Vijftig tinten en altijd iets

De jonge vrouw die rechtover me zat te lezen op de trein van 7 u 02 droeg een gele Jack Wolfskin-jas, een sjaal met felle kleuren, een donkerblauwe jeans en lage fuck me-laarsjes. Ze droeg haar haar in een paardenstaart en had op de zetel naast haar een goedgevulde rugzak staan. Ze was niet bepaald een schoonheid maar ook niet lelijk. Er straalde een lastig te definiëren aantrekkingskracht van haar af. De schittering van haar jeugd, zo vroeg op de morgen op een trein vol werkvolk dat nog niet naar het zweet stonk? Of het zichtbare, ingetogen plezier waarmee ze aan het lezen was?  Glurend over de rand van mijn eigen boek kon ik een flard van de titel lezen: Fifty shades of… Het verwonderde me dat zo’n jong ding een Engels boek aan het lezen was.

Enkele stations verder stapte een vrouw op van middelbare leeftijd of daaromtrent, tegenwoordig moet je voorzichtig zijn met het schatten van vrouwenleeftijden. Ze had mooi halflang geblondeerd haar. De trein was inmiddels al veel voller en het meisje met de gele jas nam de rugzak van de zetel weg en zette hem tussen haar benen. De blonde vrouw nam dankbaar de vrijgekomen plaats in. Ze droeg een witlederen getailleerd jasje met daaronder ook een jeansbroek. Vanuit de gunstige positie waarin ik me bevond, was het eenvoudig vast te stellen dat in vergelijking met die van het meisje haar benen, billen en heupen heel wat omvangrijker waren. Ze zag er nochtans uit alsof ze vroeger ook zo slank was. Ze haalde een boek uit haar handtas en begon te lezen. Vijftig tinten grijs. Het trof me dat deze vrouw een boek las dat ze, toen ze zo jong was als haar buurmeisje, op de trein wellicht niet had durven bovenhalen.

Ik betrapte de blik van herkenning in de ogen van het meisje toen ze bemerkte dat haar buurvrouw hetzelfde boek aan het lezen was, weliswaar in het Nederlands. Ze tuurde zelfs ingespannen op het opengeslagen boek, vermoedelijk om uit te vissen waar de vrouw naast haar net in het verhaal zat. In Vilvoorde stapte het jonge ding spijtig genoeg af.

De blonde vrouw las onbewogen verder. Ik bedoel maar:  haar gezicht waarop wel al wat rimpels waren verschenen, vertoonde geen spoor van leesgenot, niet eens een lichte trilling van emotie in de rimpel aan haar mondhoek. Zou dat te maken hebben met de leeftijd, vroeg ik me af. Worden mensen van middelbare leeftijd minder makkelijk geraakt door wat ze lezen, of hebben ze geleerd de emoties die neergeschreven zinnen soms kunnen teweegbrengen niet in hun lichaamstaal te laten doorschemeren? Of zat de vrouw gewoon in een vervelend hoofdstuk?

Ik droomde weg bij de mooie zonsopgang boven de weiden waar nog mist over hing als een deken. De debuutroman die op mijn schoot lag, bevat niet zoveel seks als de vijftig tinten. Ik had het boek gekozen omdat het redelijk welwillend was onthaald. Het is getiteld Altijd iets en speelt zich af in Vlaanderen. De korte hoofdstukjes lezen vlot weg. Maar wereldliteratuur of een spannende pageturner  is het niet. De achterflap omschrijft het debuut als Groenten uit Balen, the next generation, en inderdaad, het verhaal is in Vlaamse klei geworteld.

Auteur Joachim Pohlmann heeft net als ik pol&soc gedaan aan de KUL. Maar naast mijn bijna vijftig tinten grijs is hij een heel stuk jonger. En hij werkt in Brussel als speechschrijver voor Bart De Wever. Vandaar het welwillend onthaal? In alle geval, een dikke proficiat voor de auteur, om zo jong te worden uitgegeven. Misschien schrijft hij ooit wel een prachtig boek over vijftig tinten van iets, dat jonge en minder jonge vrouwen in vuur en vlam zet, literaire prijzen verzamelt en nog beter verkoopt dan Het regime van Bart De Wever.

Dit bericht werd geplaatst in literatuur en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s