Een Vlaming die een prestatie van formaat heeft neergepoot, wil dat vieren. Op de vraag ‘Waar is dat feestje?’ klonk het zaterdagavond in het Franse Bedoin uit meer dan duizend kelen die die dag de Mont Ventoux hadden bestegen: ‘hier is dat feestje!’ De grootste Vlaamse openluchtfuif van Frankrijk vond dit jaar weer plaats in een zomers dorp in de Provence.
Het begon met een uitnodiging van Philippe Muyters, de minister van Sport en nog wat minder belangrijke zaken. Hij noodde zijn collega-ministers Sven Gatz en Joke Schauvliege en hun hardwerkende medewerkers die mee op teambuilding waren naar de Mont Ventoux ten dis in zijn afgeleefde hotel in Vaison-la-Romaine. Zelfs het zwembad was er troebel.
Met zijn uitnodiging wilde de vriendelijke minister het aangename aan het nuttige paren. Leuk vooral voor de medewerkers om elkaar eens in een minder gedwongen, steriele en gestresseerde omgeving te leren kennen dan de slangenkuil van een interkabinettenwerkgroep. Vanzelfsprekend ging het kabinet-Gatz graag op zo’n uitnodiging in.
Dat had eerlijk gezegd veel te maken met Tinne, de medewerkster van Philippe die de organisatie van de Mont Ventoux-expeditie voor de kabinetten op voortreffelijke wijze had gecoördineerd. Met haar allerbeminnelijkste en gulle glimlach verovert ze het hart van iedereen die haar ontmoet.
De acht medewerkers van Sven Gatz, gehuisvest in een exquis hotel met proper zwembad in Sault, bakkeleiden enkel over wie bob zou zijn, want na het etentje bij Philippe in Vaison was er nog een volksfeest in Bedoin. En elke Vlaming weet dat de dorpen in Frankrijk iets verder van elkaar af liggen dan in Vlaanderen. Bovendien hadden de Gatz-boys, debutanten aan de Kale Berg, vernomen dat het feest in Bedoin een niet te missen gelegenheid is om te dansen, een pintje te drinken en plezier te maken, zaken waar ze wel pap van lusten.
Het diner bij Philippe kan men moeilijk exorbitant noemen: het voorgerecht was een aperitiefhapje bij een glaasje kir, de plat de résistance bestond uit een koud buffet, de wijn werd geserveerd in glazen karafjes van een halve liter en er was gelukkig nog een simpel gebakje als dessert. Alles even vriendelijk, huiselijk en eenvoudig als de gastheer, die het volk vanop sandalen, in bermuda en met vers T-shirt kort maar krachtig toesprak. Hij zette de juiste mensen met warme woorden in de bloemetjes, zelfs de wandelaars op dit fietsevenement, en hij bedacht eenieder met een gouden medaille inclusief geelzwart lint. Meer moet dat echt niet zijn.
De wijn maakte de tongen los. Sommige medewerkers kenden elkaar al, of hadden elkaar net die dag op de berg leren kennen. Maar ook bij de anderen was het ijs snel gebroken, niet zo moeilijk natuurlijk bij temperaturen dubbel zo sterk als in Vlaanderen. Zelfs met een dienster werden telefoonnummers en hoge verwachtingen uitgewisseld.
De twee groepen kabinetsmedewerkers waren het over één zaak eens: ze vinden van zichzelf en van elkaar dat ze een plezante bende zijn, die hard kan werken en stevig aan elkaar hangt, dankzij een baas die zelf ook van een geintje houdt en de kunst verstaat om de kwaliteiten van een aangename werksfeer met elkaar te laten sporen. Van de bende van Schauvliege konden ze zoiets helaas niet zeggen, aangezien die zich voor de avond had laten verontschuldigen. Misschien waren de medewerkers van Joke Natuurlijk! verhinderd door een bezoek aan het ziekenhuis waar de minister na een pijnlijke val tegen de schouderhoogte van de Mont Ventoux ijlings naar toe werd gebracht voor verzorging aan haar duim?
De pret zat er al goed in toen het Gatz-busje naar het feest in Bedoin vertrok. Sheraz was als bij wonder volkomen hersteld van zijn inzinking op de top van de Mont Ventoux, zeker toen goed tot hem was doorgedrongen dat van het Gatzteam alleen hijzelf en de twee andere eerder bescheiden wandelaars de top hadden weten te bereiken. Rechtstaand in de open schuifdeur van het rijdende minibusje zwaaide hij de collega’s van Muyters op het hotelterras breed een snel adieu toe.
In Bedoin maakten het N-VA-kabinet van Muyters en de Vlaamse liberalen van Gatz mee wat omgekeerd in Vlaanderen ongetwijfeld tot groot Vlaams protest, een ludieke actie van TAK en vragen in het Parlement zou leiden: een Franstalig volksfeest dat het dorpsplein van een Vlaams dorp met klassieke Franse chansons en meezingers luidkeels op stelten zet, waar zatte Fransen tegen de muurtjes en hagen van de Vlaamse fermettes pissen, waar dronkenlappen elkaar bekers bier toegooien en waar Franse schildknapen die nog niet eerder van grond zijn geraakt, schaamteloos achter de Vlaamse maagden aanzitten.
In Bedoin passeert dat allemaal oogluikend terwijl Franse tappers en kelners de Vlamingen bedienen en dat nog graag doen ook. De Nederlandstalige coverband Buiten Bereik gaf het beste van zichzelf en Discobaar A Moeder kopte de voorzet met gemak binnen. Als de dj de kampioen van de Mont Ventoux op het podium vraagt, staat een Gatz-boy als eerste met de armen breed op de planken te blinken. ‘Ben jij de kampioen van de Mont Ventoux?’ vraagt de dj van A Moeder ongelovig. ‘Nee’, schertst Sheraz scherpzinnig als nooit voordien, ‘ik ben zijn manager.’