Dromen en nachtmerries van vijftigplussers

Dat was even slikken deze ochtend: jobkans nihil voor 50-plussers, titelt De Standaard (29/11). Ik ben namelijk onlangs zo’n halve eeuweling geworden. Ik was daar tot nu toe eigenlijk heel blij mee.  Het is me al opgevallen dat veel mensen zich verbazen over het feit dat ik als vijftiger gelukkig en tevreden door het leven ga. Vooral jonge mensen dan, die blijkbaar opzien tegen het ouder worden.

Zelf heb ik nu het aangename gevoel dat niets meer echt moet. Ik ben bevrijd. Ik moet niet meer mooier, jonger, hipper, beleefder of vriendelijker zijn dan ik ben: grijs, lelijk en bovendien vaak nors. Ik hoef me niet meer intelligenter, flexibeler, ambitieuzer, constructiever of gemotiveerder te tonen dan waar ik zin in heb. Ik moet niet meer uitblinken, opvallen of op tafel springen en uitroepen: kijk, hier ben ik!

Maar straks dreig ik ook niet meer te moeten werken, of liever, te kunnen werken, als ik mijn job zou verliezen. Dat zegt die krantenkop. Ik durf wedden dat de journalist of eindredacteur die de titel heeft bedacht, nog lang geen vijftig is. Want uit de titel spreekt niet de minste empathie voor de vijftigplussers.

De titel gaat in tegen een overheidscampagne van federaal minister van Werk Monica De Coninck, met een slogan die de waarheid vertelt: vijftigplussers zijn een plus voor elk bedrijf. Maar de realiteit, legt iemand van de Vlaamse VDAB uit, is echter dat de jobkans voor oudere werkzoekenden gewoon extreem laag ligt.

Die VDAB-woordvoerder zegt dat de vijftigplussers door de crisis op de arbeidsmarkt de oneerlijke concurrentie moeten aangaan met de jongeren. En dan is het systeem van loonopbouw (hoe ouder je bent, hoe meer anciënniteit je verwerft en hoe hoger je loon) een dodelijke handicap. Bovendien moeten vijftigplussers opboksen tegen hardnekkige vooroordelen.

Het artikel geeft één voorbeeld van zo’n vooroordeel: werkgevers denken dat het niet meer loont te investeren in de opleiding van een nieuwe oudere werknemer, omdat die toch bijna pensioengerechtigd is.  Maar in werkelijkheid zijn het de jongeren die vertrekken, omdat ze van job veranderen.

Zij zijn tenslotte ambitieuzer, flexibeler en gemotiveerder. En bovendien willen ze elders meer gaan verdienen.  Want dat is natuurlijk de beste reden: ooit kan je ergens meer verdienen. En dan ben je weg. Zo kunnen jongeren van nu, als ze vijftig zijn of ouder, de studies van hun kinderen betalen. Zo kunnen ze, eens ze vijftig zijn, eindelijk wat meer genieten van het leven. Zo kunnen ze, eens ze vijftig zijn, het einde van hun carrière met wat meer gemoedsrust dan de jeugd tegemoet zien.

En wat als ze op dat ogenblik om een of andere reden werkloos zouden worden? Dan moeten ze hopen dat de tijden zo geweldig zijn dat werkgevers geen vooroordelen meer koesteren tegen vijftigplussers.

Dit bericht werd geplaatst in samenleving en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s