De Panter van Buda

Al 16 jaar neemt hij de trein van Mechelen naar Buda. Onverstoorbaar is zijn gezicht geworden als hij opstapt en in de vertrouwde wagon, de tweede, want die stopt gewoonlijk het dichtst bij de trap, zijn plaats zoekt.

Hij heeft zijn verschoten jeansvestje aan, een afgewassen Levi’s 501 en oude cowboylaarzen. De nieuwe draagt hij voorlopig alleen in het weekend. Voor deze week heeft hij zijn roodblauwgeruite houthakkershemd uit de kast gehaald. In zijn kleine zwarte rugzak zit zijn oranje brooddoos met zijn grijze boterhammen met hesp en kaas en een fles water uit de Aldi.

Hij strijkt door zijn grijzende baard als de trein vertrekt en over de vaart dendert richting Brussel. Al snel ligt de stad achter de piekuurtrein van 7.18 u naar Brussel-Zuid. De radio heeft goed weer voorspeld. Boven de weiden en velden van Weerde en Eppegem zuigt de zon verwoed de mist op. Het zal niet lang meer duren of ze heeft de strijd gewonnen. Maar de uitkomst interesseert hem al niet meer. Met een zucht laat hij zijn ogen dichtvallen voor zijn dutje tot Vilvoorde.

Vanaf Vilvoorde verandert het landschap. Dit is de voorstad. Industrieterreinen vol vergane glorie vliegen voorbij. Van overal duiken spoorlijnen op die naar het enorme rangeerstation van Schaarbeek leiden en zo Brussel en de rest van België bedienen. In Vilvoorde houdt hij zich wakker om het volgende station, zijn eindstation, niet te missen. Vilvoorde wenst u een goede reis, leest hij voor de zoveelste keer op een spoorweggebouwtje bij het verlaten van het gore station van de randstad.

Een schamper lachje trekt even de lippen onder zijn dunne snor in een andere plooi. Een mooie reis is het alleszins niet. De trein puft een landschap van wiegende schoorsteenpluimen in, zoals Della Bossiers het zingt in Fleur de Buda. Dat liedje zal zijn nieuwe, jonge collega Fahid wel niet kennen. Hij kende het trouwens ook niet, tot zijn vader hem zei dat er een liedje bestond over de plaats waar hij begon te werken.

Hij had het nog niet zo lang geleden nog eens opgezocht op YouTube. Er staan twee versies van op de site. Hij vond de zwartwitte het mooist, met een piepjonge Della achter de piano in een leeg decor van stoelen en tafels die het beeld van een café moeten oproepen, vermoedt hij. Wat was Della Bossiers mooi. 1970, stond op het filmpje.

Ze glijden onder het grote viaduct van Vilvoorde langs de fabrieksterreinen van Renault. Het moet zo’n 17 jaar geleden zijn geweest dat de grote autofabriek overkop is gegaan. Hij zat het laatste jaar op de vakschool, metaal. De oudere collega’s herinneren het zich beter. De hallen en terreinen van Renault achter de vlinderstruiken liggen er verlaten bij. Langs beide zijden van het spoor overal bladderende verf, plassen voor doodse laadkades, opschietend onkruid tussen asfalt op lege vlakten, roestige machines, hier en daar toch een auto maar voor de rest een ontstellend gebrek aan de tekens die verraden dat er mensen aan de slag zijn.

De trein vertraagt. Buda. Hij neemt zijn tabakszak en rolt een sigaret. Zoals gewoonlijk budastapt slechts één andere passagier af. De man die nog ouder is als hij zelf werkt ook ergens in een van de bedrijven waar nog wat leven is. Maar hij kent hem niet en heeft in al die jaren nooit de behoefte gevoeld om hem te leren kennen. Met zijn zippo steekt hij zijn sigaret aan en daalt de trap van de spoorwegbedding af.

Hij zal Fahid vandaag uitleggen dat hij er niet aan denkt mee te doen aan die Ice Bucket-toestand waarvoor de Panter hem op facebook heeft genomineerd. Zo’n emmer ijswater over zijn kop laten gieten, dat dan nog eens laten filmen ook en geld storten voor een ziekte waarvan hij tot voor enkele weken nog nooit had gehoord, alstublieft zeg. Dat Fahid de Panter dat maar aan zijn vrienden vraagt in plaats van aan zijn collega’s.

De Panter is zijn bijnaam. Dat kwam zo: toen hij aangeworven werd en zei dat hij Fahid heette, riep Maurice, de ploegbaas: ‘Fahid, Fahid, Fahid, ik kan zo’n naam niet onthouden. Daarbij, wij zijn nog lang niet failliet! Wat wilt dat zeggen, Fahid in het Arabisch?’ Panter dus. Maar op het feit na dat hij geen hesp eet, vindt hij de Panter wel een toffe gast om mee te werken.

Dit bericht werd geplaatst in integratie, samenleving en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s