Naar de Mont Ventoux

Hoe is het eigenlijk nog met de Grijze Man, vroeg een lezer van deze rubriek aan de schrijver ervan. Wel, de Grijze Man heeft het druk, met zijn werk en met nog vele andere zaken, zoals de voorbereiding van een beklimming van de Mont Ventoux.
Het lijkt de Grijze Man alweer een eeuwigheid geleden dat hij naar Lissabon is geweest. Het was nochtans in de paasvakantie dat hij voor het eerst het land van de porto heeft bezocht. Mentaal zit de Grijze Man nog in de Portugese hoofdstad. Hij reist namelijk mee met Ricardo Reis door de wijken van Lissabon in “Het jaar van de dood van Ricardo Reis” van José Saramago. Deze roman die als hoofdpersonage een zekere Ricardo Reis heeft, een alter ego van de beroemde Portugese dichter Fernando Pessoa, had de Grijze Man nog niet gelezen.

Saramago brengt Reis tot leven als romanfiguur. Hij laat hem uit Rio de Janeiro terugreizen naar Lissabon, de stad die hij zestien jaar geleden als huisarts heeft verlaten, nadat hij einde 1935 heeft vernomen dat de beroemde dichter Pessoa is overleden. Reis belandt zo in het Portugal onder de autoritaire leiding van António Salazar, in een Europa waar de Spaanse burgerloorlog woedt, het fascisme veld en harten wint en de wereld nog zonder het te beseffen afglijdt naar de totale oorlog. Tegen die achtergrond laat Saramago in zijn typische fantastisch meanderende zinnen Reis terwijl hij door Lissabon dwaalt, nadenken over poëzie, het kamermeisje op wie hij verliefd wordt en de tijdsgeest. Wat zou de Grijze Man ook graag zijn zinnen eens zo eindeloos kunnen laten kronkelen. Maar helaas, in toespraken spreken ministers makkelijker zinnen uit van gekapt stro.

Ter compensatie van dat gemis slijt hij dan maar waar hij kan op het kabinet zijn adoratie voor Saramago, bijvoorbeeld door zijn jonge collega Ziggy een zwart-witfoto op A3-formaat op te laten hangen op de heldendeur van hun kantoor, waar voorheen Bob Dylan hing, de eerste held van de Grijze Man, die tot zijn afgrijzen zelfs voor een adjunct-kabinetschef een onbekende was. Nu ja, de Grijze Man had de foto van de tweede held van Ziggy, David Gilmour van Pink Floyd, die hij nochtans wel kent, ook niet thuis weten brengen. Om nog te zwijgen van de eerste held van Eva, een of andere schone acteur waarvoor het hart van Eva sneller klopt dan voor de Grijze Man.

Dit allemaal bij wijze van inleiding. De Grijze Man heeft de jongste dagen heel wat toespraken te schrijven. Hij verdiepte zich vorige week onder meer in de administratieve transitie van enkele agentschappen in een departement. Daar werd een feest in de AB voor georganiseerd maar verder hoeft daar geen normale burger verder van wakker te liggen. Daarnaast ontstak de Grijze Man in enkele zinnen de spotlights van een filmfestival in Brugge, bewierookte hij een vernissage van amateurkunstenaars in een Brussels academisch ziekenhuis, hielp hij een vrijetijdspas in Oostende lanceren, loofde hij de opening van de 20ste Week van de Amateurkunsten in Antwerpen en leverde hij een ode en een laudatio op een evenement van glaskunstenaars in Genk. De Grijze Man had te doen met de minister die heel het Vlaamse land heeft rondgereisd.

Deze week is de Grijze Man zoet met enkele aangename mediaklussen. Hij zette voor de minister wat ideetjes over de perspectieven van de Vlaamse media in de digitale revolutie om in volzinnen, bedacht een paar wijze woorden voor een nacht met woordvoerders in Vilvoorde, formuleerde doordachte impressies aan het adres van een ex-collega van De Standaard die met pensioen gaat en zocht mee naar zinnen om de World Press Freedom Day betekenis te verlenen.

Tussen het gepingpong en gebrainstorm met Ziggy en Eva over de media-analyse, de gidsmontventouxvoorbereiding van het burgerkabinet, een of ander persbericht dat de ene dag wel en de andere dag niet zal moeten worden verstuurd en veel geleuter over mogelijk onaangenaam nieuws dat misschien wel bekend zou kunnen raken, stel je voor, rijdt op het kabinet steeds vaker de beklimming van de Mont Ventoux over de tongen. De Grijze Man ziet die beklimming vooral als een training voor zijn Corsica-reis na de zomer, wanneer hij met zijn dochters negen dagen na elkaar bergen zal moeten beklimmen en terug afdalen.

Niet alleen op het kabinet van minister Gatz spreekt de berg tot de verbeelding. Liefst vier Vlaamse ministers, zo doet de ronde, zouden met Sporta de top van de Provençaalse berg willen oprijden. Per fiets. In hun zog een peloton van kabinetsmedewerkers met sportieve en recreatieve ambities. De Grijze Man wil naar de top wandelen over een GR-pad. Met in zijn kielzog of voor hem uit huppelend Ziggy en Sheraz, twee jonge collega’s. Het pad van Sault naar boven uitstippelen vergt echter nog enig denkwerk, waarvoor een wandelgidsje dat de Grijze Man van zijn vriend Filip heeft geleend, een handig hulpmiddel zal zijn.

Met minister Gatz willen nog een viertal collega’s van de Grijze Man de top bereiken. Ook per fiets. Het is volgens de Grijze Man zeer de vraag of hen dat op 20 juni zal lukken. Een van de vier heeft pas vorige week een fiets gekocht. Hij zegt dat hij wel al kan fietsen. Een andere die weliswaar professioneel chauffeur is, zegt al enkele maanden dat hij morgen zal beginnen oefenen. De derde is zeker in redelijke conditie, maar het is afwachten of dat voor meer is dan voor zaalvoetbal. Over de voorbereiding van de vierde collega, is weinig meer bekend dan dat hij volgens zijn vrouw thuis af en toe op de hometrainer terug te vinden is.

Zal dat wel goed aflopen, vraagt de Grijze Man zich af. Over Ricardo Reis.

Dit bericht werd geplaatst in De Grijze Man, literatuur, media, reizen, vrije tijd en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s