Niets beters om de blijde inkomst van de zomer te vieren dan een somptueus tuinfeest, genereus aangeboden door een bevriend koppel dat een welvarend en gelukkig leven in mooie verf wil zetten. Het maakt een mens als ik blij en dankbaar om te zien hoe klasgenoten van toen goed boeren, dankzij hun gaven, hun werkkracht en de visie van hun ambitie.
En je leert wat op zo’n feest! Dat onze favoriete bibliothecaris getrouwd is met een voormalige lerares van onze kinderen bijvoorbeeld.
Twee vrienden leggen me het verschil uit tussen de Nikon-man en de Canon-man in de fotografie. Als ik het goed heb, was het de Nikon-man die volgens hen wat meer snob is. Zij zijn Canon-mannen.
Kristel onthult dat ze haar universitair diploma pedagogie dankt aan de vrijwillige inzet van die piepjonge bedeesde leerkracht met de uilenbril. Nu ook onze kinderen er les van krijgen, is ze vooral berucht voor haar verbeten gestrengheid.
Twee ex-collega’s van De Standaard laten tegenwoordig hun getalenteerde lichten schijnen bij De Tijd en Knack. Ze hadden het editoriaal in DS van Guy Tegenbos over het eenheidsstatuut nog niet gelezen. Ze zetten een boompje op over de vraag wat ‘iemand als Frans Van Daele’ bezielt om nog kabinetschef van ‘iemand als Filip’ te willen worden. Door de verschillende betekenis die ze aan de woorden ‘iemand als’ geven, vragen ze zich ook af hoe lang hij dat zal volhouden.
Volgens de vriend-psychiater zijn sigaretten verslavender en dus, gemiddeld gesproken welteverstaan, schadelijker dan drugs. Want een verslaving aan verdovende middelen blijft vaak geconcentreerd tot enkele jaren in de jeugd, terwijl de sigaret een leven lang met de roker meegaat, in rook dan wel in gedachten.
Terwijl de zon haar dagelijkse ondergang over ons Avondland verderzet schuif ik met de psychiater en de manager die kiwi’s verkoopt aan voor het vispannetje. We zijn het erover eens dat onze kinderen het veel minder gemakkelijk zullen hebben dan wijzelf om een gelijk niveau van welvaart hoog te houden.
Terug aan tafel delen we nog enkele pessimistische gedachten over de bedreiging van onze liberale vrijheden en democratische waarden in een divers Vlaanderen en in een wereld waar de terugkeer naar de strenge leer in de religies oprukt.
De vriend van de Chiro passeert. Hij maant ons aan om iets persoonlijks op te schrijven op het papier dat hij met dat doel voor ogen op alle tafels heeft gelegd. Ik herinner me dat Anit er ooit van overtuigd was dat ze vier kinderen zou krijgen. Zorgeloos als zestienjarigen lagen we diep in de nacht met een groepje jongens en meisjes gedrapeerd over de bedden van een hotelkamer in Londen. Aan een van die heel lange haren die Anit uit haar hoofd had geplukt, was een ring geknoopt. De pendel voorspelde vier kinderen. Voor mijn herinnering vind ik bij niemand bevestiging. Misschien klopt ze dus niet. Ze is alleszins niet uitgekomen.
Een van de twee kinderen rapt op de tonen van Testament van Boudewijn De Groot een zelfgeschreven impressie over het leven in het gezin van Luk en Anit. Een bandje verkiest volgens Luk een podium in Keerbergen boven een wei in Werchter. De vrouwelijke collega’s van Don Bosco zetten bevrijd van het schooljaar de dans in. Even later barst het tuinfeest goed los en swingt ook een woordvoerder van de CD&V zich het zweet op zijn aanschijn. Nu wacht de dansvloer enkel nog op de archeoloog. Hij is in een druk gesprek verwikkeld met de vrouw uit het restaurant dat sinds 1859 bekendstaat voor zijn paardenvlees.
Mijn kiwi-vriend heeft een gouden raad. ‘Je moet nu beginnen werken aan je toekomst, wacht niet op volgend jaar.’ Hij heeft gelijk, weet ik diep van binnen en dat zeg ik hem ook. In tegenstelling tot Bob Dylan in Subterranean Homesick Blues heb ik wel een weerman nodig om te weten van waar de wind komt.
En toch. Ik ben hem vergeten vragen of hij Oswald Spengler kent. Het beroemdste werk van die zelfstandige schrijver was De ondergang van het Avondland. Het eerste van twee delen verscheen in 1918. Laat dit tuinfeest nog maar even duren.