en uit de bol gaan. Zoals alleen mannen ondereen dat kunnen. Dat wel.

Dit bericht werd geplaatst in De Grijze Man, Haacht, literatuur, vriendschap, vrije tijd en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s