‘Wat een verzameling oude zakken’, zuchtte ik met het eerste glas cava in mijn handen. ‘Ja, wat had je dan gedacht’, lacht iemand, ‘je bent hier wel op de verjaardagsfuif van zeven vijftigers hoor!’ Dat is het natuurlijk: die vijftigers van vandaag gedragen zich alsof ze de jeugd nog altijd in pacht hebben, alleen zien sommigen onder hen er niet langer zo uit.
De muziek was alleszins fantastisch: lekker ouderwets. De oude liedjes woelen verre herinneringen op. Plots krijg ik het warm van de eerste gitaarklanken van ‘Like a rolling stone’ van Dylan, mijn absolute idool. Veel toehoorders kennen de klassieker en, ongelofelijk maar waar, enkele rijpere dames wagen zich al op de houten dansvloer terwijl het nog niet eens helemaal donker is. Ik niet. Ik heb het veel te druk met praten. ‘En pinten drinken’, voegt mijn vrouw daar in die typisch vrouwelijke verwijtende toon aan toe.
De vriend die me als een van de feestvarkens heeft uitgenodigd geeft wat uitleg bij de unieke locatie van de feesttent met aanpalende frituur, pizza-bar, shelters, toiletcaravan en partytenten voor wie even een rustig gesprek wil voeren – vijftigers zijn wat luxe gewend. ‘Hier vonden de eerste edities van Rock Werchter plaats’, weet hij. Hier is een uitgestrekt weidelandschap met wat canadabossen buiten de dorpskom van Werchter, waar mijn vriend opgegroeid is. ‘Was jij daar dan bij’, vraag ik. Mijn herinneringen over Werchter gaan ook vele jaren terug, maar ze vinden hun oorsprong wel uitsluitend op de grond waar het festival tot heden de geschiedenis schrijft waarvan ooit mijn dochters verhalen zullen vertellen.
Ik herinner me van op Don Bosco wel hoe sommige klasgenoten, vooral van Werchter en Rotselaar, vertelden over die eerste jaren, toen Rock Werchter nog het Rock & Blues Festival Werchter heette. Kaarten kon je toen in Haacht bij café Claude kopen. Maar mijn ouders vonden me nog te jong (ik ben een jaar jonger als mijn Werchterse vriend). Ik moest wachten tot ik 17 was. Niet omdat de tocht van vier kilometer van Haacht-Station naar Werchter lang en gevaarlijk was, denk ik, maar vooral omdat ze me nog te groen vonden om te kunnen weerstaan aan de vele verboden verlokkingen die naar verluidt op een festival de jeugd bedierven.
Ineens realiseer ik me dat de mensen die in levende lijve in Werchter vóór het podium (toen was er nog maar één) de geboorte van het festival hebben meegemaakt en het gaandeweg mee hebben zien groeien tot een van de beste en succesvolste festivals ter wereld, vandaag tot de generatie van de vijftigers behoren. Met Rock Werchter identificeren ze zich een beetje alsof ze in de kraamkamer persoonlijk geassisteerd hebben bij de bevalling van een wonderkind. En daarom bevind ik me op dit moment haast op een heilige grond.
‘Ik heb hier voor het eerst Talking Heads gezien’, roept mijn vriend boven het oorstrelende ‘The healer’ van John Lee Hooker. Terwijl de duisternis valt en de kleurrijke spots voor verlichting zorgen loopt de tent voller met zilvergrijze en wijkende kapsels en glimmende schedels die nu veel andere vrienden van vroeger teisteren. Het werk, de kinderen, de politiek, de hoor-jij-nog-iets-van…-vragen passeren de revue. Op een bepaald moment sta ik met een flesje jupiler en een glas primus in één hand en een sigaret in de andere. Ik denk, straks moet ik toch ook eens een watertje drinken.
Tot mijn verbazing zie ik de moeder van een vriendin van mijn dochter binnenkomen, zij werd blijkbaar uitgenodigd door een ander feestvarken. Aan de lichtjes in haar ogen merk je wel dat ook zij vanavond het feestbeest wil uithangen. ‘Eigenlijk vind ik dit leuker dan een trouwfeest’, verklapt ze me. In het begin van de avond gingen de rokers nog netjes buitenstaan. Hoe later het wordt, hoe minder rokers zich schromen om binnen in de tent hun stinkstok op te steken. Ik doe gretig mee, het is lang geleden dat ik op één avond nog zoveel tabak verbrand heb.
Net als ik een cola heb besteld, zegt de vriend met een bob die me thuis zou afzetten dat het tijd is om te vertrekken. We delen de cola en ik volg hen door de tent naar buiten. ‘The passenger’ van Iggy Pop schalt door de boxen. Straf, denk ik, nooit eerder ben ik op een fuif weggegaan zonder hierop te dansen. Op de dansvloer zie ik een voormalige klasgenote zwierig zwaaien. Een wonderlijke flits van herkenning: zij danst nog net als vroeger. Zij wel, ja.