Te mooi om te checken!*

“Hebben wij eigenlijk al eens echt problemen gehad met journalisten die deontologische fouten begingen in hun verslaggeving?” Het is vrijdagnamiddag. De Grijze Man zit diep uitgezakt op zijn bureaustoel te doen alsof hij nog veel werk heeft.

’s Middags hebben een goedgevulde koude schotel van een Italiaanse traiteur en tweegatz-cover glazen rode wijn hem loom gemaakt. Op de stafvergadering heeft hij daarna zo tegen de slaap moeten vechten dat hij niets onthouden heeft van wat de kabinetschef zei. In dergelijke omstandigheden stelt hij graag filosofische vragen waar Ziggy geen antwoord op weet. Zoals nu. “Euh, niet dat ik weet”, antwoordt Ziggy.

Eva mengt zich in de conversatie door de open deur naar haar bureau. “Ja, er was toch eens een journalist die het embargo had geschonden op een persbericht”, roept ze door de muur. “Echte problemen, bedoel ik”, roept de Grijze Man terug. Eva, het werken ook beu, komt zich aan de krantentafel in het bureau van Ziggy en de Grijze Man zetten. “Of ja”, lacht ze, “die pipo die eens in zijn weekblad geschreven had wat minister Gatz met een bepaalde uitspraak ‘tussen de lijnen’ bedoelde. Die heb jij toch eens de les gelezen?”

Dat herinnert de Grijze Man zich nog levendig. Want de minister was boos: “Hoe kan die kerel dat nu weten,” schimpte hij, “als hij het me niet gevraagd heeft?” Daarom had de Grijze Man de journalist eens even het verschil tussen feitelijke en intentionele verslaggeving uitgelegd. “Ja”, zegt de Grijze Man schouderophalend, “maar een echt probleem was dat nu ook weer niet, hoor.”

De Grijze Man ziet Eva haar hersens pijnigen. Het blijft enkele seconden stil. “Over welke artikels waren wij heel ontevreden?”, vraagt de Grijze Man. Daarover zullen wel tongen loskomen, weet hij, want onvrede of ergernis over het journalistieke werk is er wel elke week op de persdienst. “Herinneren jullie je nog dat artikel over de opening van een nieuw jeugdhuis, waarin de journalist niet vermeldde dat Sven daar subsidies voor had gegeven?”, vraagt Eva. “Ja”, erkent de Grijze Man, daarover was de minister erg misnoegd. “Temeer daar het om een jeugdhuis in zijn eigen gemeente ging”, voegt Ziggy toe.

De Grijze Man bedenkt dat ze de beslissing om subsidies toe te kennen ook al eens via een persbericht hebben gecommuniceerd, met een welluidende quote van de minister hapklaar toegevoegd, zodat de journalisten die gewoon kunnen kopiëren. “Wat ik zelf als woordvoerder het meest vervelende vond dat me kon overkomen”, zegt de Grijze Man, “is dat de minister voor dag en dauw uit zijn bed gebeld werd door de radio om commentaar te geven over een of ander negatief bericht dat in een krant was verschenen, zonder dat ik dat op voorhand wist.”

“Ja, zoiets is mij ook al overkomen”, zegt Eva. “Tja, daarom nemen veel ministers ’s morgens vroeg hun gsm niet op”, gaat de Grijze Man verder. “Dan bellen of sms’en ministers de woordvoerder wakker en geven hem met een ontstemde ondertoon de opdracht uit te vissen wat er aan de hand is.” “Of haar.” “Inderdaad. En dan begint de miserie: stress op de perscel, stress op het kabinet!” Ze schieten in de lach. “Kom jongens, nog even werken”, sluit Eva de conversatie af.

Journalisten kunnen inderdaad vervelend zijn, mijmert de Grijze Man in zijn eentje achter zijn grote scherm. Als ze ergens groot nieuws uit een doorgaans betrouwbare bron vernemen, is de verleiding vaak groot om het niet te checken bij degene die er schade van zal ondervinden. Een tweede bron die het verhaal bevestigt, of toch minstens het nieuws een beetje bijspringt, kan dan soelaas brengen. En hopsakee, groot nieuws voor de front en grote shit voor degene die ’s anderendaags vroeg uit zijn bed wordt gebeld. Maar soms vind je niet zo makkelijk een tweede bron, redeneert hij verder. Dan wachtte ik weleens tot na de kantooruren om naar de woordvoerder van een minister te bellen voor een reactie, herinnert  hij zich. Zeker als het een dossier was waarbij de woordvoerder het in Keulen hoorde donderen. Hij ziet het gezicht van een bepaalde woordvoerder weer voor zich, vertwijfeld, in paniek. Op dat moment hoort hij Eva’s gsm overgaan. De Grijze Man kijkt op zijn horloge. Oei, tien over vijf. De hoogste tijd om naar huis te gaan. Ach nee, denkt hij bij nader inzien, dat kan ik haar echt niet aandoen.

*In juni 2016 verscheen van minister Sven Gatz “Over de media heb ik niets te zeggen”, een boek over media, met vele medewerkers van een hoog niveau. Elk hoofdstuk van Sven Gatz in dat boek, wordt besloten met een column van De Grijze Man. Bovenstaande column volgt op het zevende hoofdstuk, “Druk onder druk”. Het boek is uitgegeven bij Van Halewyck en voor € 16 verkrijgbaar in de boekhandel.

Dit bericht werd geplaatst in De Grijze Man, media en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s