Munten vermunten in speciën

Een van de belangrijkste instellingen van een land, zo weten mensen die het nieuws een beetje volgen, is de Nationale Bank. België heeft zo’n centrale bank, de Nationale Bank van België (NBB), sinds 1850. Tijd om ze eens te verkennen.
De NBB voert taken uit van algemeen belang, lezen we op haar mooie website, zowel op het nationale als op het internationale vlak. Dat laatste spreekt voor zich natuurlijk, sedert de invoering van de euro.

Het grote publiek heeft niet veel te maken met de NBB. Een van de zaken waarvoor gewone mensen al eens een bezoekje brengen aan de NBB, is het wisselen van die kleine euromuntjes. Daarvoor heeft de NBB een heuse procedure uitgedokterd, zoals dat past in een bureaucratische instelling met een traditie van meer dan anderhalve eeuw oud. Kom dus in de NBB niet aanzeulen met een kruiwagen met kopergeld, want je wordt weer wandelen gestuurd.

Neen, het omwisselen van euromunten tegen eurobiljetten dient bij de Nationale Bank aan de loketten op een gestroomlijnde wijze te gebeuren. België is tenslotte een modelstaat, sinds Verhofstadt premier is geweest. En zijn kabinetschef schopte het bovendien tot gouverneur van de NBB. Wellicht heeft hij de administratieve procedure voor het omruilen van muntjes nog vereenvoudigd en klantvriendelijker gemaakt.

Tegenwoordig kunnen munten in losse toestand één keer per maand ingewisseld worden, gratis en tot maximaal 5 kg per meerderjarige. De muntjes hoeven niet eens gesorteerd te zijn om onmiddellijk geruild te kunnen worden tegen een betaling in speciën of een storting op een particuliere bankrekening.

Wanneer de omruiler zijn muntjes niet volgens de beschreven voorwaarden en procedure aanbiedt, verloopt de omwisseling in zogenaamd “uitgesteld nazicht en globaal getarifeerd aan 2% van de waarde van de transactie”. Dan is uitbetaling in speciën onmogelijk. En doorgaans moet je dan een werkdag of tien wachten op je geld.

Waarom vertel ik dat hier nu allemaal? Omdat ik een collega die muntjes wil omruilen, wilzaal nbb vergezellen. Ik ben namelijk hondsnieuwsgierig om eens te snuffelen in die lokettenzaal van de NBB. Van zodra je de monumentale deur aan de Berlaimontlaan hebt opengeduwd, valt de imposante bank je op de schouders. In een immense lokettenzaal, ik schat van zeker zeventig meter lang, moet je een nummertje trekken. Goed kijken in welke zone van de zaal je moet zijn, want er zijn er drie. We kiezen voor zone B, waar je munten kunt omruilen en trekken nummer 353.

Enkele tientallen meters verder gaan we postvatten op de zitbanken voor de wachtende burgers, stuk voor stuk zoals wij vergezeld van een geldzak. Ze zijn met meer dan ik had gedacht. Nummer 337 wordt op dat ogenblik bediend. Er zijn drie loketten open voor de omruiloperaties. Het gaat vrij snel vooruit. Als de volgende omruiler zich na een afgewikkelde omruiling niet snel genoeg aan het loket meldt, roept de loketbediende in het Frans het nummer in een microfoon die door de luidsprekers van de lokettenzaal schalt. Niet alle loketbedienden roepen het nummer alleen in het Frans af. Maar we hoorden geen enkele bediende dat alleen in het Nederlands doen.
Komt er na een seconde of drie nog niemand in beweging, dan floept het volgende loketnbbnummer al op de display. Er rept zich een man naar het loket met een zware zak met Nederlandstalige reclame op. Aan het loket haalt hij zijn beste Frans boven. Ik bedenk dat de NBB op sommige mensen blijkbaar nog altijd dezelfde druk uitoefent als in de tijd van la Belgique à papa.

Maar niet op ons natuurlijk. Na een kwartiertje wachten is het onze beurt. Na de verificatie van de identiteitskaart neemt de bediende onze zak in ontvangst voor de weging. Gelukkig weegt de zak minder dan 5 kilogram. De zak wordt leeggeschud in een machine die het geld sorteert en het onder wat gedimd muntengerinkel in kleine zakken per muntsoort laat verdwijnen. Drie muntjes krijgen we terug overhandigd. Dat waren buitenlandse, zegt de Vlaamse bediende vriendelijk. We krijgen een A4 papier overhandigd waarop het bedrag staat, onderverdeeld per geldmunt. Dat moet ondertekend worden en klaar is kees. Mijn collega krijg meer dan honderdveertig euro uitgekeerd. Opdracht volbracht.

Ik stel nog voor om de trappen die van de lokettenzaal naar boven lopen eens te testen. Gewoon om te zien hoever we zouden geraken in het gebouw van de NBB vooraleer iemand ons staande houdt. Maar zo avontuurlijk is mijn collega nu ook niet aangelegd. Zelfs een toiletbezoek zat er niet in. Ik onthou uit de verkenningstocht dat als ik ooit eens in de Berlaimontlaan op wandel ben en dringend moet, er in de lokettenzaal van de NBB altijd toiletten beschikbaar zijn. Dankzij de goede zorgen van een liberale ex-gouverneur wellicht gratis, tijdens de openingsuren.

Dit bericht werd geplaatst in Brussel, samenleving en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s