Haar handen masseerden weldadig mijn hoofdhuid en mijn gedachten vloden weg. Vroeg ze daar niet iets? Stilte. Wablieft, vroeg ik dan maar. Of het water niet te warm is? Neen, het is perfect, antwoordde ik de kapster die mijn haar aan het wassen was en ik groef in mijn geheugen verder naar herinneringen aan Marleen.
Het was een schok, die zaterdagochtend, haar naam te lezen bij de overlijdensberichten in de krant. Marleen Van Ouytsel heeft ons in vrede verlaten op 3 juli. Wat buitenstaanders als ik al enige tijd vreesden, overviel me als een slag die je meteen de mond snoert: Marleen heeft haar lange strijd tegen die zeldzame kanker verloren.
Ze was mijn collega op het kabinet van minister Marino Keulen, maar na afloop van diens mandaat in 2009 heb ik Marleen maar een enkele keer meer vluchtig terug gezien. Ik sms-te het nieuws van haar verscheiden naar onze voormalige baas, die nog van niets wist. Marleen was zijn raadgever voor het stedenbeleid. Er was geen gouverneur of burgemeester van een centrumstad in Vlaanderen die haar niet kende. Met haar aanstekelijke charme en innemende persoonlijkheid wond ze al die mannen (en een enkele vrouw) rond haar vinger.
Marleen was twee jaar ouder als ik maar ze zag er tien jaar jonger uit. Ze was de oudste in een gezin van vijf en had hetzelfde gestudeerd als ik. Na haar studies volgde ze haar man naar Singapore en Australië. Ze kwam met een zoon en een dochter terug als een overtuigde wereldburger en stortte zich in de politiek. Met haar grenzeloze energie, radde tong en laaiende lach maakte ze de mensen welgezind. Haar overtuigde engagement van sociale liberaal vond vele uitwegen maar een van de mooiste was de Zomerschool die ze heeft opgericht, waar vrijwilligers anderstalige kinderen met een beperkte kennis van het Nederlands in juli en augustus op een speelse wijze in een taalbad onderdompelen.
Op een zondagavond in de kerstperiode van 2012 belde Marleen me onverwachts op. Ze vroeg me of ze een beroep mocht doen op mijn pen om haar te helpen een opinietekst te schrijven over een actueel politiek dispuut waarover ze dankzij haar vrijwilligerswerk in de Zomerschool haar mening als ervaringsdeskundige wereldkundig wilde maken.
Het werd een lang en emotioneel telefoongesprek, waarvoor ik me terugtrok onder de fietsenstalling achterin ons tuintje. Terwijl we alle twee de tranen lieten vloeien deed ze het relaas van de strijd tegen de kanker die ze toen al geruime tijd met haar reusachtige levenswil aan het voeren was. In die periode leverde mijn vriend en schoonbroer Philippe, die een kleine vier maanden nadien zou sterven, een gelijkaardig gevecht voor zijn leven.
Marleen vertelde dat ze zich gelukkig prees dat ze al haar haar nog had, omdat dat haar hielp haar waardigheid en zelfrespect overeind te houden en in de goede dagen normaal te kunnen functioneren. Ze nodigde me uit zeker langs te lopen als ik eens in Antwerpen was. Ik beloofde het haar. Al die weken en maanden die sindsdien zijn verstreken ben ik dat eerlijk van plan geweest. Helaas, die ene keer dat ik nadien in Antwerpen ben geweest, ben ik er niet geraakt. Nu heb ik grote spijt.
Enkele dagen na ons telefoongesprek belde ze terug. Ze was zo opgezet met de tekst dat ze erop stond me een boekenbon te schenken, die haar man Frédéric me in het Vlaams Parlement kwam bezorgen. Hij nam me sindsdien op in de lange lijst van mensen die hij op tijd en stond in drie talen op de hoogte hield van Marleens strijd.
Frédéric, ik wens jou en jullie kinderen veel sterkte. Van de krant bij het ontbijt tot de supermarkt, tijdens het koken en bij de kapper, zelfs tijdens de wedstrijd van de Rode Duivels tegen Argentinië, de hele dag bleef Marleen in de droesem van mijn gedachten leven als een onvergetelijke vrouw.
Ja Peter, dit zijn gebeurtenissen die hard aankomen en
een mens teruggooien naar de werkelijkheid, weg van Rode Duivels, van politiek en andere zogenaamd belangrijke zaken. Een mooi geschreven eerbetoon.
Maurits
LikeGeliked door 1 persoon
Zij was top !heb met haar samen gewerkt op zomerschool!
LikeGeliked door 1 persoon