Born to run in the USA

Van sommige oude vinylplaten weet ik nog perfect wanneer en waar ik ze kocht. “Born to run” van Bruce Springsteen bijvoorbeeld. Ik kocht die plaat als ik vijftien of zestien was, tweedehands op het Vossenplein in Brussel, waar we met de verkenners wel eens gingen struinen.


Wat was dat een gelukkige zondag, met de bus naar Brussel en terug thuis komen, gezind als een haas, met die plaat en twee veel te grote kakikleurige legerhemden in dik, onverslijtbaar katoen, zeer geschikt om op kamp uit je broek te laten hangen.

Er is geen enkele andere plaat geweest die me bij de eerste luisterbeurt zo heeft overrompeld, verpletterd zelfs, nummer na nummer, dan die doorbraakelpee van Springsteen. De Boss hield die sensatie acht nummers lang aan, vier op elke kant. Ik was meteen verkocht, totaal.
Er volgden nog twee dijken van platen, “Darkness on the edge of town” en “The River”. En dan verloor ik Springsteen en zijn E Street Band wat uit het oog in “Nebraska”.

Intussen was mijn jongere broer ook hardcore fan geworden en kreeg Springsteen concurrentie van andere bands en zangers, tot hij me ontgoochelde: “Born in the USA”. Waarom moest die man die de Amerikaanse ziel zo goed vatte en daarmee in de voetsporen trad van Woody Guthrie en Bob Dylan, ineens zo’n patriottische popliedjes gaan brouwen, waarbij mensen met hun vuist omhoog op de dansvloer stonden te scanderen in plaats van te rocken? Waarom moest hij zoetgevooisde hits uitbrengen zoals die bijna discokraker “Dancing in the dark”?

In die jaren zat ik diep in de punk en new wave aardbeien te plukken. Springsteen belandde op de achtergrond. Tot hij jaren later ineens weer mijn gevoelige snaren raakte met zijn 9/11-plaat “The Rising”. Sedertdien blijf ik weer alles wat hij doet goed vinden. Ook vergeten werk als “Nebraska” of “The ghost of Tom Joad” heb ik leren appreciëren.

Zelfs de andere dingen dan liedjes die hij schrijft, zoals zijn autobiografie “Born to run”. Bijna drie jaar na die publicatie geniet ik van dat boek van meer dan 500 bladzijden, soppend in bewondering voor de man, zijn band, zijn bezeten ambitie om gitaar te leren, een band te leiden, die met de juiste mensen in de richting te sturen die hij wil. En de manier waarop hij dat allemaal doet, rechtschapen, geëngageerd, ambitieus, keihard werkend, geen lastige keuze uit de weg gaand.

Diep in het midden van het boek leer ik nu dat Springsteen “Born in the USA” een van zijn beste en tegelijk minst begrepen nummers vindt. Het lied is geschreven voor Vietnamveteranen die jarenlang uitgespuwd werden. Het combineert pessimistische bluescoupletten en optimistische refreinen en het combineert het recht om kritisch en tegelijk trots te mogen zijn op je land. Wat was ik blij dat allemaal te vernemen.

Springsteen schrijft ergens dat hij met wat hij doet, van één plus één drie wil maken: mensen moeten naar de zanger en zijn band komen kijken “om herinnerd te worden aan iets wat ze al wisten en diep in hun onderbuik nog steeds voelen. Dat als de wereld op haar best is, als wij op ons best zijn, als het leven op zijn volst lijkt, dat dan één plus één drie is. Dat is de essentiële vergelijking van de liefde, van kunst, van rock-‘n-rollbands.”

En van eerlijke politiek of onvergetelijke literatuur, wil ik daar aan toevoegen. Het boek “Born to run” is ook een plezier om te lezen omdat het zo goed geschreven is. Het is niet gewoon het verhaal van iemands droom die uitkomt. Voor mij is het ook een droom om zo’n biografie te kunnen schrijven.

Dit bericht werd geplaatst in cultuur, literatuur, vrije tijd en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s