Bij niemand snotterig

Jimmy Rabbitte: Who’re you, then?

Joey: Are you the one startin the band?

Jimmy Rabbitte: Yeah.

Joey: The name’s Joseph Fagin. Joey “The Lips” Fagin.

Jimmy Rabbitte: [sarcastically] And I’m Jimmy “The Bollocks” Rabbitte

Joey: I get mine from my horn playing. How’d you get yours?

Jimmy Rabbitte: Don’t get snotty with me.

Joey: I get snotty with no man.

Heerlijk, die dialogen uit The Commitments (snotty betekent snotterig, maar is ook slang voor uit de hoogte). Met dit boek over een stel jonge Dubliners die in een land geconditioneerd door fidllers en de tin whistle een soul band beginnen met de onvergetelijke anti-held Jimmy Rabbitte als manager, was Dublin in 1987 meteen een schrijver van wereldformaat rijker: Roddy Doyle.

Hij breide met The Snapper (1990, De Bastaard) en The Van (1991, De Bus) nog twee vervolgromans rond de familie Rabbitte in Barrytown, een fictieve wijk in het noorden van Dublin. De Barrytown-trilogie was geboren.

Dacht iedereen, meer dan twee decennia lang. Tot Doyle vorig jaar Jimmy Rabbitte opnieuw wakker schudde in The Guts. Moeten we nu spreken over een tetralogie? In het Nederlands gutswerd The Guts niet De Darmen maar De Guts en de Glorie. Spijtig. Want in een pub in Dublin gaat de roman van start met weer zo’n prachtige dialoog tussen Jimmy Sr en Jimmy Jr, inmiddels 47 geworden. Jimmy Jr heeft de locatie bewust gekozen om zijn vader als eerste zijn groot nieuws te melden: hij lijdt aan darmkanker.

Ik was zo blij met de verrijzenis van Jimmy Rabbitte! Waarom moet het me weer overkomen, al na luttele bladzijden weer een fokking kankerboek in handen te houden? En dan nog een waarin ik me willens nillens toch verdiep in de geboorte en ontwikkeling van Jimmy’s meeslepende ziekte.

In alle stadia: van de bouleversante diagnose en de knikkende knieën bij de mededeling die ook het leven van je geliefden overhoop gooit. Van de vragen die volgen over hoe en tot wanneer alles loopt en functioneert. Over vreselijke gesprekken die je moet voeren en over triviale conversaties rond die onzichtbare olifant in het midden van een te warme huiskamer. Van de ruimte die zich gegeneerd opent en het geluid dat dimt als je voor het eerst opnieuw je intrede maakt bij bekenden van wie je weet dat ze het inmiddels ook weten.

Van de sluimerende mensen voor wie je zonder het te beseffen alle moeite doet om ze terug te zien. Van anderen die je voortaan hartgrondig tracht te ontwijken. Van de dingen, zeilenmetPhilwoorden, klanken, gebaren waar je ineens zo heftig van geniet dat de tranen je van je wangen stromen zonder dat je er erg in hebt. Van de vertrouwde dingen die je plots niets meer zeggen en van de lang geleden dingen die je opnieuw wil doen. Hoe vaak heb ik me niet al beklaagd dat ik niet nog eens mee ben gaan zeilen. Philippe had het nochtans gevraagd.

Soit. Het boek is nog niet uit. Ik wacht nog met ongehaaste spanning op het slot van het verhaal. En moest ik het einde kennen, ik zou het niet verklappen. Halverwege weet ik wel dat ik, hoe het ook afloopt, een grote fan zal blijven van Roddy Doyle en zijn Barrytown-karakters. Die levenslust, die humor, die ontroering. Zonder snotterig te worden.

Dit bericht werd geplaatst in literatuur, Uncategorized, vriendschap en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s