Eindelijk. Eindelijk is het open. Het koste 22 miljoen euro, vier jaar van werken en 22 maanden van vertragingen door procedures, kelderobstakels, asbesthaarden en ambtenaren die niet wilden wijken van hun statuut. En het is prachtig.
Met een klank- en lichtshow, met een feestweekend, met meer dan honderd activiteiten voor meer dan zesduizend nieuwsgierigen, met twee ministers en een staatssecretaris om één lint te knippen en nog een minister om als eerste lid te worden, opende Vlaanderen in het midden van de hoofdstad een gebouw dat je nergens anders vindt en waarvoor dus een naam moest worden verzonnen: de belevingsbibliotheek Muntpunt.
Pal in het centrum van de stad steekt het de ogen uit. Het is een informatiecentrum over wat de Nederlandstalige diensten in Brussel te bieden hebben. Het is een etalage en verbindingscentrum voor tweehonderd Nederlandstalige partners in het hoofdstedelijk gewest. Het bevat een afgesloten studiezaal met computers en tal van andere nissen waar je kan komen blokken of surfen. Er hangt een excentriek geluidsdempend plafond zodat je niet echt stil hoeft te zijn. Je mag zitten op de trappen en overal pleisteren op plekken om al je onverwachte vondsten te monsteren.
In het café betaal je de toeristische prijs van € 4,50 voor een Orval. Er loopt een gebruinde Nederlandse serveerster rond die geen Frans maar wel Hollands spreekt. Er staan voorleessessies en literaire salons op het programma, workshops en proeverijen, kunst en muziek, gezelschapsspellen en taallessen. In een favoriet kleurtje van het VGC-college kan je je terug trekken in een Coupé (Bleu, Orange of Vert) om met een klasgenootje je huiswerk te maken of je baby de borst te geven.
O ja, ik zou het haast vergeten: die 5,6 kilometer rekken vol boeken, tijdschriften, cd’s en dvd’s, centraal verzameld in een vijf verdiepingen hoge toren. Ik wil morgen al terugkeren.